Gerrymandering: de ideale buurtgrens in de warmtetransitie
Met de voorgenomen wijkaanpak zijn we veroordeeld tot grenzen van buurten die al eeuwen geleden kunnen zijn getrokken. Bereiken we daarmee de ideale indeling om wijken van het gas af te halen? Martijn Koop (DWA) pleit voor Amerikaanse toestanden.
Gerrymandering is een samentrekking van de naam van de Amerikaanse staatsman Elbridge Thomas Gerry (1744-1814) en van het woord salamander. Gerry was een van de ondertekenaars van de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring, maar wat hebben die twee nu met elkaar te maken? En hoe maken we van dit Amerikaanse fenomeen de stap naar de warmtetransitie?
Kiezerskenmerken van buurten
We gaan terug naar 1812, een tijd waarin onder het bewind van Napoleon bij ons van alles in burgerlijke wetten en regels werd vastgelegd. In hetzelfde jaar ondertekende Elbridge Gerry, gouverneur van Massachusetts, een wet voor de wijziging van de kiesdistrictsgrenzen in zijn staat.
Draakvormig resultaat van het gerrymanderen in de Boston Gazette (Elkanah Tisdale; bron Wikipedia).
In de Verenigde Staten worden die grenzen iedere tien jaar opnieuw getekend om rekening te kunnen houden met demografische ontwikkelingen. Er is soms echter ook sprake van manipulatie om er bij volgende verkiezingen politieke munt uit te kunnen slaan.
De ene straat wordt erbij gepakt en een andere valt af. Of grenzen lopen zelfs dwars door een straat. Zo kan de regerende partij een zo gunstig mogelijke verdeling krijgen van potentiële stemmers ten opzichte van het aantal te winnen zetels in een district.
Eén district in Massachusetts werd in 1812 zó kunstig heringedeeld, dat het de vorm kreeg van een draakachtige salamander. Het begrip Gerrymandering was geboren. Zie voor spraakmakende voorbeelden van deze ‘kiesrechtgeografie’ Wikipedia en vooral ook deze aflevering van het satirische HBO-nieuwsprogramma Last Week Tonight.
Gebouweigenschappen in buurten
In plaats van deze kiesdistrictmanipulatie kunnen we het gepas en gemeet met straten en woningen een positievere lading geven. Deze creatieve praktijk kunnen we ook koppelen aan de gemeentelijke warmtetransitievisies, die de afgelopen drie jaar werden opgesteld. Daarbij bleek de CBS-wijkindeling waar we doorgaans mee werken, niet altijd de ideale geografische eenheid te zijn voor een passend en schaalbaar warmteconcept in een wijk of buurt.
Vogelwijk Den Haag: CBS-wijk aangevuld met het langwerpige, lichtblauwe gedeelte langs Sportlaan.
Op basis van organische of stedenbouwkundige ontwikkelingen van soms meer dan een eeuw geleden, staan ons nu ingewikkelde gesprekken te wachten.
Groepen woningen gaan bijvoorbeeld net buiten een beoogd ‘warmtekavel’ vallen. Of we kijken reikhalzend over de grenzen van de buurt - soms letterlijk de overkant van de straat - omdat het meenemen van een extra blok van woningen de uitrol van een warmtenet wél haalbaar en betaalbaar maakt.
Dit zagen we bijvoorbeeld in de Vogelwijk in Den Haag. Het betrekken van een extra straat met twintig flatgebouwen lijkt de fasering van een warmtenet concreet mogelijk te maken. De lokale energiecoöperatie ging hier pragmatisch om met de grenzen van de wijk en houdt zo de transitie op stoom.
Samen naar de tekentafel
Hoe dan nu verder? Het gerrymanderen gebeurt eens in de tien jaar en is in de meeste Amerikaanse staten voorbehouden aan een kleine groep politici. In de Nederlandse warmtetransitie is het slim om de tijd te nemen voor het bepalen van de optimale gebiedsgrens en dat samen met de bewoners van het gehele plangebied.
Het energiesysteem van de toekomst wordt in toenemende mate decentraal georganiseerd. We krijgen te maken met collega-energiesysteemgebruikers in de buurt. Het is beter dat we ons daar in een vroegtijdig stadium van bewust zijn en samen de grenzen bepalen van dat lokale systeem. Of een blok daar nu buiten lijkt te vallen of dat we dit er juist bij willen betrekken.
Een alternatief voor een collectief warmteconcept is altijd nog de individuele oplossing, dus bewoners van een blok dat buiten een ‘collectief’ zoekgebied valt, zitten niet zomaar in de kou. Het is echter vooral belangrijk dat het eindbeeld geen verrassing is en breed wordt gedragen.
Tekst: drs. Martijn Koop, adviseur bij ingenieurs- en adviesbureau DWA, dat al 35 jaar werk maakt van de energietransitie in de gebouwde omgeving. Hij is ambassadeur Energietransitie bij Koninklijke NLingenieurs.