Bouwteam bij uitstek geschikt voor bodemsaneringen
Na een jaar van voorbereidingen lanceerde Duurzaam Gebouwd op 14 mei de nieuwe Modelovereenkomst Bouwteam DG 2020. Initiatiefnemer Niels van Ommen en medeauteur Arno Hoevink (Tauw) kennen de voordelen van het werken met bouwteams, onder meer ook voor een gezonde leefomgeving.
Tekst: Ysbrand Visser
Door de uitputting van de aarde en de uit het Akkoord van Parijs voortvloeiende maatregelen kan de bouwsector niet meer op de oude voet doorgaan. Bestaande verhoudingen staan op scherp, bouwwerken krijgen nieuwe eigenschappen en partijen moeten opnieuw zoeken naar de onderlinge samenhang.
De contractvorm bouwteam groeit daarom in populariteit, maar was tegelijkertijd ook aan vernieuwing toe. Het oude VGBouw Model dateerde immers alweer uit 1992. Vandaar dat een denktank van Duurzaam Gebouwd, het Bouwgenootschap, aan de slag ging met het oude model en in een webinar een vernieuwd modelcontract presenteerde.
Meest geschikte partner
Door de energietransitie, circulair bouwen en klimaatadaptatie is de bouwsector de laatste jaren volop in beweging en dat zal de komende jaren zeker niet minder worden. Daarbij is te zien dat het aanbesteden van projecten, zoals dat altijd gebeurde, aan het veranderen is. Steeds vaker is het vooral de vraag: hoe vind ik de meest geschikte partner? Met als uiteindelijk doel om daadwerkelijk goed samen te werken, een mooi project af te ronden en elkaar ook te versterken. Je wilt elkaar immers opnieuw kunnen tegenkomen.
Niels van Ommen (Duurzaam Gebouwd), een van de motors achter de nieuwe Modelovereenkomst Bouwteam DG 2020: “Passend in die trend is de aandacht voor bouwteams. Deze vorm van samenwerking is bedoeld om elke contractpartner beter in zijn kracht te zetten en analyses laten zien dat bouwteams in toenemende mate worden toegepast. De ervaringen zijn over het algemeen positief en dus groeit de vraag naar een geschikt model op basis waarvan een bouwteam contractueel kan worden vastgelegd.”
Bodemsaneringen
Arno Hoevink is een van de auteurs van de nieuwe modelovereenkomst. Als adviseur contracten, aanbesteden en risicomanagement bij Tauw maakt hij regelmatig een contractafweging voor opdrachtgevers. Het bouwteam komt daarbij vaak als beste uit de bus. Niet vreemd overigens, voor een adviseur in de gww. Hoevink: “Het bouwteam is uitermate geschikt voor bodemsaneringen, waarbij je vaak stuit op iets dat afwijkt van wat je vooraf bedenkt of in het contract zit. Met een bouwteam kun je over die risico’s vooraf duidelijke afspraken maken met de aannemer.”
Hoevink roemt het bouwteam ook voor bepaalde, ‘snelle’ projecten, zoals de opruimwerkzaamheden na de brand bij Chemie-Pack in Moerdijk (2011). De groei in populariteit van het bouwteam is duidelijk, aldus Hoevink. Tussen 2011 en 2016 telde hij slechts zes bouwteams bij Tauw, terwijl hij op dit moment - als een van meerdere adviseurs bij Tauw - alleen al verantwoordelijk is voor zes bouwteamovereenkomsten. Ook zijn collega Henberto Remmerts schreef mee aan de nieuwe Modelovereenkomst Bouwteam DG 2020.
Samenwerking beschrijven
De betrokkenheid van Hoevink en Remmerts had ook een duidelijke aanleiding. Hoevink: “Wij zagen dat we bij het opstellen van bouwteamovereenkomsten met het Model VGBouw 1992 steeds dezelfde aanpassingen moesten doen. Om zo dat contract te laten aansluiten op de manier van samenwerken zoals we die inmiddels gewend zijn.” Volgens de nieuwe Modelovereenkomst Bouwteam DG 2020 moet daarom duidelijk worden opgeschreven hoe de samenwerking tussen de contractpartijen zal worden vormgegeven.
“Bij opdrachtgevers”, vervolgt Hoevink, “heerst soms de frustratie dat je iets duidelijk in de functionele eisen uitvraagt, waarna de aannemer met iets anders komt in het definitieve- of uitvoeringsontwerp. Het is echter veel prettiger om samen met de aannemer daaraan invulling te geven. Een van de belangrijkste succesfactoren daarbij is dat alle partijen een proactieve houding aannemen."
"En dat alle partijen ook weten welke taken en verantwoordelijkheden bij hen liggen, zonder dat er een wij-zijverhouding ontstaat. Het bouwteam is een middel om samen te kijken naar wat het beste is voor het project. In het nieuwe model wordt daarom gevraagd naar een samenwerkingsplan, waarin moet staan welke houding en gedrag van alle bouwteamleden wordt verwacht.”
Hoevink heeft ook nog een laatste tip: “Werk niet met een te lage vergoeding in de ontwerpfase. Als die niet past bij wat de aannemer aan werk verricht, werkt dat een reactieve houding in de hand. Vervolgens krijg je de prijsonderhandelingen over de uitvoering en wil de aannemer zijn verlies uit de bouwteamfase terugverdienen. Dan gaan ze posten opplussen en krijg je weer een hoop gedoe.” En als er een ding is wat Van Ommen en de auteurs van de nieuwe modelovereenkomst willen voorkomen, is dat het wel.