CIRCULARITEIT
Er valt heel veel te ontdekken in het fiscale bos
In het woud van Nederlandse wetten en regels bieden fiscale regelingen een positieve bijdrage aan de verduurzaming en energietransitie. Zijn er ook nog gemiste kansen die voor het oprapen liggen? Op velerlei terreinen is het antwoord volmondig ja!
Auteur: Ysbrand Visser
Foto: Shutterstock
Bij Antea Group is senior adviseur Geek Slats gespecialiseerd in de vertaalslag van duurzame plannen en concepten naar de realisatie van projecten. Als het dan aankomt op de haalbaarheid en financierbaarheid, kunnen voor die projecten uiteenlopende subsidie- en fiscale regelingen worden ingezet. Slats omschrijft ze als ‘hele bijbels’, waarbij het de kunst is om de maatregelen met energie- en milieuvoordeel te matchen met de gestelde voorwaarden in de regelingen. In een vereenvoudigde schematische vorm ziet het steunpakket vanuit het Rijk voor de realisatie van de klimaatdoelstellingen er volgens Slats uit als in deze afbeelding:
Overzicht subsidie- en fiscale regelingen (Slats, Antea Group).
'Meldingen worden steekproefsgewijs op de technische finesses beoordeeld'
Per regeling zijn er verschillende toepassingsmogelijkheden, budgetten en aandachtspunten, die beheerd worden door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Zo leiden de spelregels voor de MIA/Vamil je naar codes die zijn ondergebracht in deze 153 pagina’s. Deze uitgave bied je een uitgebreide handleiding voor het aanvragen van de MIA/Vamil. Daarbij ook de holy grail, de Milieulijst 2020 met de bedrijfsmiddelen die in aanmerking komen voor een aftrekpost
Kansen
Op onderstaande terreinen bieden de investeringsregelingen je veel kansen voor een tegemoetkoming.
• circulair bouwen • meer hergebruik • meer energiebesparing • verbetering energielabel • groendaken
De moeite waard
Met een investeringsaftrek die per project in de bouwsector kan oplopen tot 36% (MIA, voor duurzame gebouwen) of zelfs 45% (EIA) is dit alles beslist de moeite waard. Slats: “Door het benutten van deze voordelen lukt het vaak om een deel van de meerkosten van extra voorzieningen voor energiebesparing en circulair bouwen te dekken of wellicht zelfs om een project financieel haalbaar te maken. Met de juiste generieke codes kan soms zelfs een heel project subsidiabel worden. Zo mogen naast de aanschafkosten ook de voortbrengingskosten, voor bijvoorbeeld het ontwerpen en doorrekenen, worden meegerekend.”
Neem bijvoorbeeld de nieuwe code G 6102 in de Milieulijst 2020, bedoeld voor investeringen in een ‘circulaire woning’ (MIA). Als je aan alle voorwaarden voldoet, kun je 36% van de toegekende investeringskosten aftrekken van de winstbelasting. Het is een imposante reeks van voorwaarden waaraan je moet voldoen, zoals:
• De milieuprestatie (MPG) is maximaal 0,6 per jaar. • De verhouding module D/module A is kleiner dan -0,75, of de verhouding van module D/MPG-score is groter dan 0,75 bij een positieve waarde van module D. • Een beveiligd webbased materialenpaspoort, met inzicht in toxiciteit van materialen en demontabiliteit (losmaakbaarheid). • De melder gaat ermee akkoord dat de ontwerp- en opleverassessments voor kennisdeling en analysedoeleinden openbaar worden gemaakt.
Slats hamert op het belang van de verschillende regelingen om zo de verduurzaming en energietransitie met private investeringen aan te jagen. “RVO kent een scala aan regelingen met de nodige miljarden erachter.
Daar zit volgens mij de belangrijkste hefboom om de ambities uit het Klimaatakkoord te kunnen realiseren. Zonder die steun vallen veel plannen stil.”
Gemelde investeringsbedragen in het kader van de MIA/Vamil.
De hoge bijdragen in bijgaande grafiek (RVO) zijn te danken aan een pot die dit jaar 149 miljoen euro bevat, aldus Rik van Kraaij, expert op dit gebied bij RVO. “Mede daardoor werd in 2018 uiteindelijk een investering van 4,4 miljard euro mogelijk”, aldus Van Kraaij. “Per jaar ontvangen we tien- tot twintigduizend meldingen en die worden door ons steekproefsgewijs op de technische finesses beoordeeld. In zo’n twintig procent van de gevallen schort er wel iets aan. Soms zijn er jaren dat er budget overblijft. Ook ‘corona’ kan dit jaar voor een geringer aantal aanvragen zorgen. Het overgebleven geld wordt dan naar het volgende jaar doorgesluisd.”
Circulaire gebouwen
“De MIA/Vamil-regelingen richten zich dus wat betreft de gebouwde omgeving volledig op milieuaspecten, zonder het thema energie”, vervolgt Van Kraaij. “Belangrijke codes betreffen hergebruik, met name van grondstoffen, en sinds kort ook circulaire gebouwen. Daarbij kijken we sec naar de MPG (zie pagina 9, red.). Bekende maatlatten voor duurzame gebouwen, zoals BREEAM, GPR en LEAD, fungeren overigens al jaren rechtstreeks als code en worden veelvuldig gebruikt. Verder zijn er veel mooie voorbeelden van duurzaam bouwen terug te vinden op het Podium Duurzame Gebouwen.”
'Met een professioneel opgesteld ecologisch rapport vraag je die code gemakkelijk aan'
Als we vragen naar codes en budgetten die voor het oprapen liggen, is er een wel ‘heel simpele’, aldus Slats. De wettelijke verplichting dat kantoorgebouwen in 2023 tenminste energielabel C moeten hebben, is voor velen niet nieuw. Dat de EIA-regeling hierbij een aantrekkelijk financieel voordeel biedt, is volgens hem vrij onbekend.
Slats: “Zo maken we met ons eigen kantoor in Heerenveen in één klap drie sprongen van label D naar A. En dat door een combinatie van maatregelen, zoals isolatie, HR-beglazing, een warmtepomp en ledverlichting. Die drie energiesprongen leveren per vierkante meter een verdriedubbeling van de investeringsaftrek op. Dat is bizar veel. Dat scheelt je zo 10% van de verbouwkosten.”
Biodiversiteit
Ook klimaatadaptatie is een hoek waar financiële klappen vallen te maken. Van Kraaij: “Een investering die we nog te weinig in de aanvragen tegenkomen zijn groendaken. Kijk je als opdrachtgever alleen naar het gebouw en de bijbehorende functies, of wil je ook iets doen voor je omgeving? Zeker bij hittestress zijn groendaken interessant. Het zijn echter codes, ook op het gebied van versterking van de biodiversiteit, die minder te maken hebben met de core business van een bedrijf en meer met maatschappelijk verantwoord ondernemen.”
“De biodiversiteit staat echter onder druk en dat heeft ook te maken met de eigen omgeving. Als we die verder achteruit laten gaan, krijgen we er zelf alleen maar meer last van. En moeten er meer kosten worden gemaakt om de economie draaiende te houden. De natuur is juist onderdeel van de basis voor onze economie. Met een professioneel opgesteld ecologisch rapport vraag je die code gemakkelijk aan.”