‘Houtbouw verhoogt bouwsnelheid en levert geld op’
Welke belemmeringen voelen gemeenten om aan de slag te gaan met houtbouw en – belangrijker nog – hoe kunnen we die wegnemen? Uit praktijkervaringen blijkt dat hout de bouwsnelheid kan verhogen en het tijd en geldwinst kan opbrengen, mits de overheid in samenwerking met vastgoedpartijen in een vroeg stadium voor een integrale benadering gaat. Die inzichten kwamen naar voren bij de Expeditie Houtbouw, waarin onder andere de Metropoolregio Amsterdam (MRA) en gemeente Purmerend aan het woord kwamen.
Tekst: Marvin van Kempen, Beeld: FAAM architects
Bosrijk in Eindhoven is een modulair project. De gemeente vroeg innovatief uit op onder andere circulariteit, mobiliteit en materiaal.
Bob van der Zande, Programmaleider Houtbouw Ambitie bij de Metropoolregio Amsterdam, beet het spits af en vertelde eerst over het belang van de Green Deal Houtbouw. Wat houdt die Green Deal in? “De intentieverklaring werd in december 2020 door tien grote bouwgemeenten ondertekend, met als doel om in een vroeg stadium de samenwerking tussen publiek-private partijen en kennisinstellingen op te zoeken.” Een innovatieve route, want normaal gesproken sluiten marktpartijen pas op een later moment in een samenwerking aan. “De integrale aanpak heeft voordelen, want je verliest minder tijd.”
In de Green Deal is afgesproken dat 20% van de MRA-woningproductie in 2025 uit houtbouw bestaat. Een uitdagende doelstelling, maar onder de 32 gemeenten en twee provincies in de MRA wordt enthousiast gereageerd op het doel, aldus Van der Zande. “Enerzijds heeft geen enkele gemeenten helemaal door wat het betekent om 20% van de woningen uit hout op te trekken. Maar bijvoorbeeld de gemeente Purmerend heeft dat uitgewerkt en ook de gemeente Lelystad heeft locaties waar men aan de slag wil met houtbouw.” Een tweede afspraak binnen de Green Deal Houtbouw is het realiseren van een forse reductie van de CO2- en stikstofuitstoot en de derde en laatste pijler is het versnellen van het bouwproces door industrialisatie. Laatstgenoemde is onder andere urgent, omdat er nog te weinig handen zijn in de bouw- en vastgoedsector die het werk (goed) kunnen uitvoeren. Immers, we kennen in Nederland nog geen echte infrastructuur voor houtbouw.
Bij de Kleine Aarde in Boxtel vertolkte de gemeente een rol als teamlid in een integrale aanpak voor landschap en gebouw.
Triple Helix
Om de drie doelen te behalen wordt een ‘Triple Helix’-aanpak aangehouden. “We moeten de ontwikkel- en bouwketen opnieuw uitvinden, waarbij rollen veranderen. Door elkaar vroeg in het proces op te zoeken, kom je tot nieuwe inzichten.
Industrialisatie en logistieke efficiëntie zijn vervolgens cruciaal voor lagere kosten en het bouwtempo dat we nodig hebben om de enorme opgave in te vullen.” Houtbouw speelt een belangrijke rol in dit geheel, onder andere door de precisie van voorbereiding, waardoor minder faalkosten en bouwafval ontstaan. Van der Zande brengt daarbij een vooroordeel onder de aandacht: “Houtbouw zou duurder zijn en het zou je ook meer tijd kosten voordat je het proces onder de knie hebt. Dat lijkt niet helemaal waar, want ik hoor in de praktijk andere verhalen. Wij zijn in gesprek met partijen die juist aangeven dat je met hout sneller en lichter kunt bouwen en dat het je dus tijd- en geldwinst oplevert.”
Houtbouw als motor
Om de eerdergenoemde uitdagingen in te vullen is de MRA aan de slag gegaan met een programma waarin drie belangrijke onderwerpen zijn benoemd: voldoende locaties voor houtbouw, waarbij zowel gemeenten als private partijen als eigenaar gelden. “Het uitgangspunt daarbij is om een gezamenlijke zoektocht te starten naar goede en verschillende locaties, om houtbouw in de praktijk te laten zien.” De tweede pijler is kennisdeling. “We bouwden vroeger veel in hout, maar die kennis zijn we voor een deel weer kwijt. Dat moet veranderen. Daarom zetten we in op kennisdelen. Experts delen hun ervaringen onder alle betrokkenen bij de verduurzaming.” Tot slot wil de MRA beleidsdrempels wegnemen bij overheden en vastgoedontwikkelaars. “We weten dat houtbouw nog niet op de juiste wijze beoordeeld wordt in de MPG [MilieuPrestatie Gebouwen, red.] en BENG [Bijna EnergieNeutrale Gebouwen, red.]. Daar komt wel verandering in, onder andere door het manifest ‘Een eerlijker speelveld voor een duurzamer Nederland’. Houtbouw kan een motor zijn om partijen mee te krijgen in verduurzaming, maar dan moet het wel op de juiste manier beoordeeld worden en moeten we voldoende tijd en aandacht besteden aan de communicatie en promotie onder het publiek.” Van der Zande vat de belangrijkste kansen van houtbouw samen: “Allereerst het verbeteren van de leefbaarheid van de gebouwde omgeving en de bijdrage aan de klimaatdoelen, maar ook het stimuleren van de innovatie van de bouw- en ontwikkelbranche. Ook overheden worden geprikkeld om meer te innoveren.“
Kunnen we vooral gebruikmaken van lokaal gecertificeerd hout en tegen welke grenzen lopen we aan Mark Kemna van FSC Nederland (organisator van het event) vertelt over het groeipotentieel en de uitdagingen rondom CO2-uitstoot bij transport van grondstoffen: “Zelfs met een redelijke transportafstand is hout nog steeds een gunstig en milieuvriendelijk bouwmateriaal.”
Bron van betekenis
Een van de gemeenten uit de MRA die al volop aan de slag is met houtbouw, is Purmerend. Robert Leever, strategisch adviseur van de gemeente Purmerend: “We zijn begin 2020 gestart met voorbereidingen voor gebiedsontwikkeling in de periferie van de omgeving om de snelle groei aan inwoners het hoofd te bieden. Daarbij willen we niet alleen woonproducten opleveren, maar ook zorgen voor een bron van betekenis. De bouw moet waarde leveren voor de economische ontwikkeling en innovatie in het gebied. We merken op dit moment dat hout nog een niche is, maar als we de omslag naar verduurzaming willen maken, dan moeten we als overheid het voortouw nemen.”
Opnieuw uitvinden
De gebiedsontwikkeling vormde dan ook een drijvende kracht voor opnieuw uitvinden van de bouwketen waar Bob van der Zande eerder aan refereerde. Toen de Green Deal Houtbouw bekend werd gemaakt, startte Purmerend met de Alliantie Houtbouw. “Samen met ontwikkelaars, bouwers, onderwijsinstellingen en andere betrokkenen gestart om binnen onze gemeente het startschot te geven. Daardoor kwamen wij in een andere rol, want normaal gesproken zou je een uitvraag produceren waarop partijen intekenen, maar nu kozen we voor een ketenbenadering als regisseur of aanjager.” Hij geeft een advies om de beoogde versnelling tot wasdom te brengen. “Zorg ervoor dat voor iedere betrokkene duidelijk is wat die partij uit de samenwerking kan halen en breng de doelen bij elkaar. Vertel vooraf ook duidelijk dat je iets wilt met houtbouw en circulariteit.” Van der Zande vult aan: “Ga ook aan de slag met partijen die al hebben bewezen dat ze met houtbouw aantoonbare ervaring hebben. Leer vervolgens van de inzichten die je samen met deze partijen opdoet.” Hoe vertaalt zich dat naar de doelstelling om 20% houtbouw in 2025 te realiseren in de MRA-woningproductie? “Onze indruk is dat we die doelstelling makkelijk gaan halen.” Hij illustreert hoe: “We hebben een opgave van ongeveer 15 tot 20.000 woningen. Daarvan willen we 6.000 woningen in houtbouw realiseren.” Opmerkelijk is dat een groot deel van die woningen in de uitleggebieden zijn terug te vinden. “Daar kunnen we pionieren. Tegelijkertijd willen we nadenken over binnenstedelijke opgaves.”
Regeneratief ontwerpen
De expeditieleden maakten vervolgens een sprongetje naar FAAM architects uit Eindhoven, waarbij Emile van Vugt en Marlies Zuidam kennis deelden over ‘regeneratief ontwerpen’. Van Vugt trapt af: “We zijn al een jaar of zes bezig met het realiseren van houtbouw en we zien anno 2021 meer maatschappelijke steun en relevantie voor het onderwerp. Een model dat wij hebben bedacht moet ervoor zorgen dat de omgeving versterkt wordt door natuur, omgeving en sociale aspecten mee te nemen in bouwplannen.” Ter illustratie toonde Van Vugt model waarin zes pijlers centraal staan: energie, ecologie, water, gezondheid, bewust en materiaal. “De afgelopen tien jaar was het tijdperk van energie en de komende tien jaar worden materialen en gezondheid belangrijker.”
In navolging van het verhaal van Bob van der Zande over het element industrialisatie in de Green Deal Houtbouw, vertelt Van Vugt over de mogelijkheden van prefab. “We realiseren in korte tijd 700 flexwoningen in Eindhoven en 300 in Den Bosch met een geprefabriceerde houtskeletbouw. We zetten sterk in op stedenbouw en maken daarbij gebruik van de innovaties van leveranciers. Daarnaast bouwen we al een tijdje met Cross Laminated Timber (CLT) en wonnen we een tender voor het project OAK in Bosrijk, waarbij duurzaamheid op verschillende vlakken een belangrijke rol speelt.”
Aandachtspunten voor gemeenten
De voordelen van houtbouw zijn volgens Van Vugt duidelijk: gezondheid, vervangbaarheid, en CO2-opslag zijn slechts enkele elementen. Hij benoemt daarbij enkele aandachtspunten voor gemeenten: “Je gaat op een andere manier je keten samenstellen en de uitvraag anders formuleren. Er is nog vrij weinig kennis in de uitvoering, dus je moet partijen vroeg aan je binden. We merken dat gemeenten ambities benoemen die door marktpartijen worden geconcretiseerd. Marktpartijen kunnen de keten vervolgens goed op elkaar afstemmen.”
Laat zien wat je kunt
Terug naar de praktijk, waar het project De Kleine Aarde in Boxtel als eerste centraal staat en waarover Marlies Zuidam vertelt: “Hier vertolkte de gemeente een rol als teamlid in een integrale aanpak 'landschap en gebouw'. In een volgend voorbeeldproject, het Theresiapark in Vught, is de gemeente ondersteunend en meedenkend. Het ambitieniveau komt in de basis vanuit de opdrachtgever, BPD en wij mogen dat stimuleren.” De gemeente was wél aan zet in het project Bosrijk in Eindhoven, een modulair project. “Ze stelde een uitdagende uitvraag voor onderscheidende woningtypes, modulair gerealiseerd. En selecteerde vier marktpartijen, waarbij men bij een aantal onderwerpen kon scoren op duurzaamheid. Denk daarbij aan circulariteit, mobiliteit en materiaal. Wil je winnen, dan moet je op al die vlakken top scoren.” Opvallend is dan ook dat de gemeente uitvraagt op duurzaamheid, woningtypologie en natuurinclusiviteit. “Daardoor weet je als team dat je jezelf en ook de initiatieven in de markt moet overstijgen. Dat werkt heel aanstekelijk, doordat de gemeente je prikkelt om ‘het beste van het beste’ te laten zien.”
Veel rollen, veel kansen
Aanjager, teamlid, gespreksleider, opdrachtgever, grondbezitter of kennisdeler: uit de tweede Expeditie Houtbouw blijkt dat gemeenten en de overheid in het algemeen verschillende rollen aannemen om samen met andere partijen flinke stappen te zetten in houtbouw. Ze hebben alle reden om dat te doen: er staan ambitieuze doelstellingen op de rol op het gebied van woningbouw, klimaat en circulaire economie.
Beeld onder: Landgoed Pannenhoef Eikenburg: Het appartementengebouw is het eerste in Eindhoven met een structuur van CLT. Het bouwmateriaal is massief hout, waarin duurzaam gegroeid hout wordt gelamineerd tot wand- en vloerelementen.
''Zelfs met een redelijke transportafstand is hout nog steeds een gunstig en milieuvriendelijk bouwmateriaal.''