Tekst: Marvin van Kempen, Beeld: CFP Green Buildings
Innovatiedag 2025: van digital twin tot doorbraken in de energietransitie
Technologische doorbraken, nieuwe businessmodellen en slimme energie-oplossingen bepalen het tempo van onze verduurzaming. Zonder innovaties maken we geen schijn van kans om het gat te dichten tussen klimaatambitie en -actie. In de verbinding tussen ondernemers en investeerders schuilen de kansen. Juist die partijen maakten een verbinding met elkaar op de CFP Innovatiedag 2025.
De urgentie om klimaatactie te nemen is goed te voelen in de jachthaven van Naarden, de thuisbasis van CFP Green Buildings. In het achterhoofd zitten doelstellingen die alsmaar strenger en concreter worden. Fit for 55, het reduceren van de CO2-uitstoot in 2030, zit nog vers in het geheugen. En recent kwam er een doel bij, namelijk 55 procent secundaire materialen gebruiken in 2035. Mocht het nog niet duidelijk zijn, dan ontdekten we daar dat innovaties een bepalende rol spelen.
Want duurzaamheidsopgaven vragen om vernieuwing. Het verlagen van grondstoffenverbruik en hoogwaardiger hergebruik. Slimmer, met meer impact verduurzamen, door tools en de kunde van professionals optimaal in te zetten. Het voorbereiden van de leefomgeving op extreme hitte, droogte en overstromingen. En… de mogelijkheid om doelen integraal te benaderen, zodat we meerdere vliegen in één klap vangen.
Vergroten van leefbaarheid
Daarvoor kijken we naar de kracht van innovatie. “De motor die de transitie op gang brengt”, zo omschreef Diederik Samsom treffend. Het belang van de Innovatiedag 2025 daarmee illustrerend. Daar sloot Bram Adema van CFP Green Buildings zich bij aan. Hij liet weten dat het verduurzamen van vastgoed met innovaties enorme kansen biedt: van het beschermen van welvaart tot het vergroten van onze leefbaarheid en het vergroten van de biodiversiteit. “Het gaat over resilience”, wakkerde Bram het vlammetje aan.
Het was een duidelijk verhaal: zonder innovatie is er geen verduurzaming mogelijk. Om de benodigde versnelling mogelijk te maken, zijn er een breed scala aan innovators mogelijk. Bram: “Van startups tot scale ups en volwassen bedrijven. We hebben iedereen nodig.” Om die reden stond er een gevarieerd scala aan pitchers klaar om te vertellen over hun noviteiten. “Ook vandaag hebben we weer verschillende pitchers die voor de leeuwen worden gegooid”, liet Bram weten. “Maar… ze krijgen er ook veel voor terug. Want we hebben al vaker gezien dat er nieuwe samenwerkingen tot leven komen. Natuurlijk krijgt de winnaar weer een onderscheiding, maar de échte prijs zijn de afspraken tussen investeerders en innovators die gemaakt worden.”
De gong klonk; tijd om naar ’t Wiel te gaan, waar de eerste pitchronde werd gehouden. We nemen plaats op een comfortabele bank en zien de eerste pitcher naar voren lopen, Tobias Witteveen van Blooming Buildings. Nu is het altijd lastig om het spits af te bijten, maar Tobias doet dit voortvarend. Hij stelt de vraag: “Kan de natuur als bouwpartner fungeren?”. Het antwoord? Dat kan en beter gezegd, dat móet!

Duurzame en groene omgeving
“Er is steeds meer verstening en de steden warmen op. De afwatering werkt niet goed en we krijgen te maken met flinke overstromingen. Dit alles heeft effect op onze gezondheid en de leefbaarheid. De biodiversiteit staat onder druk, maar het goede nieuws is dat er een oplossing is. Wij brengen planten en groene gevels naar de stad om het weer koel en leefbaar te maken. Dat gaat heel ver, want we brengen soms wel twee honderd verschillende soorten planten naar een project.” De uitwerking is volgens hem duidelijk op gebouwen en gebieden: “Hiermee scoor je maximaal op je Environmental, Social, Goverance (ESG) doelstellingen. Zo ook je BREEAM-NL punten.” En hij illustreerde een voorbeeld: “Een pand in Rotterdam had eerst te maken met 30.000 vierkante meter leegstand en een verhuurprobleem. Na het terugbrengen van de natuur en het groen naar het pand is welzijn voor de gebruikers weer een feit. Dankzij onze professionals, van architect tot klimaatwetenschapper, zetten we de natuur weer in zijn kracht.”
Dat de gebouwde omgeving niet alleen groener maar ook meer circulair kan, bewees Marvin Meijs van Lumeco. In de bedrijfsnaam bespeuren we al dat het hier gaat om licht, maar dan wel met de insteek van hoogwaardig hergebruik. Marvin: “Lichtsystemen die goed zijn voor mens en milieu bestaan en dat willen wij bewijzen. Wij zijn actief in bestaand vastgoed als sporthallen en kantoren, om een circulaire verlichtingsoplossing aan te bieden. We brengen armaturen weer tot leven en zorgen voor licht dat voldoet aan alle technische eisen waar de markt om vraagt. Bestaande materialen hergebruiken we in samenwerking met Wecycle.”
Light as a service
Tried and tested, zo blijkt. Want de oplossing werd al eerder aangeboden aan PwC, een bedrijf dat later op de dag nog naar voren kwam als pitcher. Marvin vervolgde over deze praktijkcasus: “Hier realiseerden we biodynamische verlichting en leveren we tien jaar lang gegarandeerd licht in een light as a service-constructie. Een andere opdrachtgever is de RET, dat voor mobiliteit in Rotterdam zorgt. Wij mochten alle armaturen in metrostellen renoveren. Wie is de volgende?”
Het woord ging over naar Wilma Kempinga van Mevrouw Meijer, die sprak over een groot probleem: de CO2-uitstoot van de gebouwde omgeving. Zo’n 38 procent van de totale uitstoot van schadelijke broeikasgassen komt van onze sector. De oplossing is wat haar betreft ook duidelijk: “Er is nog enorm veel te winnen als we kijken naar de mogelijkheden van renovatie. In plaats van het slopen passen we bestaande materialen beter toe en hoeven we geen energie te verspillen aan het vervaardigen van nieuwe producten.”

Succesvolle renovaties
Dat is eenvoudiger gezegd dan gedaan en vereist veel expertise, om een renovatie te doen slagen. Des te meer als het gaat om een onderwijsomgeving, vaak een complexe aangelegenheid met veel verschillende stakeholders. “Wij doen daarom onderzoek naar hoe we de bestaande schoolvoorraad kunnen aanpakken. Scholen waarvan het vastgoed niet meer voldoet aan de maatstaven van vandaag de dag vormen we om en geven we nieuw leven.”

Heel concreet? Renovatie van scholen betekent:
- Minder materiaalgebruik
- Lagere embodied carbon
- Kortere doorlooptijden
- Lagere kosten
- Scholen die fijn voelen, meer welzijn
Wilma besloot: “Scholen hebben genoeg in huis om mee verder te bouwen, dus zorg dat je het bestaande beter benut.”
De laatste pitcher van sessieronde één hield de energie in ’t Wiel vast. Vanuit Sanura liet Tomas Schietecat weten welke kansen nog onbenut blijven als het gaat om de energietransitie. En dan vooral in het kader van energie besparen tijdens douchen: “Wij ontwikkelen douche-warmtewisselaars die warmte uit wegstromend douchewater terugwinnen. Daardoor hoeft je boiler of warmtapwatervoorziening minder hard te werken. Energiebesparing en CO2-reductie liggen in het verschiet.”
Meters maken
Dan komt meteen de vraag op of badkamers en douches daarvoor gesloopt moeten worden. Tomas stelde gerust: “Dat hoeft niet. Onze systemen zoals de Flatmate zijn zo ontworpen dat je ze bovenop je bestaande douchevloer kunt plaatsen, zonder te hakken of te slopen. Het aansluiten gebeurt via standaard koppelingen, waardoor installatie snel en laagdrempelig is.” Hier ligt een grote kans voor onder andere woningcorporaties, waarover Bram in zijn introductie vertelde: zij hebben 2,3 miljoen woningen in beheer. “Pak je alle woningen in Nederland aan”, gaat Tomas verder, “dan heb je het energieprobleem opgelost.” En over de terugverdientijd zegt Tomas: “Met vier personen praten we over drie tot vijf jaar.”
Tijd voor een versnapering en kennis uitwisselen: de pauze brak aan. Na een versnapering startte de tweede ronde. Jan-Hylke de Jong van Fenicks trapte af en liet zien wat inzicht in gas en elektraverbruik voor eindgebruikers kan betekenen. “Niet op basis van schattingen”, nuanceerde hij, “maar feitelijk gebruik. We specialiseren ons in digitale monitoring van monumenten en erfgoed. We verzamelen actuele data over onder andere onderhoudsstaat, herbestemming en energieverbruik. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld gemeenten en provincies betere beleidsbeslissingen nemen.”
Gefundeerde beslissingen
Vooral de efficiëntie van de monitoring valt op. De bouwsector weet dat ze in een razend tempo moet verduurzamen en daarom is langsgaan bij ieder gebouw niet te doen. Dat is precies waar Fenicks waarde laat zien, illustreerde Jan-Hylke: “Je wil niet overal langsgaan voor meterstanden. Wij hebben de mogelijkheid om snel interessante data te leveren om daarmee gefundeerde verduurzamingsbeslissingen te maken. Wij zorgen dat je als vastgoedeigenaar meteen weet wat je tien grootverbruikers zijn aan energie. Vervolgens is het eenvoudiger om impact maken.”
Data is de sleutel voor een versnelde en kwalitatieve verduurzaming. Dat bleek niet alleen uit het verhaal van Jan-Hylke, maar ook uit de pitch van Bram Weggemans. Hij stelde NXTBLDNG voor, het digital twin-platform van CFP Green Buildings, dat voor ieder gebouw wereldwijd een digitale identiteit maakt. “We hebben een dataprobleem”, gaf Bram Weggemans aan, “maar dat pakken wij aan. Ons platform combineert openbare databronnen met commerciële data en verrijkt deze.”
Data bij elkaar brengen
De breedte van de data wordt al snel duidelijk: van locatie-informatie tot verbruik, toegankelijkheid en andere factoren. “Ook laten we klimaatrisico’s zien”, vertelde Bram Weggemans. “De gegevens zijn beschikbaar via bijvoorbeeld API of CSV, wat integratie met systemen van banken, verzekeraars en overheden eenvoudiger maakt. De herkomst van elk datapunt is transparant. En net zo belangrijk om te weten: wij worden geen eigenaar van de data. Dat blijft bij de oorspronkelijke bron.”
Hij besloot door aan te geven op welke manieren je de uitkomsten kunt inzetten: “We kunnen aangeven waar de kansen liggen voor de CO2-uitstoot en het invullen van doelstellingen rondom Corporate Real Estate Management (CREM) eenvoudiger maken.” Daarop deed Bram Adema een oproep ter afsluiting van de pitch: “We dagen iedereen uit om hieraan mee te doen. Dan wordt het des te waardevoller om dit platform te gebruiken.”
Met Aeroscan bleven de deelnemers binnen het onderwerp data en digitalisering. Stefan Quak deed uit de doeken hoe zijn organisatie zich specialiseert in het digitaliseren van vastgoed met drones en sensoren. “We leveren zeer gedetailleerde 3D-modellen van gebouwen, met maatvoering, hoeveelheden en volumes. Hierdoor is er bewijslast om onder andere herstelplannen en onderhoud uit te voeren. Door het gebruik van drones komen we dichtbij objecten die normaal gesproken lastig bereikbaar zijn.”
De inspecties zijn op deze manier sneller, goedkoper en veiliger dan de traditionele fysieke inspecties. Daarnaast is er minder discussie over vierkante meters en gaat besluitvoering sneller. “We leggen eventuele gebreken in het vastgoed vast en zorgen dat er verbeteringen in het Meerjarenonderhoudsplan (MJOP) mogelijk zijn. Op dit moment zien we dat onder andere woningcorporaties interesse hebben.” En Stefan kwam met dit advies: “Begin op kleine schaal. Objectieve data vormt het startpunt voor je vastgoedprocessen en de verduurzaming van je MJOP.
Circulariteit als standaard
Verduurzamen van de portefeuille is een onderwerp dat PwC nauw aan het hart liggen. Rob Klinkert gaf een inkijk in hoe je van strategie tot circulariteit komt, in de praktijk. Eerst stelde hij voor waar die strategie betrekking op heeft: “Wij hebben twaalf kantoren en meer dan zesduizend medewerkers. Een van de belangrijkste opgaven die voor onze voeten ligt is het oplossen of in ieder geval het verminderen van klimaatverandering. We willen in 2030 volledig circulair opereren, met onder andere verantwoord materiaalgebruik, hergebruik van producten en het sluiten van materiaalstromen.”
Circulariteit is niet iets dat alleen binnen de eigen organisatie van PwC moet gebeuren, maar ook leveranciers, partners en afnemers moeten hierin mee. Op die manier wordt een circulair gedachtegoed de praktijk, een ecosysteem vanuit klanten: iedereen doet mee. Rob gaf een aantal concrete voorbeelden: “Van het hergebruik van oude deuren, keukens, pantry’s tot aan de verlichting, die we circulair toepassen.” Tot slot bracht Rob een belangrijke pijler naar voren: de Social Return on Investment (SROI). Niet alleen een theorie, maar een integraal onderdeel van het maatschappelijke systeem van PwC. “We gebruiken impactmetingen om maatschappelijke waarde kwantificeerbaar te maken. We willen bijdragen aan een maatschappelijke transitie waarin economische en sociale baten serieus worden meegenomen.”
Spanning stijgt: de winnende pitch
Ongetwijfeld het spannendste deel van de Innovatiedag is de uitreiking van de award: wie gaf de beste pitch? Ook dit jaar was het weer een spannende race, maar als winnaar uit de strijd kwam… Urban Jungle! Zij bouwen urban jungles voor de leefbare stad van de toekomst en leveren ‘Green as a service’: niet alleen ontwerp en aanleg van groen, maar ook beheer en onderhoud. Door daken te vergroenen wordt gezorgd voor natuurlijke isolatie en de verdamping van water uit planten helpt op zijn beurt om de omgeving af te koelen. Na een netwerkmoment om de pitches te bespreken, was de Innovatiedag 2025 op zijn einde. Het was er weer één voor de boeken.
Ben jij benieuwd hoe jij voorop kunt blijven lopen met verduurzaming? Kijk op https://cfp.nl?utm_source=dg