Tekst: Manon Huntjens
Leefkompas: met lef vertragen om later te versnellen
W/E adviseurs en Schuttelaar & Partners bundelen data en participatie tot een praktisch kompas voor leefbare, duurzame gebieden.
Gemeenten en provincies staan voor een complexe opgave in de leefomgeving: van energie en mobiliteit tot biodiversiteit, waterveiligheid, gezondheid en woningbouw. Omdat al die thema’s in de wijk samenkomen, is integraal werken noodzakelijk en tegelijk lastig. Met het Leefkompas presenteren W/E adviseurs en Schuttelaar & Partners een gezamenlijke aanpak die data-gedreven inzicht koppelt aan vroegtijdige participatie.
Het doel: betere keuzes, meer draagvlak en versnelling op de lange termijn. “Het vraagt lef om te vertragen,” zeggen Madelein van der Velden (Schuttelaar & Partners) en Wester Regelink (W/E adviseurs). “Maar die investering betaalt zich terug in kwaliteit én tempo.”
Van losse opgaven naar integrale keuzes
De aanleiding voor het Leefkompas is de toenemende druk op lokale overheden. Zij staan voor de opgave om wijkuitvoeringsplannen op te stellen als uitwerking van de Transitievisies Warmte (TVW) en tegelijkertijd te voldoen aan de Omgevingswet, die vraagt om integrale omgevingsvisies met een bredere blik dan alleen de warmtetransitie. Tegelijkertijd stapelen maatschappelijke verwachtingen zich op: meer woningen, meer groen, minder hittestress, veilig verkeer, ruimte voor water, aantrekkelijke straten. Traditioneel zijn die dossiers verspreid over verschillende afdelingen, wat samenwerking bemoeilijkt.
Veel gemeenten starten nog vanuit een enkel thema, bijvoorbeeld het warmte- of mobiliteitsvraagstuk, terwijl de werkelijke opgave breder is. “Je ziet dat veel gemeenten eenzijdig beginnen vanuit de energievraag,” zegt Wester. “Logisch, want deadlines zijn concreet. Maar als je één keer de straat open hebt, wil je ook koppelkansen benutten: vergroenen, klimaatadaptief inrichten, mobiliteit slimmer organiseren. Dat kan alleen als je even pas op de plaats maakt en integraal kijkt.”
Data + dialoog: hoe werkt het Leefkompas?
Het Leefkompas combineert GPR Gebied (W/E adviseurs) – dat gebiedskenmerken meetbaar en bespreekbaar maakt – met de collectieve visievorming, de co-creatietool van Schuttelaar & Partners voor stakeholdermanagement en participatie. Centraal staat een heldere, gedeelde startpositie en het stapsgewijs toewerken naar keuzes die voor iedereen uitlegbaar zijn.
Madelein gebruikt graag de metafoor van een kerstboom:
- De piek is het overzicht: een rapportcijfer per thema (1–10). Bestuurders zien in één oogopslag waar een gebied nu staat.
- De lagen eronder worden breder en gedetailleerder: indicatoren, data en onderbouwing die experts nodig hebben om te begrijpen waarom een wijk bijvoorbeeld een 5 op natuurinclusief of klimaatadaptatie scoort, en waar je aan kunt draaien om naar een 8 te groeien.
Duurzame gebiedsontwikkeling
Om duurzame gebiedsontwikkeling te begrijpen, is het van belang te snappen dat een duurzaam gebied bestaat uit verschillende “duurzame gebiedslagen”. Een duurzaam gebied is namelijk veel meer dan een optelling van een aantal duurzame gebouwen.
Voor een duurzaam gebied heb je het volgende nodig:
- Een locatie.
- Stedenbouwkundige structuren en een programma.
- Gebouwen en een ingerichte openbare ruimte.
Elk van deze fases kan afzonderlijk worden bekeken/geanalyseerd in GPR Gebied, of er kan voor worden gekozen om integraal naar alle fases te kijken.
De basis van de tool bestaat uit feitelijke gebiedsgegevens (o.a. aandeel groen, water en bebouwing) en vijf hoofdthema’s met subthema’s en indicatoren. Belangrijk: het Leefkompas sluit aan op breed geaccepteerde methodieken per onderwerp (bijv. voor mobiliteit of circulair materiaalgebruik) en brengt ze samen in één integraal overzicht. Zo voorkom je discussies over data en kun je het gesprek met data voeren.
Madelein: “We werken op verschillende niveaus tegelijk. Met bestuurders heb je het over ambitie en haalbaarheid (bijvoorbeeld van 5 naar 8 op een thema). Met experts zoom je in op indicatoren en alternatieven. En met bewoners voer je een normatief gesprek over waarden en voorkeuren. De tool is dan vooral een gespreksstarter: wat vinden we hier belangrijk, en welke keuzes horen daarbij?”
“Lef om te vertragen”: Rotterdam als voorbeeld
Een sprekende casus is Schiehaven-Noord (Rotterdam): een bestaand stedelijk gebied met een braakliggend kavel en stevige ambities. In plaats van te starten met een kant-en-klaar plan, koos de gemeente samen met Schuttelaar voor een open co-creatieproces. Ruim 300 stakeholders dachten mee; via brede verkenning en gefaseerd prioriteren ontstonden tien gedragen ambities, geaccordeerd door de raad. Het stedenbouwkundig bureau werkt nu verplicht vanuit die ambities verder, mét een doorlopende adviesgroep uit de omgeving.
“Rotterdam toont bestuurlijke moed,” zegt Madelein. “Het kostte een half jaar en vier grote sessies om de ambitie gezamenlijk te formuleren en een gedeelde visie te creëren. Door data en scenario’s te gebruiken, werd het gesprek concreet: meer biodiversiteit betekent bijvoorbeeld minder parkeerplaatsen, vinden we dat het waard?” Nu worden de ambities samen met het ontwerp uitgewerkt, opnieuw in meerdere gezamenlijke sessies over het komend half jaar.

Wat vraagt het van opdrachtgevers?
Kort gezegd: visie, tijd en integrale samenwerking.
Visie: kijk verder dan de bestuursperiode of het ene urgente dossier, en kies voor leefkwaliteit op de lange termijn.
Tijd: creëer ruimte voor een echte startfase met beeldvorming, koppelkansen en het betrekken van de omgeving.
Samenwerking: doorbreek interne silo’s; laat disciplines samen afwegen en spreek één gemeenschappelijke taal.
Die benadering is niet alleen zorgvuldiger, maar ook effectiever. Madelein illustreert dat met een klassieke valkuil: “Als je een maatregel van bovenaf doorzet zonder draagvlak, lukt het soms één keer, maar vervolgmaatregelen stranden in weerstand. Als je mensen vanaf het begin meeneemt, stijgt het draagvlak en gaat de uitvoering sneller.”
Meer dan techniek: sturen op gedrag en CO₂
De drijfveer achter het Leefkompas is heldere systeemverandering: een gezonde, duurzame leefomgeving én aantoonbare CO₂-reductie. Daarvoor is techniek belangrijk, maar gedrag minstens zo.
“We moeten een omgeving maken die duurzaam gedrag gemakkelijk en aantrekkelijk maakt,” zegt Madelein. “Denk aan lopen en fietsen, vergroening, schaduw en klimaatadaptatie, en het faciliteren van verduurzaming aan de woning. Door bewoners eigenaarschap te geven, ontstaat intrinsieke motivatie. Dat is nodig als je in de bestaande bouw echt schaal wilt maken.”
“Een gemeente kan het wíllen,” vult Wester aan, “maar de mensen moeten het dóen. Alleen als je bewoners meeneemt, krijg je duurzame verandering van binnenuit, dat is waar beleid werkelijkheid wordt.”
Hoe verschilt het van wat er al is?
Het Leefkompas is niet ‘nog-een-meetinstrument’. De kracht zit in drie zaken:
Integratie: verschillende (al bestaande) methodieken en indicatoren worden geïntegreerd in het Leefkompas en gebiedsbreed gewogen.
Vertaalslag: cijfers en data worden bespreekbaar gemaakt, van raadzaal tot keukentafel.
Proceskracht: participatie en stakeholdermanagement zijn ingebouwd, niet apart ervan.
Wester: “Het doel is niet om te scoren om het scoren, maar om betere besluiten te nemen die samengaan: energie, klimaat, gezondheid, ruimtegebruik, economie. Het kompas helpt om die communicerende vaten zichtbaar te maken.”
Stand van zaken en volgende stappen
Naast Rotterdam draaien W/E en Schuttelaar vergelijkbare trajecten in gebieden die variëren in grootte en typologie (van hoogstedelijk tot landelijk). Daarin wordt de integrale werkwijze gekoppeld aan regionale prioriteiten. “We zitten nog in de eerste fase,” zegt Wester. “Dit zijn trajecten die niet in een maand klaar zijn - juist omdat je kwaliteit en draagvlak bouwt. Maar elk project levert concrete ambities en een herhaalbaar proces op.”
De ambitie voor de komende tijd: meer gemeenten en provincies die lef tonen en de methode omarmen, zodat het aantal praktijkvoorbeelden snel groeit. “Hoe meer cases, hoe beter we laten zien wat het Leefkompas daadwerkelijk oplevert,” aldus Madelein.
Conclusie: samen koers zetten, samen versnellen
Het Leefkompas nodigt overheden uit om bewust te beginnen: eerst beeld, dialoog en koppelkansen - daarna gericht kiezen en uitvoeren. Dat vraagt durf en geduld, maar levert tempo op waar het ertoe doet: in de uitvoering én in het draagvlak van bewoners en partners.
Of, zoals de geïnterviewden het samenvatten:
“We nodigen bestuurders uit om met lef te vertragen zodat je sneller en beter kunt bouwen aan een leefomgeving die verder reikt dan één bestuursperiode, of dat ene urgente dossier van het moment.”