In sneltreinvaart naar betaalbare en duurzame woningen
De kracht van prefab
Traditionele bouwmethoden kunnen de grote vraag naar betaalbare en duurzame woningen niet aan. Daarom zoeken bouwers en installateurs naar innovatie, om woningen met prefab-elementen in de fabriek op te bouwen en ze op de bouwplaats als Lego-stenen in elkaar te zetten. Hoe ver is deze nieuwe realiteit doorgedrongen in de bouwsector? Duurzaam Gebouwd vraagt het aan Matthias Stukker van Rensa.
Tekst: Marvin van Kempen, Beeld: Rensa

Matthias Stukker van Rensa
De behoefte aan betaalbare én duurzame woningen komt vrijwel iedere week voorbij in de media. De cijfers liegen er niet om: het tekort wordt door meerdere bronnen geschat op 400.000. Ondertussen oppert het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een ambitie om zo’n 100.000 woningen jaarlijks erbij te bouwen. Maar alleen snelheid is niet genoeg: woningen moeten met een hoge kwaliteit worden afgeleverd, met zo min mogelijk faalkosten en voorbereid op de toekomst op bouwkundig én installatietechnisch vlak.
Matthias kent deze opgave als geen ander en maakt duidelijk dat Rensa vaart wil maken in de energietransitie. Dat doet de groothandel in zowel woningbouw als utiliteit. “Maar we willen altijd zo duurzaam mogelijk denken en doen. Om dit te bestendigen, spraken wij ook forse ambities uit en laten we het dus niet alleen afhangen van onze klanten.”
Innovatieve installatietechniek
De doelstellingen zijn inderdaad niet mals. Zo wil de groothandel in 2030 CO2- en energieneutraal zijn, met een minimale afvalimpact. Die doelstelling is veel scherper dan die Europees en landelijk worden geopperd, om pas twintig jaar later geen schadelijke broeikasgassen meer uit te stoten. Om te begrijpen hoe dit zich naar de praktijk vertaalt, vertelt Matthias eerst over wat hij benoemt als ‘zo duurzaam mogelijk handelen’: “Dat was al jaren geleden onze leidraad toen we innoveerden om snelheid en kwaliteit te maken in de energietransitie. Vanuit het traditioneel opbouwen van installaties ontdekten we de voordelen van het vooraf samenstellen van installatiemodules, opgebouwd uit onderdelen als warmtepompen, buffervaten, appendages en regeltechniek.”
Of, in de monden van vakmensen beter bekend als: SKID’s. Modulair opgebouwd, prefab en op locatie eenvoudig te installeren door alleen de hoofdaansluitingen voor water, warmte en elektra te koppelen. “De voordelen daarvan, waar wij al geruime tijd van overtuigd waren, werden ook steeds vaker duidelijk voor onze opdrachtgevers. Snelheid, minder faalkosten, eenvoudiger transport en minder afval, om er enkele te noemen. Ondertussen leveren we er zo’n 600 tot 800 per jaar en krijgt een klant een advies én oplossing op maat nadat de uitgangspunten in kaart zijn gebracht, bijvoorbeeld het benodigde vermogen en tapwaterhoeveelheid.”
Het belang van samenwerken
Hieruit blijkt al dat samenwerkingen cruciaal zijn om de beoogde versnelling in de energietransitie te laten slagen. Want zonder de ambities en medewerking van bijvoorbeeld bouwers en aannemers, komt de invulling van de vraag voor duurzame woningen niet op gang. “We voeren steeds vaker het gesprek met deze partijen over modulair en prefab bouwen, woningen die grotendeels in de fabriek worden geproduceerd en op de bouwplaats alleen nog worden afgewerkt. Bouwpartners die veel met ons samenwerken, zien dat er grote kansen zijn die samenhangen met deze toekomstgerichte vorm van bouwen, waarbij we een duurzame standaard neerzetten.”
Prefab, zo is breed bekend, bespaart tijd en geld. Daarnaast kan het een belangrijke rol spelen om de eerder genoemde woonopgave versneld in te vullen. “Denk bijvoorbeeld aan de vertragingen die we oplopen bij wijkverduurzaming door gedoe om vergunningen. Door samen te werken met woningfabrieken, passen we toekomstbestendige installaties toe die gemonteerd worden in de fabriek. Met zo min mogelijk afvalstromen en met een hoge snelheid, met leveringen die precies op tijd zijn. Denk je dit soort conceptwoningen goed uit en werk je met standaarden, dan weet je wat dit doet voor je vergunningsaanvraag.’’
Nieuwe standaard
Betekent dit dan dat we binnen enkele weken een vergunning kunnen krijgen voor een bouwproject? Matthias verduidelijkt: “Een aantal dagen is zelfs mogelijk. Door met standaarden te werken weet je hoe de woning presteert en door dit prefab te bouwen ben je verzekerd van de kwaliteit. Dit heeft voor de hele keten voordelen. Dit geldt zowel voor leveranciers, die meer duidelijkheid hebben over de aantallen te leveren producten, als voor bouwers, die met hogere snelheid en betere kwaliteit een woning kunnen neerzetten. Zie het als een nieuwe standaard.”
Daarover gesproken: Matthias geeft aan dat er wat Rensa betreft de nadruk moet worden gelegd op standaardisatie. Zo kun je bijvoorbeeld drie verschillende manieren van warmteopwekking uitwerken die in een prefabwoning mogelijk zijn, afhankelijk van de wensen en eisen van de opdrachtgever. Door de keuze te beperken tot deze drie, hoeft er niet telkens opnieuw geëngineerd te worden. Zo weet je wat de woning theoretisch verbruikt en wordt de verwerking in de fabriek eenvoudiger en goedkoper. Door te standaardiseren ga je ook sneller naar meer CO2-reductie en minder afval in de hele keten. Want leveranciers die bijvoorbeeld buizen op maat aanleveren zorgen ervoor dat wij nagenoeg geen afval en verpakkingsmateriaal meer hebben.
Kansen genoeg
Dan komen we tot de conclusie. Duidelijk is dat er een behoefte is aan 400.000 woningen en dat er jaarlijks meer dan 100.000 bijgebouwd moeten worden, maar dan wel toekomstbestendig. Matthias: “Als we kijken naar de woningfabrieken en de prognoses voor de komende jaren, dan wordt het mogelijk om 55.000 woningen per jaar uit de fabriek op te leveren. Wat velen vergeten is dat dit naast de traditionele woningbouw kan plaatsvinden. Combineer je de 55.000 woningen uit fabrieken met de andere bouwstromen, dan hebben we hier een kans in handen. Ook beleidsmatig zijn er kansen, door prefab en standaardisatie kun je vergunningstrajecten versnellen. Voorspelbare kwaliteit en duurzaamheid moeten beloond worden!”
