Woonst 2.0: Biobased bouwen op schaal
Tekst: Paul Geraedts
Wanneer negen gemeenten en dertien woningcorporaties gezamenlijk een bouwstroom aanbesteden, met als doel: sneller, betaalbaar én zo duurzaam mogelijk bouwen, dan ontstaat er iets opmerkelijks. Met WoonST 2.0 – de opvolger van de succesvolle eerste bouwstroom in de Metropoolregio Eindhoven – wordt een nieuwe standaard gezet voor duurzame sociale woningbouw.
Van experiment naar opschaling
Vier jaar geleden startte Hurks met het heruitvinden van zijn woonconcepten. Manager Duurzaamheid en Innovatie Ellen van Genechten blikt terug: “Onze concepten hadden zich bewezen, maar de milieu-impact moest omlaag. Dat leidde tot het ontstaan van ons duurzame woonconcept Da Vinci Green. Hierin werken we met een materialenbibliotheek, opgebouwd uit ‘bouwstenen’: prefab elementen die je als Lego kunt combineren. Eerst waren dat vooral traditionele materialen, maar inmiddels zitten daar volledig biobased, hergebruikte en gerecyclede bouwstenen in.”
Deze duurzame bouwstenen werden voor het eerst in de praktijk gebracht in het prijswinnende en inmiddels opgeleverde project Mainelaan in Eindhoven, samen met wooncorporatie Trudo ontwikkeld en gebouwd door Hurks, ook wel Da Vinci Green genoemd. De in totaal achttien woningen fungeerden als proeftuin voor het grotere geheel. “Die kennis was de basis voor WoonST 2.0,” vertelt Van Genechten. “Toen de enorme bouwstroom werd uitgevraagd: negen gemeenten, dertien corporaties, tot 2030 in totaal 2.500 woningen – wisten we: nu kunnen we écht opschalen.”
Yolanda van der Zanden

Ambities hoger dan het bouwbesluit
De opdrachtgevers van WoonST 2.0 kozen voor een uitzonderlijk ambitieuze duurzaamheidslat. Niet het Bouwbesluit, ondertussen het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) was leidend, maar het Nieuwe Normaal, een methodiek waarmee duurzaamheidsdoelen helder én toetsbaar worden vastgelegd.
“We hebben met alle corporaties uitgebreid gesproken,” vertelt Ellen. “Het Nieuwe Normaal maakt een eerlijk vergelijk mogelijk tussen aanbieders. Het legt exact vast welke KPI’s tellen: CO₂-uitstoot en opslag, MPG, circulariteit, losmaakbaarheid, toxiciteit, en welke rekenmethodes je daarvoor gebruikt. Daardoor konden we elkaar vinden in ambities die ver boven de wettelijke norm liggen.”
Voor Trudo sloot dat nauw aan op hun eigen koers, legt Yolanda van der Zanden, projectmanager Vastgoed uit: “Wij werken met moonshots. Ons doel: binnen tien jaar volledig CO₂-neutraal. WoonST 2.0 helpt enorm, omdat de woningen niet alleen laag in uitstoot zijn, maar zelfs meer CO₂ opslaan dan dat er wordt uitgestoten.”
CO₂-negatief bouwen: van materiaalkeuze tot ketenvernieuwing
Een traditionele woning stoot gemiddeld 30 tot 35 ton CO₂ uit via materialen en bouw. WoonST 2.0 kent twee varianten: een betaalbare hybride variant met zeer lage CO₂-impact (11 ton uitstoot), en een Groene CO₂-negatieve variant (3 ton opslag): die meer CO₂ opslaat dan uitstoot. Die opslag zit vooral in de houten casco’s en biobased isolatiematerialen. Hurks werkt hiervoor samen met het Building Balance-programma, dat regionale ketens voor vezelgewassen ontwikkelt. Ellen: “Het doel is om zoveel mogelijk lokale biobased isolatie toe te passen. Dat vraagt om de opzet van nieuwe ketens, maar de beweging is ingezet.”
Naast CO₂- opslag was de circulariteit en losmaakbaarheid ook nog een belangrijk aspect binnen het project, legt Ellen uit. “De CLT-wanden en prefab HSB-elementen zijn volledig demontabel, gevelsystemen zijn remontabel, en toxiciteit van materialen wordt actief getoetst. Daarmee wordt niet alleen CO₂ gereduceerd, maar ontstaat een woning die niet alleen beter is voor mens én omgeving maar ook nog eens toekomstbestendig is.” Yolanda: “Voor Trudo staat een gezonde leefomgeving voor iedere huurder altijd centraal, daarom hechten wij grote waarde aan een gezonde woning.”
Prefab, maar dan anders
Hoewel WoonST 2.0 sterk inzet op standaardisatie en industrialisatie, is het geen fabriekshalconcept waar complete woningen in één keer uitrollen. De kracht zit in prefab op elementniveau. Zo worden volledige CLT-casco’s en gevelvullende HSB-elementen met kozijn, glas en gevelbedekking in de fabriek voorbereid, en op locatie gemonteerd.
Een blok woningen kan op deze manier binnen twee weken casco overeind staan. De bouwplaats is stiller, schoner en vraagt minder zwaar materieel. “Onze uitvoerder wil eigenlijk nooit meer traditioneel bouwen,” vertelt Ellen. “Dit is zo veel prettiger. Minder overlast, schoner werken, beter voorspelbaar.” Yolanda: “We streven ernaar om de overlast in de buurten waar we bouwen tot een minimum te beperken. Dit bouwsysteem zorgt voor een aanzienlijke verbetering op dat gebied.”
Standaardisatie als hefboom voor betaalbaarheid
Duurzaamheid en betaalbaarheid staan vaak op gespannen voet, maar binnen WoonST 2.0 blijkt het tegenovergestelde: opschaling maakt biobased betaalbaar. Van Genechten: “Door de bouwstroom wordt standaardisatie mogelijk, en daarmee efficiëntier. Daardoor kunnen zelfs kleine corporaties met beperkte budgetten kiezen voor duurzame woningen, zonder dat we het er nog specifiek over hoeven te hebben. Duurzaamheid zit er simpelweg al bij inbegrepen.”
WoonST 2.0 werkt met een set standaard product-marktcombinaties (PMC’s): plattegronden voor één- en tweepersoonshuishoudens, eengezinswoningen en levensloopbestendige woningen. Opties in breedtematen, diepte en entreeposities bieden variatie.
“Standaardisatie betekent niet dat alle woningen er hetzelfde uitzien,” benadrukt Ellen. “Gevels, materialen en kleurstellingen kunnen door architecten vrij gekozen worden uit onze designtoolbox. Daarnaast bieden we extra duurzaamheidsopties in de keuze van bijvoorbeeld binnendeuren, keukens en groen daken.” Door continuïteit in proces, productie en duidelijke afspraken met partners, blijven kosten concurrerend met traditionele bouw, maar dan met een veel lagere milieu-impact.


Ellen van Genechten
Mainelaan: het project dat liet zien dat het kan
De 18 sociale huurwoningen aan de Mainelaan zijn inmiddels opgeleverd, voorzien van een gemeenschappelijke tuin, ruimte voor natuur, klimaatadaptieve daken met waterretentie en een altijd aangenaam binnenklimaat. Financieel haalbaar en bovendien duurzaam tot in de details.
Het project won op 23 oktober 2025 de Brabantse Stijlprijs, een prestigieuze prijs die slechts eens in de drie à vier jaar wordt uitgereikt. De vakjury was unaniem lovend: Mainelaan laat zien dat industriële woningbouw, ecologisch bouwen en leefkwaliteit uitstekend combineren.
Uit het juryrapport: “Dit project laat zien dat duurzaamheid mooi en betaalbaar is. Stedelijke verdichting, klimaatadaptatie en kwaliteit van leefomgeving gaan hand in hand. De toekomst is hier al begonnen.”
Yolanda: “Het mooie is dat het niet alleen gaat om de woningen zelf. De gemeenschappelijke tuin stimuleert ontmoeten, delen en samenleven. En het binnenklimaat? Iedereen voelt het meteen. Warm, comfortabel, natuurlijk. Zelfs vorige maand, toen het overal kil aanvoelde, was het hier altijd aangenaam.” Ook huurders reageren positief. Een deel woont inmiddels in de woningen, anderen zijn nu bezig met vloeren en inrichting. De eerste ervaringen bevestigen het hoge comfortniveau dat hoort bij houtbouw.
Een bouwstroom die meer doet dan bouwen
Misschien wel de grootste impact is niet zichtbaar in een MPG-score of CO₂-grafiek. Het zit in de beweging die ontstaat. “Collega’s die eerst sceptisch waren, worden nu enthousiast,” vertelt Ellen. “We zien een cultuuromslag. Mensen wíllen biobased bouwen. WoonST 2.0 heeft dat losgemaakt.”
Voor Trudo telt vooral de voorbeeldfunctie: “We willen anderen inspireren,” zegt Van der Zanden. “Als dit kan: betaalbaar, mooi, CO₂-negatief, waarom zou je dan nog traditioneel bouwen? De moonshot van Trudo wordt haalbaar als je er samen voor gaat.”
Op weg naar 2.500 duurzame woningen
Na de eerste 1.000 woningen uit WoonST 1.0 volgen tot 2030 nog eens 2.500 woningen onder WoonST 2.0: 1.750 gestapelde woningen (BAM Wonen) en 750 grondgebonden woningen (Hurks).
WoonST 2.0 laat zien dat duurzaamheid niet een optionele luxe is, maar een bouwsteen van betaalbare sociale woningbouw. Met CO₂-opslag als normaal, met regionale biobased ketens in opkomst, met prefab elementbouw die werkplezier en kwaliteit verhoogt, en met woningcorporaties die het beste willen voor hun huurders en de toekomst.
De samenwerking tussen corporaties én gemeenten is uniek voor Nederland. Door samen te toetsen en processen te standaardiseren wordt de bouwtijd drastisch verkort en worden duurzame keuzes toegankelijker voor iedereen. “Het is precies wat de markt nu nodig heeft,” concludeert Ellen. “Een eerlijk speelveld, duidelijkheid in ambities en opschaling die impact mogelijk maakt.”