“Woningen zo dicht mogelijk naar het water toegebracht”
De Juffer als waardevolle aanvulling in een bestaand ecosysteem
Bij natuurinclusief bouwen denk je waarschijnlijk meteen aan groene daken en gevels en ingebouwde nestkastjes. Bij het appartementencomplex De Juffer in Pijnacker pakten ze dat anders aan. Ze gingen uit van het landschap dat er al was en voegden daar de mens aan toe.
Tekst: Annet van der Graaf, Beeld: Eigendom van VORM Ontwikkeling B.V. – AI’s gemaakt door Vivid (Work | Vivid-Vision | Storytelling Architectural Visualization)

De locatie van het appartementencomplex met 23 koopappartementen is beslist uniek. Mede door de ligging aan de plas van Van Buijsen, een oude veenplas die is ontstaan door veenwinning in de 19e eeuw en gelegen in een prachtig natuurgebied. Niet vreemd dus dat de gemeente Pijnacker-Nootdorp, waar Pijnacker onder valt, natuurinclusiviteit als belangrijke voorwaarde stelde voor het ontwerp. WE architecten uit Amsterdam en ZUS (Zones Urbaines Sensibles) uit Rotterdam ontwierpen samen met projectontwikkelaar VORM een natuurinclusief gebouw en het daaromheen liggende parklandschap.
Parkachtig landschap
Traditioneel bij een natuurinclusief gebouw zijn de groene gevels. Maar ZUS en WE architecten pakten het anders aan. Zij gingen bij het ontwerp uit van het landschap dat er al was, met als doel om dat zo sterk mogelijk te benadrukken. Daarbij werkten ze van buiten naar binnen. Door eerst twintig bomen aan te planten op zowel de aangrenzende als gemeentelijke grond ontstond een parkachtig landschap. “Bomen in de volle grond leveren bovendien meer op voor het ecosysteem dan een gevel met klimplanten”, zegt Kristian Koreman van ZUS.
En zo ontstond als vanzelf de karakteristieke vorm van het gebouw, een soort pagodevorm met buitenruimtes die zo uitgesneden zijn dat de bomen ruimte krijgen om dicht tegen het gebouw geplaatst te worden. Vanaf de balkons krijg je het idee dat je tussen de bomen staat en ze voor je gevoel kunt aanraken. Kristian: “Het ontwerpen was continu een gesprek tussen binnen en buiten.” Met dit ontwerp overtuigden ze VORM van hun robuuste strategie om een bijzonder gebouw te maken.
Kolommenstructuur
Voor het gebouw zelf, het casco, is een kolommenstructuur bedacht die het hele gebouw draagt. “Een kolommenstructuur is naar onze mening een duurzaam casco”, zegt Erik de Vries van WE architecten. Bij de productie van beton komt veel CO2 vrij. Bij een kolommenstructuur is veel minder beton nodig. Daarnaast is het een flexibele structuur, waarbij op de korte termijn de woningindelingen makkelijk te wijzigen zijn en op lange termijn de gehele functie van het gebouw kan veranderen.”

Dat ze van die flexibiliteit zelf ook voordeel hadden, konden ze van tevoren niet bedenken. In het voortraject bleken de twee zeer grote woningen helemaal bovenin lastig te verkopen. Door de kolommenstructuur konden ze daar in een laat stadium toch in één keer drie woningen van maken, zonder dat dit consequenties had voor de onderliggende woningen. Die woningen werden wél snel verkocht!
Flexibiliteit voor toekomstbestendigheid
“De flexibiliteit die je met de kolommenstructuur biedt, is onderdeel van toekomstbestendigheid, zowel van het gebouw zelf als voor de bewoners”, zegt Gerben van den Oever, verantwoordelijk projectontwikkelaar bij VORM. Die flexibiliteit en het hoge comfort passen goed bij de doelgroep: mensen die al een of meerdere koopwoningen hebben gehad en weten wat ze willen. Door toevoegingen als vloerverwarming, koeling en trippelglas is het gebouw bijna energieneutraal, wat weer bijdraagt aan dat comfort.

Ook de vrijheid om de indeling van je appartement aan te kunnen passen, sluit goed aan bij deze doelgroep. “Dat was naast natuurinclusiviteit een belangrijk verkoopaspect van deze woningen. Door geïnteresseerden twee verschillende indelingen te laten zien, namen we hen al vanaf het begin mee in het idee dat ze vrijheid moesten zien in de plattegrond.“ Gerben vond het geweldig om te zien hoe mensen hun appartement personaliseerden met bijvoorbeeld een sauna, een inloopkast of een gigantische slaapkamer. “En met diezelfde flexibiliteit zou je over vijftig of zeventig jaar een heel andere gebouwfunctie kunnen realiseren, bijvoorbeeld een kantoorpand.”

Braziliaans metselwerk
Het bestaande ecosysteem wordt versterkt door de materiaalkeuze van de gebouwschillen. De eerste is de gevel die bestaat uit bakstenen waarin afvalmateriaal is verwerkt. Die stenen zijn verwerkt in alle gesloten wanden in een zogenaamd Vlaams verband, waarbij de helft van de stenen naar binnen is gedrukt. Daardoor ontstaan holtes, bij uitstek de plekken waar allerlei dieren en planten zich gaan nestelen.

De tweede schil is de afwerking van de buitenruimtes. Sommige daarvan zijn wel meer dan honderd vierkante meter groot! De erfafscheidingen tussen de balkons worden gevormd door vaste plantenbakken die zijn gemaakt van gerecycled kunststof. De waterberging in het gebouw zorgt ervoor dat er geregeld water in alle bakken loopt. Kristian: “We hebben voor beplanting gekozen die de grootste bijdrage aan het ecosysteem levert. Daarbij keken we niet alleen naar zon en wind, maar ook of de planten aantrekkelijk zijn voor bepaalde diersoorten. Die beplanting wordt ook meegenomen in de toekomstige VVE.” Lachend: “Het zou jammer zijn als de bewoners straks allemaal hun begonia's erin gaan zetten, want die leveren geen bijdrage aan de natuur.”
Houten buitenschil
De bovenkant van de balkons zijn gerealiseerd van bamboe; de onder- en voorzijde van de balkonranden van ayous, een snelgroeiende loofhoutsoort. Erik: “Oorspronkelijk hadden we kolommetjes bedacht onder de balkons op de terrassen, omdat we nog niet zeker wisten of die enorme overstekken constructief allemaal in orde waren.” Uiteindelijk bleek de constructie zó stevig dat, met uitzondering van twee kolommen, de balkons en terrassen kolomloos zijn. Ook voor de rest van het gebouw is zoveel mogelijk hout gebruikt. De houten kozijnen zijn dus een bewuste keuze. Door ze te voorzien van een transparante lak behouden ze hun natuurlijke uitstraling.
Gerben: “Het was ons doel om het natuurinclusieve gevoel van buiten naar binnen te brengen en bewoners zo dichtbij mogelijk de natuur te laten ervaren. Het appartementencomplex is zo dicht mogelijk naar het water toegebracht en de bomen groeien bijna naar binnen toe. Dat gevoel moet doorklinken op detailniveau: van duurzame materialen en een lange levensduur tot een zichtbare fietsenruimte naast de entree.“ Dit project laat daarmee een andere interpretatie zien van natuurinclusief: eerst de natuur en daaraan de mens toegevoegd.
