Energierijk Den Haag:
Leren van de batterij
Wie dit jaar op Den Haag Centraal arriveert en vervolgens naar Rijnstraat 8 loopt, zal het wellicht zijn opgevallen. In de overdekte passage naar de rijksgebouwen staat, afgesloten voor het publiek en verdekt opgesteld, een kast van ruim twee meter hoog, dubbel zo lang en half zo breed: een 500 kW batterij voor de gebouwen. Hoe is die tot stand gekomen en wat valt daarvan te leren? Een gesprek met drie sleutelspelers.
Door Tseard Zoethout
Andrea de Vaal – van Hooren staat al bij het station. Binnen BAM Energy Systems is zij lijnverantwoordelijke van de afdeling ‘smart solutions’, waar ruim dertig professionals werken aan datagedreven verduurzaming van utilitair vastgoed op gebouw-, wijk- en gebiedsniveau. Vanaf het begin, nu alweer vier jaar geleden, is ze betrokken bij Energierijk Den Haag (ERDH). ERDH - een samenwerkingsverband tussen diverse overheden en private partijen - wil de belangrijkste (semi-) overheidsgebouwen in het centrum van de hofstad vóór 2040 klimaatneutraal maken. Als voorbeeld voor andere grote steden, in inhoud en aanpak, én met de mogelijkheid tot navolging in binnen- en buitenland.
Rijnstraat 8, het vroegere VROM hoofdkantoor, is daar één van. In de woorden van het Rijksvastgoedbedrijf is het kantoor, sinds juli 2017, ‘exemplarisch voor de veranderde visie op huisvesting binnen het rijk: een flexibel gebouw waarin meerdere organisaties de basisvoorzieningen met elkaar delen’. Voor de ministeries van BuZa (Buitenlandse Zaken) en IenW (Infrastructuur en Waterstaat), voor de IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst), het COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers) en de DT&V (Dienst Terugkeer & Vertrek) doen er meer dan 6.000 ambtenaren nu mínder hun werk, want dat gebeurt deels digitaal vanuit hun eigen woning.
Duurzame opties
"Toen ik net bij BAM Energy Systems ging werken", zegt De Vaal terwijl we de straat oversteken, "won PoortCentraal, het consortium dat BAM en ISS/Facility Services trekken, de tender om de gebouwen van de ministeries te renoveren en te verduurzamen. Een soortgelijke tender was eerder stukgelopen. Wij hebben het projectmanagement voor Rijnstraat 8 en het gebouw van de Hoge Raad op onze schouders genomen. Meer dan twee jaar geleden brachten we in kaart welke innovaties inpasbaar zijn. Daarbij zijn we uitgegaan van de Trias Territoria: energie besparen, goed isoleren, daarna zoveel mogelijk benutting van lokale duurzame energiebronnen en ten slotte de resterende vraag duurzaam inkopen. Een van de maatregelen die al uit eerdere studies naar voren kwam, is het efficiënter omspringen met WKO's en die aan nieuwe WKO-netten in Den Haag koppelen. Bij voorkeur aan zoveel mogelijk lage temperatuurnetten."
"Zo hebben we ook overwogen", vervolgt ze, "om een of meerdere kleine windturbines in te zetten, maar dat bleek toch niet rendabel.
Na interne en externe consultaties heb ik, op verzoek van ERDH, voor BAM Energy Systems een studie naar verschillende duurzame opties uitgevoerd. Daaruit rolden ook energieopslag en -uitwisseling in de vorm van een grote batterij. De hamvraag werd vervolgens: in welke categorie zou deze innovatie terechtkomen?"
Open aanpak
De Vaal loopt via de Oranjebuitensingel en de Herengracht naar een café waar Danny Hommersen al zit te wachten. Hommersen, projectdirecteur voor PoortCentraal vanuit Invesis (het vroegere BAM PPP, dat wereldwijd onder meer publiek-private samenwerkingen aangaat), vraagt de ober om de kleine kaart. Sportief, 38 jaar. Praat net zo snel als hij denkt, als een sneltrein.
"ERDH is ontstaan uit de City Deal van Den Haag en het klimaatakkoord om invulling aan de klimaateisen te geven", zegt hij nadat we de lunch hebben besteld. Fay van Zeijl is inmiddels ook aangeschoven. Vanuit ERDH trekt zij het innovatieprogramma. Hommersen vervolgt: "Voor beide gebouwen hebben we enkele stappen doorlopen. Zowel reductie aan de vraagkant, als verduurzaming van Rijnstraat 8, het plan van Andrea. Na gesprekken met ERDH bleek een batterij nog steeds interessant. Door open gesprekken te voeren, zijn we erachter gekomen wat voor elke partij de belangrijkste driver was."
Van Zeijl neemt over: "Het hoofddoel van ERDH is om van het project te leren." Garantstelling bleek een lastig traject. Hommersen vult aan: "De belangrijkste driver voor een private partij is geld verdienen, maar dat gaat voorbij aan het doel: leren van innovaties. Invesis en BAM gaven de beslissing terug aan ERDH. Die zit aan het stuur en bepaalt de keuzes. Wel denken we mee met de volgende stappen."
Bredere doelen
Die dienden zich eind vorig jaar aan: bij de leverancier van de batterij was een offerte aangevraagd met een geldigheidsduur van een maand. Hoe langer de partijen onderhandelden, des te sneller kwam de deadline in zicht. "Na het verstrijken van de deadline zou de aanschaf tien tot veertig procent duurder worden", zegt Hommersen. "Daardoor liepen we de kans dat we de batterij niet konden terugverdienen. Als het Rijksvastgoedbedrijf, BAM, Invesis en ERDH binnen die tijd niet tot overeenstemming zouden komen, verkruimelde de business case. ERDH is uiteindelijk akkoord gegaan met de ontwerpkosten en het totaalbedrag, exclusief de exploitatie."
Van Zeijl zoomt verder in op de aanpak. "Tijdens corona bleek het prettig samenwerken", zegt ze. "Dat gaf ons ook de kans om snel te schakelen. Invesis wilde het risico reserveren zonder daadwerkelijk te investeren. Nu ERDH de kosten voor de aanschaf op zich heeft genomen, zijn de doelen voor de batterij omgedraaid. In plaats van aan de batterij te verdienen, willen we ervan leren. Je kan immers niet alleen verdienen door middel van stroomhandel op diverse markten, maar nu ook leren hoe energieopslag zich in het stedelijk gebied gedraagt." Van Zeijl pauzeert: "Denk daarbij aan balancering van het publieke net en energie-uitwisseling met andere gebouwen. Dat is geen kwestie van winst maken, maar van kennis opbouwen voor de samenleving. Hoe zorgen we dat netcongestie de energietransitie niet tot stilstand brengt?"
Een gelopen race was het niet, geeft ze toe. "Omdat we open over elkaars belangen waren, konden we juridische haken en ogen binnen het contract ook beter oplossen. Elke keer doorvragen, volharding en het ‘wij-gevoel’ brachten ons verder. Dat bleek bijvoorbeeld toen we het investeringsbesluit moesten voorleggen aan een kostendeskundige. Die was aanvankelijk niet positief omdat een referentie ontbrak. Uiteraard: heb je ooit een innovatie gezien die over gebaande paden gaat? Dankzij geduld en stug doorvragen kregen we het voor elkaar dat er een fiat kwam voor het besluit voor de plaatsing. De leerdoelen en monitoring zijn vastgelegd."
Aan het eind van het gesprek, nog even napratend, vraagt Hommersen de rekening voor de lunch. Na afscheid van Hommerson en Van Zeijl lopen De Vaal en ik terug naar Den Haag CS. Ze heeft nog enkele opmerkingen die aan tafel niet werden genoemd. "In alle duurzame projecten staan geld, de prijs en de business case centraal", zegt ze, een stevige pas aanhoudend. "Eigenlijk zouden we zulke projecten moeten waarderen op basis van de CO2-reductie ten opzichte van de investering. Helaas wordt dat mechanisme nu niet toegepast. Als dat wel zo zou zijn, zullen we een verschuiving zien van energievraag naar -verbruik en veel meer duurzame bronnen inzetten. Dat valt echter niet in geld uit te drukken. Met deze innovatie zorgen we ervoor dat we sneller kunnen verduurzamen. ERDH heeft de nek uitgestoken, in visie en in aanpak. Zo’n niet-reguliere publiek-private samenwerking verdient volgens mij navolging", zegt ze, als we afscheid nemen.
Voor meer informatie: