Integrale verduurzaming vraagt om procesinnovatie en synergie
De nieuwe stadswijk Merwede Utrecht komt tot wasdom, met de nadruk op een flinke diversiteit aan innovatie: op het vlak van duurzame energie, mobiliteit én gezondheid. En als dat nog niet genoeg is: er zijn ambities rondom sociale duurzaamheid en milieu. Het invullen daarvan is complex en uitdagend en daarom zijn procesinnovaties onontbeerlijk.
We spreken allereerst met programmamanager Mirjam Schmüll van Merwede LAB, een initiatief van de gemeente en ontwikkelaars die betrokken zijn bij de omvangrijke gebiedsontwikkeling. De grootte en complexiteit van de bouw- en verduurzamingsopgave is indrukwekkend: “Het is een gebiedsontwikkeling met tien ontwikkelaars, die samenwerken met de gemeente. Zowel de eisen als de ambities rondom toekomstbestendigheid zijn fors. Een grote hoeveelheid groen, klimaatadaptatie en een minimale milieu-impact, om er maar een aantal te noemen. Om hier invulling aan te geven kwam er een samenwerkingsovereenkomst, die inspeelt op de toekomst. Daarvan weten we één ding zeker: hij ziet er anders uit dan we nu kunnen voorspellen.”
Succes van gebiedsontwikkeling
Daarom is innovatieruimte noodzakelijk. Want je wilt kunnen bewegen en veranderen als de actualiteit daarom vraagt. Het borgen daarvan is volgens haar een belangrijke factor van het succes van de gebiedsontwikkeling: “Dat doen we als Merwede LAB samen met het eigenarencollectief, om mee te bewegen met toekomstige innovaties en veranderende behoeften. De doelstelling is om concrete innovatieve toepassingen te verwerken in planontwikkeling, realisatie en gebruiksfase. Daarmee ondersteunen we het eigenarencollectief op verschillende schaalniveaus: gebied, gebouw en bewoner/gebruiker. Soms wil je naar een kleinere oppervlakte kijken, omdat je oplossing erg afhankelijk is van de locatiecontext en op andere momenten wil je juist schaalgrootte. Bijvoorbeeld als een oplossing in bredere context toepasbaar is.”
Een van de ontwikkelaars uit het eigenarencollectief is Synchroon, waarvan we Maaike Perenboom spreken. Zes jaar geleden raakte ze als ontwikkelaar en circulair strateeg betrokken bij Merwede. Ook trok ze jarenlang de duurzaamheidskar en had ze een leidende rol bij het oprichten van het Merwede LAB, dus ze weet van de hoed en de rand: “Een derde van het gebied Merwede is van de gemeente en twee derde van de private sector. Destijds was er een schetsontwerp stedenbouwkundig plan op basis waarvan AM en Synchroon een planinvulling voor het eigen deel hadden gemaakt. Al snel werd het echter echt een samenwerking in het hele gebied, met alle ontwikkelaars en de gemeente.”
Gezondheid, duurzaamheid, aantrekkelijkheid
Gemeente Utrecht had volgens Maaike een actieve rol in het verder brengen van het stedenbouwkundig plan en ambieert een duurzame en nieuwe stadswijk met ongeveer 6.000 nieuwe woningen. “Relatief veel woningen voor een relatief klein gebied”, illustreert ze. “Gezondheid, duurzaamheid en de menselijke maat zijn speerpunten en die worden onder andere ingevuld met innovaties, bijvoorbeeld op het gebied van mobiliteit. We runnen met alle partijen gezamenlijk een mobiliteitsbedrijf, om voor iedereen mobiliteit naar behoefte te faciliteren en tegelijkertijd een autovrije, groene wijk te creëren, inclusief voorzieningen zoals scholen, winkels en horeca, waardoor je eigenlijk de wijk voor je basisbehoeften niet uit hoeft.”
Dat illustreert Niel Glas van gemeente Utrecht: “We braken met de traditie om richting de gemeentegrens te blijven groeien, door de oppervlakte van de stad te laten toenemen. In plaats daarvan richten we ons op binnenstedelijke verdichting. Bij de toepassing daarvan geldt dat we voorzieningen binnen 10 minuten loopafstand hebben. Om dat goed in te vullen is een verandering van mobiliteit een essentiële factor om goed in te vullen. Stedelijke verdichting dwingt je daartoe, evenals het toepassen van een integrale aanpak op de wijk. Gezond stedelijk leven, de overkoepelende agenda voor gemeente Utrecht, is ook in deze wijk een belangrijk onderwerp.”
Procesinnovatie is van belang om de ambities van Merwede als autovrije en duurzame wijk in te vullen, maar is niet het einddoel. Een toekomstbestendige wijk waar de gezondheid van bewoners centraal staat, is dat wel. Mirjam geeft aan dat onder meer die belangen behartigd worden door het Merwede LAB: “Bijzonder is dat we een publiek-private partij zijn. Vanuit die positie zetten we ons in voor de bewoners en een duurzame wijk.” Volgens Maaike ontstond de publiek-private samenwerking voor de stedenbouwkundige planvorming op voorzet van de gemeente en was de organisatie vrij organisch en verre van doorsnee: “Iedereen zette het grotere belang van een duurzame stadswijk voorop. Dat was onder andere belangrijk om gezamenlijk plannen te maken voor een ambitieuze stadswijk. Er werden sessies georganiseerd, wekelijks, met experts en beleidsmedewerkers van de gemeente en alle betrokken ontwikkelaars om gezamenlijk vorm te geven aan alle verschillende onderdelen van de wijk. Gezond Stedelijk Leven was als thema al een pijler in het politieke programma toen de plannen vorm kregen in 2018 en 2019. Toen lagen er al ambities voor een klimaatneutrale stad en moest Merwede laten zien dat dit haalbaar is. En circulair bouwen, dat moest de norm worden.”
Binnen de vier programmalijnen, duurzame energie, circulair bouwen, social design en gezond stedelijk leven ontwikkelt het Merwede LAB innovaties die onder andere in de planvorming terechtkomen. Een innovatie kan specifiek gericht zijn op een programmalijn, maar dat hoeft niet, volgens Mirjam: “Het is ook mogelijk dat er raakvlakken zijn met andere onderwerpen of dat het een overkoepelende noviteit betreft.” Maaike voegt toe: “Bovenal stelden we ons de vraag hoe mensen in zo’n dichtbevolkt gebied op een fijne manier met elkaar leven en hoe we een gezonde en duurzame stadswijk konden creëren.”
Bijdragen aan de gemeenschap
Mirjam licht een van de programmalijnen, social design, uit: “Hier gaat het om hoe we kunnen zorgen dat we in Merwede de ontmoeting stimuleren en bijdragen aan het gemeenschapsgevoel. Dat doen we bijvoorbeeld in samenspraak met architecten zoals ANA, De Omgevingspsycholoog, het Louis Bolk Instituut en Area of People, om er maar een aantal te noemen. Die samenwerkingen zorgen voor vernieuwende oplossingen. Bijvoorbeeld om de binnentuinen een plek van ontmoeting te maken en de fietsenstalling in de plint multifunctioneel te maken. Maar ook hoe we de deeleconomie faciliteren. Denk aan de mogelijkheden voor het uitlenen van gereedschap of het delen van eten. Dat brengen we hiermee binnen handbereik.”
Niel reageert: “De ontmoetingen in de fietsenstalling zie ik als een hele mooie innovatie. Doordat Merwede een wijk is met een laag autobezit, rekenen we erop dat de meeste mensen met de fiets forenzen. Het moet comfortabel voelen als ze, voornamelijk via de fietsenstalling, thuiskomen of vertrekken. Door te sturen op ontmoetingen in de fietsenstalling worden ze beter gebruikt en ontstaat een fijne buurt. Zo maken we impact op gezondheid. Deze innovatie wordt ook bij andere ontwikkelaars onder de aandacht gebracht, ook buiten Merwede. We willen innovaties in beeld brengen en kennisdeling faciliteren.”
Samenwerkingsbanden vormen een belangrijk speerpunt van de ontwikkeling. Onderlinge communicatie en kennisdeling zijn essentieel om de ambities van Merwede in te vullen. Mede om die reden werd in samenwerking met Area of People een online community-app voor de complete wijk gerealiseerd. Mirjam vertelt: “De ontwikkeling daarvan is vroegtijdig tot stand gekomen, ondanks dat er nog geen bewoners zijn. De reden dat we juist vroegtijdig deze afspraken gemaakt hebben, is omdat de beslissingsbevoegde eigenaren, de stakeholders, nog beperkt zijn. Dat maakt beslissingen complexer. Om te voorkomen dat niet iedereen in de wijk het recht krijgt op deze app, hebben we vroegtijdig akkoord gegeven zodat de community-app wijkbreed uitgerold wordt.
Grotere stappen
Mirjam illustreert hoe wordt ingezet op een andere programmalijn, duurzame energie. “Op dat vlak hebben we al veel kennis opgedaan en zijn we al druk in de uitvoering. Zo hebben we een warmtekoudeopslag (WKO) voor het gebied en halen we warmte uit het Merwedekanaal.” Maaike vult aan: “Voor de WKO is zelfs een aparte bv opgericht. Zo ook voor mobiliteit, een besloten vennootschap die dit beheert in de nieuwe wijk.” Mirjam zoomt verder in op de WKO: “Om dit te borgen én te garanderen werken we samen met Essent. Hoewel er altijd ruimte is voor optimalisatie, schat ik in dat we met het onderwerp energie ver zijn. De verwachting is dan ook dat we, in vergelijking met dit onderwerp, nog grotere stappen kunnen zetten als het gaat om social design en gezond stedelijk leven.”
Vanuit gemeentelijk perspectief voegt Niel toe over deze programmalijn: “De inzet op duurzame energie zorgt ervoor dat we de uitstoot van schadelijke broeikassen beperken. We willen als gemeente een zo hoog mogelijke energieopwekking vanuit toekomstbestendige bronnen. De stad heeft de ambitie om energieneutraal te zijn en we onderzochten en kijken goed naar wat maximaal haalbaar is in Merwede. We willen een wijk zonder aardgas en keken onder andere naar de toepassing van stadsverwarming. Dat bleek een optie die nog niet duurzaam genoeg is, omdat we niet genoeg industrie hebben met restwarmte van duurzame bronnen. De bodem wordt volledig benut voor de WKO. De helft van de daken zijn beschikbaar voor energievoorziening. De andere helft is geschikt voor groendaken. Dat groen levert een positieve bijdrage aan klimaatadaptatie én gezond stedelijk leven. Er zijn namelijk verbanden tussen uitkijken op groen en geluk en gezondheid.” De materialenimpact vindt Niel wellicht nog wel een belangrijker onderwerp. “Het heeft een blijvende impact en daarom zorgen we dat materiaalgebruik, gemeten in de MPG, net zo zwaar weegt als bijvoorbeeld de toepassing van zonnepanelen.”
Kennisdeling over innovaties
Essentieel is volgens Mirjam dat er voldoende flexibiliteit is om mee te bewegen met nieuwe inzichten en innovaties. “Dat was een van de aanleidingen om het Merwede LAB op te richten. Door niet alles aan de voorkant in beton te gieten, maar juist bewegingsvrijheid te creëren, zorgen we voor toekomstbestendigheid. Op deze manier kunnen we jarenlang duurzame ambities verder brengen in de planvorming van het gebied. Daarbij scheppen we de mogelijkheid om mee te bewegen met het steeds concreter worden van planvorming en bouw.” Volgens Niel is het Merwede LAB hard nodig: “We willen een plek creëren waar mensen uit verschillende organisaties met elkaar, vrijblijvend, naar oplossingen en innovaties voor Merwede zoeken en kennis met elkaar delen.” Vanuit gemeente Utrecht werd aangedrongen op de totstandkoming van het Merwede LAB en ook de ontwikkelaars vonden het interessant en belangrijk: “We weten dat een gebiedsontwikkeling van ongeveer 6.000 woningen jaren duurt. Het vergt tijd, energie en geld. We vertrouwen erop dat er innovaties ontstaan, die ons helpen om een nóg duurzamere gebiedsontwikkeling neer te zetten dan vooraf afgesproken. Tegelijkertijd willen we van elke innovatie de impact zien om zeker te zijn dat we onze tijd en budgetten goed besteden. Het moet vanzelfsprekend bijdragen aan de programmalijnen, de doelstellingen en het resultaat.”
Schaalvoordeel
Natuurlijk focust iedere ontwikkelaar zich op de opgave voor zijn/haar eigen blok , maar de processen vertonen vaak sterke gelijkenissen of zijn volledig hetzelfde. Mirjam verduidelijkt: “We zorgen ervoor dat je als ontwikkelaar niet naar adviseurs A, B en C hoeft te gaan om individuele offertes op te vragen, maar dat we uitvragen bundelen en kennis met elkaar delen.” Het is handiger om een gebundelde uitvraag te doen en schaalvoordeel te creëren. Mirjam gaat verder: “Daarnaast zet je de mensen die beschikbaar zijn om dit werk te doen, optimaal in. De kennis die je opdoet, deel je met andere partijen. Niet elk onderzoek wordt uitgevoerd op een voor iedereen relevant moment. Om te borgen dat de kennis ook op een later moment toegepast kan worden, maken we van elk onderzoek een naslagwerk, terug te vinden op de website van Merwede LAB. De kennis die we opdoen is niet alleen voor Merwede, maar ook voor alle andere projecten.”
Maatpak
Een van die procesinnovaties vinden we als we kijken naar Planalogic, dat synergie in besluitvorming nastreeft en faciliteert. “We hebben allerlei randvoorwaarden, kijkende naar het stedenbouwkundig plan”, gaat Mirjam verder. “Daarnaast hebben we veel verschillende duurzaamheidsafspraken. Het is niet meer dan logisch dat die twee knellen. Het beperkt de innovatieruimte, omdat er sprake is van een maatpak: de kaders zijn duidelijk, maar de bewegingsvrijheid is beperkt. Om die ruimte weer te vergroten kan Planalogic een bijdrage leveren. Door te onderzoeken of en waar randvoorwaarden de speelruimte voor invulling van de duurzaamheidseisen en de innovatieruimte beperken. En als dat zo is, welke speelruimte we dan hebben en hoe we tot een optimale balans komen. Daar komen gesprekken uit met het kwaliteitsteam, een onafhankelijk integraal team voor Merwede dat de welstand vervangt, over de afwegingen die je maakt. Zo ben je samen onderweg naar de beste oplossing.”
Verzuiling doorbreken
De details van die synergiekracht bespreken we met Pim van Wylick en Hugo Jager van Planalogic, een platform dat samenwerkingsvoordelen in besluitvorming uitlicht en verduidelijkt. Met de kracht van Artificial Intelligence (AI) om duizenden scenario’s vlot door te rekenen, gebaseerd op beschikbare data. Voorheen was gebouwinformatie verscholen en verzuild: databases stonden op zichzelf en hadden vooral betrekking op één onderdeel, zoals de gevel, de grondprijs, het bruto vloeroppervlak.
Een kanteling is noodzakelijk om integraliteit in duurzaamheidsambities en weloverwogen beslissingen te borgen, volgens Pim: “Onze code genereert miljoenen versies voor gebouwen, van ieder archetype. Met variaties op allerlei eigenschappen, zoals het aantal meter gevel en op wat voor kavel een ontwerp past. We passen een data-analyse toe om vergaande informatie te krijgen over mogelijke ontwerpbeslissingen, die tot een beter resultaat leiden.” Hugo voegt toe: “Het mooie is dat je zelf de regisseur bent van die uitkomst. Je ontdekt bij welke parameters gebouwen excelleren voor een zo laag mogelijke milieu-impact, energiekosten en een zo laag mogelijke uitstoot van broeikasgassen. Ook achterhaal je wat er gebeurt met de bouwkosten, als je bijvoorbeeld je ambities voor circulair bouwen aanscherpt.”
Duurzaamheid in optima forma
Die inzichten geven houvast om weloverwogen keuzes te maken. Dit maakt de uitdaging om integraal te verduurzamen, zoals bij Merwede het geval is, inzichtelijk. Daarover weet Pim: “Door scenario’s door te rekenen maak je doordachte keuzes voor duurzaamheid. Dat is van belang als je een ontwerp wilt waarin duurzaamheid op verschillende vlakken in optima forma is uitgewerkt. Door de kracht van data in te zetten weet je wat de impact is op verschillende onderwerpen, zoals energie en materialen.” Volgens Hugo zorgt dit ook voor meer inzicht in je businesscase. “Ook helpt het om tegenstellingen onder de loep te nemen. Door data bij elkaar te nemen en scenario’s door te rekenen leer je wat materialisatie doet met je energieverbruik, zodat je een weloverwogen keuze maakt.”
Een interessant inzicht, want in vrijwel ieder afwegingskader zijn er spanningen tussen ambities, de businesscase en de realisatie. “De milieu-impact minimaliseren voor een lage MilieuPrestatie Gebouwen (MPG) kan een negatief effect hebben op het energieverbruik en de energiescore”, gaat Pim verder. “Door dat spanningsveld inzichtelijk te maken, breken we het gesprek open. Dat kan nog vóórdat je de uitgangspunten voor een gebiedsontwikkeling vaststelt.” Hugo vervolgt: “Sterker nog, de grootste impact maak je door dit gesprek zo vroeg mogelijk in het traject te voeren, omdat je dan nog alle bewegingsvrijheid hebt. Die wordt gaandeweg kleiner, maar is nog altijd waardevol, zoals bij Merwede.”
Meervoudige winst
Dat is duidelijke taal en een helder advies voor andere gebiedsontwikkelingen en ontwikkelprojecten: zo snel mogelijk met elkaar aan tafel om uitgangspunten en ambities te bespreken. Toch leert de weerbarstige praktijk dat dit niet altijd mogelijk is. Maar zoals Hugo aangeeft is er ook tijdens het proces nog winst te halen op verschillende vlakken: “Voor fase 1 van Merwede waren de uitgangspunten al vastgesteld, maar ook in dat stadium wisten we inzicht te verschaffen”, gaat Pim verder. “Een voorbeeld. We onderzochten wat de impact is als we een verdieping aan een gebouw toevoegden. Of er één weghaalden. Dat klinkt als een vrij kleine wijziging, maar onderaan de streep maakt dit wel degelijk een verschil. Denk aan de milieu-impact, financiën én een efficiënter gebruik van ruimte.”
Scherpe afweging
Het hoge ambitieniveau van Merwede op het gebied van biodiversiteit, groenvoorziening, circulariteit, energiezuinigheid en mobiliteit vraagt om een scherpe afweging van integrale keuzes. Want álles invullen, dat kan niet. Niemand heeft onbeperkt tijd en geld. Des te urgenter is het om te doorgronden welke gevolgen je keuzes hebben. “Zo heeft de vormfactor van een gebouw impact op de MPG-score”, weet Hugo. “De gevel-vloer ratio van gebouwen heeft gevolgen voor je bouwkosten, evenals de type materialen. Ook verschilt de hoeveelheid uitstoot schadelijke broeikasgassen per aanpak.” Door duidelijk te maken welke varianten mogelijk zijn, komen beslissingen dichterbij, zo illustreert Pim aan de hand van analyses die hij op het scherm tovert: “Hier zie je dat er bij een niet-compact gebouw bijna geen mogelijkheid is om een ambitie aan te houden van een MPG die lager is dan 0,5. En wat de keuze voor CO2-intensieve of reducerende materialen doet, in combinatie met een compact of forser gebouw. Op die manier laten we zien welke alternatieven er zijn als je bijvoorbeeld de minimale eis van Merwede van MPG 0,7 aanhoudt. Dan heb je de keuze uit een beperkt aantal mogelijke gebouw-opties.”
Discussie (voorkomen)
Er zijn daarnaast mogelijkheden om zelf aan de knoppen te draaien en de effecten van je veranderingen onder ogen te zien. Zo kun je de stelling aannemen: ‘Rek de MPG van 0,5 op naar 0,53. Hugo: “Of je behoudt de ambitie van MPG 0,5, maar verhoogt het aantal meters bvo met 2.000, waardoor een compacter gebouw, met een lagere gevel- en vloerratio, ontstaat” Hoewel dit voor Merwede niet meer mogelijk is, vormt dit een kans voor andere gebiedsontwikkelingen. Hugo vervolgt: “Een andere overweging is om je in het bijzonder op de betaalbaarheid van woningen te richten.” Pim is er niet alleen van overtuigd dat de maatschappelijke impact hierdoor toeneemt. Hij verwacht ook dat samenwerkingen soepeler verlopen: “Je voorkomt discussie op het moment dat je al in het Definitief Ontwerp (DO) zit en spreekt alternatieven vroegtijdig door. Omdat er tijdens de realisatiefase sprake is van benchmarks, toetsen we het ontwerp ook na onze initiële analyse en kan snel bijgestuurd worden waar nodig.”
Risico’s verlagen, businesscase versterken
Dat verlangt niet alleen dat partijen vroeg met elkaar koffie drinken, maar ook dat kaarten op tafel komen. De bouw- en vastgoedsector is dit nog niet gewend. “Maar het moet wel”, geeft Hugo aan. “Volledige transparantie is nodig om een optimale afweging van ambities te laten slagen. Daarom moet dit proces lonen voor iedere ketenpartner en pleiten we voor innovatievere samenwerkingsvormen dan voor onze sector gemeengoed is. Denk aan Bouwteams en aan Publiek Private Samenwerkingen (PPS). We willen dat opdrachtgevers door middel van data-analyse scherp kijken naar hun opgave, ambities verhogen, risico’s verlagen en de businesscase sterker maken. Dat moet zich ook vertalen in de baten voor de partijen die de opdrachten aannemen.” Pim besluit: “We hebben het wel eens over wet- en regelgeving en wat ‘moet’ als het gaat om duurzaamheid. Maar met een vernieuwende aanpak gericht op data-analyse is de wortel vele malen krachtiger dan de stok. Want iedereen die meedoet, ziet dat je met risicomitigatie én het borgen van rendement tot hogere ambities komt. Dat smaakt vanzelfsprekend naar meer.”
Mirjam voegt toe: We hebben één bouwblok doorgerekend en de conclusie was dat het maatpak erg strak zit in Merwede. De opgedane inzichten en kennis nemen we vroegtijdig mee in Fase 2 en gebruiken de inzichten waar mogelijk in Fase 1. We hebben het vaak over innovaties in producten, maar de grootste meerwaarde is procesinnovatie. Hiermee krijgen we alle neuzen dezelfde kant op om innovaties door te voeren én integraliteit te borgen.”
Kunnen we de Merwede-innovaties dan ook als exportproduct zien? Niel reageert: “Het belangrijkste criterium is of het toepasbaar is in Merwede. Je hoeft het niet meteen te gebruiken in heel Nederland, maar we willen wel kennisdelen over de impact van de innovaties. En de successen met de rest van Nederland delen. We zien wel dat bijvoorbeeld collega’s van ontwikkelaars en gemeentes komen leren over innovaties die hier worden toegepast.” Dat vergroot de impact van de innovaties die vrijblijvend zijn. Ontwikkelaars worden gestimuleerd om te innoveren en dus niet afgerekend op het resultaat. Wel is er een samenwerking om steeds te verbeteren. Niel verduidelijkt: “Het is verleidelijk voor de gemeente en voor het Kwaliteitsteam Merwede om op toepassing van de innovaties te controleren. Stimuleren van het gebruik van onderzochte de innovaties is goed, maar als één partij een innovatie toepast dan verplicht dit de anderen niet. Dit doen we bewust om te voorkomen dat dit een drempel wordt voor de partijen die de innovaties onderzoeken. We kiezen er dus voor om de impact te vergroten door de kennis te delen in plaats van te verplichten.”
Initiatief nemen
Maaike: “Dankzij het LAB is een vrijere vorm van samenwerking mogelijk. Bij een grote ontwikkeling gaat het vaak om veel belangen en grote geldbedragen. Afspraken zijn dan snel formeel. Des te meer bijzonder is het dat we tóch de ruimte met elkaar creëren om in vertrouwen samen te werken. Om te experimenteren en innovaties te testen, waarbij dus ook ruimte is om te falen.” Het Merwede LAB heeft de afgelopen jaren veel onderzoek gedaan om het kennisniveau op peil te houden en steeds de beste expertise te betrekken. Maaike vervolgt over het Merwede LAB: “Ook zijn er innovatiebudgetten op de programmalijnen gezet, zodat ontwikkelaars zelf initiatieven kunnen nemen. Daardoor kwamen een heleboel mooie ideeën vrij. Het is verrassend om te ervaren dat dit kan op zo’n schaalgrootte en dat innovaties ook weer op andere plekken toepassing kunnen krijgen.”
Tekst: Marvin van Kempen, Alle beelden: LOLA Landscape Architects, Birdseye: LOLA Landscape Architects, BURA