Valthermond bouwt anders

Duurzame Doeners realiseren uitzonderlijk project in Drenthe

Tekst: Manon Huntjens, Beeld: ‘Laurens Kuipers Architectuurfotografie’ en ‘architecten VOORMORGEN’

In Valthermond bouwde de Duurzame Doeners, Woonservice samen met Trebbe, Architecten VOORMORGEN, BMN-Greenworks en andere partners acht circulaire, sociale huurwoningen. Een op het oog klein project, maar groots in opzet en ambitie. Niet alleen omdat circulair en biobased bouwen binnen de sociale huursector nog allesbehalve vanzelfsprekend is, maar ook omdat hier werd samengewerkt vanuit vertrouwen, ontwerpvrijheid en doorzettingsvermogen.

Van ambitie naar uitvraag

Het initiatief voor dit project ontstond in 2018, toen acht Drentse woningcorporaties besloten dat zij zélf invulling wilden geven aan circulair bouwen, zo vertelt Michel Jager van Woonservice. “We vroegen ons af: laten we het aan de markt over, of gaan we als corporaties zelf vormgeven aan wat circulariteit voor ons betekent?”. Die handschoen werd opgepakt in het programma Drenthe woont Circulair, ondersteund door NICE (Noordelijk Innovatielab Circulaire Economie).

Het eerste jaar stond in het teken van leren en visieontwikkeling. Wat ís circulariteit en hoe kunnen we dit toepassen in sociale woningbouw? Hoe vertaal je dat naar concrete keuzes? De insteek werd helder: zuinig omgaan met grondstoffen, afval minimaliseren, ecologische impact verkleinen en – belangrijk – het gesprek aangaan met de markt.

In het najaar van 2019 volgde een unieke uitvraag aan ontwerp- en bouwteams. Van de 31 inzendingen werden de tien sterkste visies uitgenodigd om te pitchen. “Voor ons was dit project een experiment,” vult Wouter Huuskes van Trebbe aan. “We weten dat de manier waarop we als maatschappij met grondstoffen omgaan niet volhoudbaar is. In projecten als deze verkennen we hoe we daar als bouwer op kunnen reageren – door te doen, te leren, te verbeteren.”

Zes consortia werden geselecteerd en via een ‘speeddate’-ronde gematcht met een corporatie. Woonservice vond daarin hun partners voor Valthermond. “We waren aanvankelijk sceptisch over dat speeddaten,” blikt architect Martin Huiskes terug. “Maar binnen een kwartier voelde je of er een klik was. Het werkte fantastisch, want het ging niet alleen over inhoud, maar over vertrouwen – over of je samen een avontuur aandurft.”

Martin Huiskes, Architecten VOORMORGEN

Van visie naar ontwerp

De ontwerpvraag was helder: een levensloopbestendige woning met een zo laag mogelijke milieu-impact. Martin koos ervoor het ontwerp te laten starten bij het beginpunt van circulariteit: bij het niet bouwen wat niet nodig is. “Waarom maken we een woning met een ‘waterhoofd’– één laag met daarboven een grote, ongebruikte kap? Als je de extra slaapkamer op de begane grond integreert, kun je de trap en verdieping achterwege laten. Dat scheelt enorm in materiaal, arbeid en onderhoud.”

Die nuchtere aanpak werd gedragen door alle partijen in het consortium. Vanuit een gedeeld vertrekpunt ontstond een ontwerp dat niet alleen circulair was in materiaalkeuze, maar ook in ruimtelijk en technisch denken: met een grote overstek, ter verlaging van onderhoudskosten, een plattegrond die energieverbruik minimaliseert en een installatietechniek die bewust ‘basaal’ bleef.

“We maakten bewust een functioneel gemaakt,” aldus Huuskes. “De materialisatie volgde pas later – in samenwerking met BMN-Greenworks en circulaire sloper Düsseldorp, die vanuit hun expertise een reeks circulaire en biobased materiaalopties aanreikten.”

Wouter Huuskes, Trebbe

Van sloopbal naar precisiezaag

Bij traditionele sloopwerkzaamheden wordt alles zonder scheiding afgevoerd: de gevel wordt verwijderd, de sloopbal ingezet, en uiteindelijk blijft er een grote hoop puin en bouwafval over. In Valthermond kozen de betrokken partijen er echter voor om dit proces radicaal anders aan te pakken. “Onze core business was altijd: nieuwe spullen inkopen, nieuwe spullen verkopen,” vertelt Gerhard Hospers van BMN-Greenworks. “Maar in dit project begonnen we bij een heel andere vraag: wat is er al? Wat kunnen we hergebruiken? Wat kunnen we oogsten?”

Samen met circulaire sloper Düsseldorp werd gekeken naar wat al beschikbaar was of kwam vanuit circulaire sloop. “Als je er een sloopbal tegenaan gooit, houd je puin over,” zegt Gerhard. “Maar neem je de tijd om bouwdelen te demonteren of zaag je er delen uit, dan heb je prefab elementen waarmee je opnieuw kunt bouwen.”

Het is kenmerkend voor hoe dit project werd benaderd: niet gedacht vanuit nieuwe materialen, maar vanuit vrijgekomen herbruikbare stromen, niet slopen, maar schiften. Niet vernietigen, maar verbinden. Dus niet beginnen bij het standaard aanbod, maar bij wat er al aan waarde aanwezig is — mits je er oog voor hebt.

Materialisatie in lagen: van oogst tot haalbaarheid

Binnen het consortium werd een afpelstrategie gehanteerd: eerst kijken wat er aan geoogst materiaal kan worden toegepast, dan biobased, vervolgens circulair geproduceerde materialen, en pas als laatste regulier materiaal met een lage milieu-impact.

“Je kunt wel circulair willen bouwen,” aldus Gerhard, “maar als geoogste bakstenen niet op tijd leverbaar zijn, of het ontwerp dat niet toelaat, moet je realistisch zijn. Door alles op tafel te leggen konden we continu schakelen tussen ambitie en maakbaarheid.”

“De beperking voedde juist de creativiteit,” vult Martin aan. “Iedereen werd uitgedaagd om steeds opnieuw de vraag te stellen: kan dit duurzamer? Kan het met minder? Kan het anders? En dat gold niet alleen voor ontwerp, maar ook voor kosten.”

De Duurzame Doeners werkten daarbij met een duidelijke voorkeursvolgorde: “We begonnen bij hergebruikt én biobased. Daarna kwamen secundaire grondstoffen en nieuwe materialen met een zo laag mogelijke milieu-impact,” aldus Wouter. “De uiteindelijke verschijningsvorm lag daardoor tot laat in het proces niet vast. Dat vraagt om flexibiliteit – van ontwerpers én opdrachtgevers.”

Gerhard Hospers, BMN GROEP

De kracht van het team

Wat dit project onderscheidt, is niet alleen de inhoudelijke innovatie, maar ook de manier waarop werd samengewerkt.

“We zijn gestart op basis van vertrouwen,” zegt Michel. “We maakten afspraken, ook over geld, maar daar zijn geen ingewikkelde juridische contracten aan te pas gekomen.”

Die openheid en volwaardige samenwerking zorgden ervoor dat alle partijen zich verantwoordelijk voelden voor het geheel. Adviseurs werkten tegen kostprijs. Problemen werden niet doorgeschoven, maar besproken. “Wat we hier hebben meegemaakt, maak je niet vaak mee,” aldus meerdere teamleden.

“We wilden werken in lagen,” zegt Wouter. “Dat gaf veel ruimte om te leren – maar het vroeg ook om duidelijke afspraken en pragmatisme, want morgen kon alles weer anders zijn.”

Leren om te schalen

Het project werd mede mogelijk gemaakt door subsidies van gemeente en provincie. Maar het doel reikte verder dan acht woningen: het was een leertraject om circulariteit een vaste plek te geven in de reguliere bouwstroom.

“Uiteindelijk wil je dat dit de standaard wordt,” aldus Michel. “Maar daarvoor moet je ook eerlijk zijn: het is op dit moment nog duurder, en je werkt met sociaal-maatschappelijk geld. Dus je moet die afweging steeds opnieuw maken.”

Daarom bouwt Woonservice sindsdien elk jaar een circulair en biobased project – telkens iets ambitieuzer. Ook aan de marktzijde is beweging, al stokt het nog vaak bij uitvoering of stijgende kosten. Volgens het team ligt daar een sleutelrol voor de opdrachtgever: vasthouden aan de ambitie, ook als het schuurt.

Michel Jager, Woonservice

Randvoorwaarden voor opschaling

Wat zijn noodzakelijke elementen om op te schalen? De antwoorden zijn zowel praktisch als principieel: “Je moet blijven doorzetten,” zegt Michel. “En dat lukt alleen als je bestuurlijk draagvlak hebt. Als dat ontbreekt, leunt het initiatief op één of twee mensen binnen een organisatie — en dan strandt het uiteindelijk.”

Circulariteit vraagt dus niet alleen inhoudelijke kennis, maar ook brede, structurele steun. Van werkvloer tot raad van commissarissen. En nog verder: ook ons systeem moet mee.

“Het is raar dat ik belasting betaal op arbeid, op toegevoegde waarde,” aldus Martin. “Terwijl mensen met veel grond nauwelijks belasting betalen voor wat ze aan waarde onttrekken aan de maatschappij en de aarde. Wat als we dat zouden omdraaien? We moeten meer balans weten te vinden in sociologische, psychologische, ecologische en economische waarde.”

Een andere kijk op waarde dus. Wetgeving die circulair bouwen stimuleert in plaats van afremt. Pas dan kunnen initiatieven als Valthermond uitgroeien tot de nieuwe norm. Meervoudige waarde moet de basis zijn. Naast economie zijn sociologie, psychologie en ecologie ook belangrijke waardepijlers.

Tot slot: het onbekende mogelijk maken

Gerhard sluit het gesprek af met een quote die ook in een van de eerste sessies werd gedeeld — en die misschien wel het hele project, de pioniersgeest en de krachtige samenwerking het best samenvat:

“Iedereen dacht dat het niet kon, totdat er iemand kwam die dat niet wist.”