Hellendoorn: 15 biobased flexwoningen die meer zijn dan tijdelijk

Bouwnovum kiest radicaal voor biobased, flexibel en toekomstbestendig bouwen

In Nijverdal, gemeente Hellendoorn, staat sinds kort een appartementencomplex van vijftien biobased flexwoningen. Bestemd voor starters, statushouders en spoedzoekers, gerealiseerd onder de Crisis- en herstelwet. De behoefte was groot: op de vijftien woningen kwamen maar liefst vijfhonderd aanmeldingen. Voor Bouwnovum was dit project hét moment om te laten zien dat snelheid, kwaliteit en circulariteit wél samen kunnen gaan.

“Voor ons is biobased al lang geen vraag meer – het is de norm,” zegt Marcel van den Noort van Bouwnovum. “We willen de aarde zo min mogelijk belasten met wat we bouwen. Geen concessies, ook niet bij flexwoningen.”

Biobased als vanzelfsprekend uitgangspunt

Bouwnovum bouwt sinds 2017 uitsluitend biobased woningen. Het bedrijf, onderdeel van het familiebedrijf Aannemingsmaatschappij Hegeman uit Nijverdal, ontwikkelde toen al grondgebonden biobased sociale huurwoningen. De motivatie is helder: traditionele materialen zoals beton en cement zijn eindig en CO₂-intensief. Biobased materialen slaan juist CO₂ op en bieden een realistisch alternatief zolang volledig circulaire stromen nog beperkt voorradig zijn.

Het complex in Hellendoorn voldoet aan het permanente Bouwbesluit en is ontworpen om minstens 75 jaar mee te gaan. Dat maakt de aanduiding ‘flexwoning’ enigszins misleidend. Flexibel is het concept zeker: na tien jaar kunnen drie appartementen boven elkaar eenvoudig worden omgebouwd tot eengezinswoning. De galerij is demontabel, vloerdelen kunnen worden verwijderd en een trap toegevoegd. Zo ontstaat organische doorontwikkeling, afgestemd op toekomstige woonbehoefte.

Innovatie: schroeffunderingen en composietvloeren

Hoewel Bouwnovum biobased bouwen al jaren in de vingers heeft, bracht Hellendoorn nieuwe innovaties. Zo koos het bedrijf voor schroeffunderingen: stalen palen die als oversized schroeven de grond in worden gedraaid. “Moeten de woningen ooit weg, dan draai je ze er net zo makkelijk weer uit. Je laat geen littekens achter in de bodem.” Om de constructeur te overtuigen, werden trek- en drukproeven uitgevoerd – een primeur onder permanente woningen.

Een tweede innovatie was de toepassing van een biobased composietvloer van Duplicor, gemaakt van reststromen, waaronder riet, en deels gevuld met isolatie uit gerecyclede PET-flessen. “Een vloer die biobased én circulair is. Voor ons was dit de eerste keer, maar we passen hem nu vaker toe.”

Daarnaast keek Bouwnovum kritisch naar wat op de locatie aanwezig was. Bestaande buitenmuren van een oud installatiebedrijf zijn behouden en doen nu dienst als tuinmuur. Klinkerverharding werd hergebruikt als terras en paden. Ook staal kreeg een tweede leven in onder meer een fietsenberging. “Nieuw kopen is vaak goedkoper dan hergebruiken – dat is precies het systeem dat we willen kantelen.”

Vroeg samenwerken, faalkosten voorkomen

Een terugkerend thema bij Marcel is procesinnovatie. Hij werkte jarenlang in de utiliteitsbouw en zag daar hoe inefficiënt het traditionele aanbestedingsmodel was. “Een aannemer werd gevraagd voor de laagste prijs, terwijl architectentekeningen, constructietekeningen en installatietekeningen vaak niet op elkaar waren afgestemd. Je verloor daardoor maanden met repareren. Ondernemers en leveranciers werden in concurrentie tegenover elkaar gezet, terwijl samenwerking juist nodig is. Dat klimaat past ons niet.”

Volgens hem leidt die versnipperde aanpak niet alleen tot kwaliteitsverlies, maar ook tot enorme verborgen faalkosten die zelden worden meegerekend. Bouwnovum werkt daarom vanaf de start intensief samen met partners. Leveranciers worden vroeg betrokken, ook hun R&D-afdelingen. Dat voorkomt hoge faalkosten en maakt ruimte voor innovatie. “Zo kunnen we voor hetzelfde geld meer kwaliteit leveren. Slim samenwerken loont, en je moet ook de moed hebben om risico’s te nemen en delen.”

Comfort voorop

Een van die vaste partners is Duco, leverancier van ventilatieoplossingen. De samenwerking begon in 2016 bij de internationale Active House-Community, waar Bouwnovum, Duco en Velux elkaar vonden op een gedeelde visie: comfort van de bewoner, energie en milieu in balans. Samen ontwikkelden ze de zonschoorsteen: een schacht met Velux-dakramen bovenin en Duco-lamellen in de gevel, die thermische trek benut om warmte af te voeren en frisse lucht aan te zuigen. Zo ontstaat natuurlijke koeling zonder zware installaties en wordt hittestress voorkomen.

Het gaat daarbij niet alleen om techniek, benadrukt Marcel, maar ook om waardegedreven samenwerking. “Niet iedereen is geschikt om deel te nemen in zo’n ontwikkeling. Je moet aandacht hebben voor elkaars belang, anders kom je er niet.”

De resultaten zijn voelbaar. Slimme sensoren sturen de lamellen en dakramen automatisch aan zodra buitenlucht koeler is dan binnen. “Zo’n woning ademt letterlijk met de natuur mee. Bewoners ervaren frisse lucht, minder hittestress en akoestisch veel meer rust,” zegt Marcel. “Iedereen die een houten woning van binnen ervaart, zegt: dit voelt anders. Hier wil ik wonen.”

Circulariteit aantoonbaar maken

Bouwnovum onderbouwt circulariteit met tools als BCI-Gebouw, die onder meer de broeikasgasuitstoot, het biobased-aandeel en de losmaakbaarheidsindex berekent. Het Hellendoorn-project scoort uitzonderlijk hoog: 92 procent van de materialen is biobased.

Een belangrijk onderdeel is de techniekwand: een holle wand waarin alle installaties – van ventilatiebox tot kabels voor zonnepanelen – zijn ondergebracht. Platen kunnen eenvoudig worden losgeschroefd, zodat vervanging of onderhoud zonder hak- en breekwerk mogelijk is. “Een casco gaat 75 jaar mee, een installatie maar 15 jaar. Door die scheiding houd je maximale hergebruikpotentie.”

Opschaling: locatie, restwaarde en lange termijn

De vraag naar dit soort woningen groeit na dit inspirerende voorbeeld. Tientallen gemeenten en corporaties kwamen al kijken. Toch is opschaling geen vanzelfsprekendheid. De bottleneck zit volgens Marcel in beschikbare locaties én in het vaak nog kortetermijndenken van de sector.

“Deze appartementen zijn niet duurder als je naar de hele levenscyclus kijkt: restwaarde, gezondheid, aanpasbaarheid. Dat telt allemaal mee. Maar zolang businesscases puur op initiële stichtingskosten worden afgerekend, blijven traditionele materialen en processen de norm.”

Een extra stimulans, zoals een CO₂-prijs of fiscale prikkels, helpt volgens hem om de transitie te versnellen.

Hellendoorn voelt anders

Hellendoorn laat niet alleen zien dat biobased en circulair bouwen technisch haalbaar is. Het project verlicht nú de acute woningnood en kan straks doorgroeien tot eengezinswoningen. Maar minstens zo belangrijk: het wonen voelt wezenlijk anders.

De luchtkwaliteit is merkbaar beter, natuurlijke materialen houden warmte langer buiten en de akoestiek brengt rust. Geen verborgen hout, maar juist zichtbare materialen die een warme en natuurlijke sfeer geven. Bewoners vertellen steevast dat ze nooit meer terug willen naar traditioneel. Onderzoek door Saxion en TNO bevestigt dit beeld en maakt de gezondheidsvoordelen verder inzichtelijk, maar de ervaringen zijn nu al veelbelovend.

Boodschap richting de Klimaattop

We vroegen Marcel welke boodschap hij de Klimaattop Gebouwde Omgeving wil meegeven. Zijn oproep is helder: zoek binnenstedelijke oplossingen voor tijdelijke woningbouw en maak klimaatadaptief bouwen de norm. “Het gaat er niet alleen om dat gebouwen energiezuinig zijn, maar ook dat ze in de zomer prettig blijven om in te wonen.” Groen toevoegen, verharding weghalen en bij nieuwbouw kiezen voor biobased en klimaatadaptief zijn volgens hem vanzelfsprekende stappen.

Daarnaast pleit hij voor flexibel en losmaakbaar bouwen, zodat woningen mee kunnen bewegen met veranderende vraag. “Dat is organischer, toekomstbestendiger bouwen.” Daarbij hoort ook een andere manier van rekenen: volledig biobased appartementen kun je niet vergelijken met traditionele woningen door alleen naar de initiële bouwkosten te kijken, dan vergelijk je appels met peren. Het vraagt dus niet alleen een andere manier van bouwen, maar ook een andere manier van kijken.