Ondernemers meenemen in de transitie
Ze is superambitieus en weet zeker dat de circulaire economie het allesomvattende principe is voor de transitie naar een duurzame samenleving. Als lid van het college van Gedeputeerde Staten in de Provincie Noord-Holland heeft Zita Pels een portefeuille waarin het allemaal samen komt: financiën, circulaire economie, Noordzeekanaalgebied (NZKG) en zeehavens, cultuur, sport, personeel en organisatie en inkoop. Ze heeft een luisterend oor voor ondernemers in de provincie, want zij zijn onmisbaar om de duurzame doelen te bereiken.
Tekst: Tom de Hoog, Foto’s: Robert Tjalondo
Wat maakt het aantrekkelijk om circulaire economie in de portefeuille te hebben?
“Ik vind dat fantastisch en het geeft mij enorm veel energie. Al die ondernemers die hiermee bezig zijn! Van start-ups met een nieuw product of bedrijven die zien dat ze nog wel afhankelijk zijn van op primaire grondstoffen, maar die wel nieuwe - op circulaire principes gebaseerde - producten durven op te nemen in hun productielijnen. Die energie vind ik erg leuk om mee te maken. Zelf ben ik voor mijn aanstelling als gedeputeerde ook ondernemer geweest binnen een project rondom een zorgboerderij. Dat project is zonder subsidie opgezet en draait nog steeds. Het ging mij erom als ondernemer maatschappelijke meerwaarde te hebben, los van dat je er een inkomen uit hebt. Dat zie ik ook nu terug bij ondernemers in deze provincie. Het gaat ze niet alleen om brood op de plank te krijgen voor hun personeel en voor henzelf. Ze zien de maatschappelijke waarde van hun inzet voor de grote transitie die we doormaken. Ze zien ook dat het nodig is en willen daaraan een bijdrage leveren. Dat is iets wat mij op mijn beurt weer heel veel energie geeft.”
Sinds wanneer is circulariteit een onderdeel van portefeuilles bij Gedeputeerde Staten?
“Dat is gestart bij mijn voorganger in 2017 en dus nog niet heel lang. Het is dan ook met zo’n relatief nieuw onderwerp zoeken hoe je daar als provincie richting aan geeft. Dit omdat we als bestuursorgaan tussen de gemeentes en het Rijk in zitten. Waar we heen moeten met circulariteit bepalen we mede aan de hand van de rijksdoelen en vervolgens hebben wij een visie en een Actieagenda opgesteld om duidelijk te maken waar we als provincie het verschil kunnen maken.”
En waarin wordt dat verschil zichtbaar?
“Uit de Actieagenda komen mooie dingen voort. Neem de focus op ondernemers waarvoor we een soort ‘eco-systeem’ willen bouwen, een netwerk van contacten met tussen bedrijven, organisaties, kennisinstellingen en overheden dat hen kan helpen in het starten of opschalen als circulair ondernemer. Dat stijgt door de schaal uit boven wat gemeentes kunnen doen. Als provincie kunnen we onder meer van meerwaarde zijn door de financierings- en begeleidingsinstrumenten die we kunnen bieden. Een belangrijke les die we hebben geleerd uit de eerste Actieagenda is dat er meer focus nodig is. In welke ketens moeten wij aanwezig zijn en waarbij moeten we een actieve rol spelen? Nu is het tijd om keuzes te maken, zodat we werkelijk impact hebben met wat we aan het doen zijn.”
Hoe is dat de afgelopen anderhalf jaar gegaan? Ondernemers hadden door corona ook wel wat anders aan hun hoofd.
“Er was veel onzekerheid de afgelopen periode over waar het heen zou gaan met de economie. We hebben dan ook vooral een luisterend oor geboden om te zien waar we konden helpen. Er waren ook grote verschillen, sommige sectoren kenden nauwelijks problemen. Andere, denk aan cultuur, hadden het heel zwaar. Daar zijn ook klappen gevallen. De coronacrisis betekent echter niet dat we vrijaf gekregen hebben van de klimaatdoelen die we moeten halen. De urgentie daarvoor is niet veranderd, dus los van wat we hebben meegemaakt, is het onze taak om goed te luisteren en onzekerheden mee te wegen bij het beleid dat we voeren. Daarbij zullen we vast blijven houden aan de doelen die we moeten halen, want we willen niet een volgende crisis in de hand werken.”
Op de eigen website rept de Provincie van een actieve lobby. Wat houdt die in?
‘We voeren zeker een lobby naar het Rijk en ook richting Europa. Er is namelijk echt een systeemverandering nodig. Dat gaat mede over het veranderen van wetten en regels zodat die beter aansluiten op innovaties. Iemand binnen het provinciale bestuur zegt daar altijd heel mooi over dat we regels maken door in de achteruitkijkspiegel te kijken. Dan zie je de wereld zoals we die kennen. In de transitie naar de circulaire economie weet je nog niet precies wat nodig is en daarom moet er ruimte zijn voor innovatie.
Daarnaast spelen vragen als ‘Hoe kunnen we meedenken met een ondernemer in een vergunningstraject?’. Daarvoor is bepaalde regelgeving en ook ‘ruimte’ nodig. Om die te krijgen, kloppen we aan bij het Rijk. Bijvoorbeeld het opheffen van strijdige regelgeving, maar ook het veranderen van het belastingsysteem. Dat laatste gaat over meer belasting op primaire grondstoffen en juist minder op arbeid. Dat zou ruimte geven aan de ‘reparatie-economie’. Het staat allemaal in onze nieuwe Actieagenda en dat is waarvoor we een actieve lobby voeren.”
Er zijn in de provincie grote ondernemingen die op het oog nog niet echt inzetten op veranderen. Hoe kijkt u daar tegenaan?
“Als eerste moeten we toch die stip op de horizon blijven zetten, want straks is er nog maar één soort economie, de circulaire met een gesloten systeem voor hergebruik van grondstoffen. Daar zal iedere ondernemer, groot en klein, in mee moeten. Je ziet nu al dat er schaarste ontstaat in de markt. In mijn ogen ben je als ondernemer ook een dief van je eigen portemonnee als je niet meegaat in deze transitie. Dus ja, natuurlijk hebben we in de provincie koplopers die we een podium geven. Daarvan zeggen wij tegen iedereen ‘kijk het kán en ga alsjeblieft allemaal die kant op want die mensen doen fantastisch werk’. Dan heb je een middengroep nog kijkt wat ze ermee moeten en die het als een uitdaging ziet, vooral in het mkb. Je zal altijd bedrijven hebben die hier niet mee bezig zijn om wat voor reden dan ook. Wij willen hen met onze instrumenten helpen en stimuleren die circulaire stap wel te zetten. Bedenk dat wij als overheid ook steeds strengere eisen zullen stellen aan wat we in de markt inkopen. Heb je een overheid als afnemer en je denkt met een niet-circulair aanbestedingen te kunnen blijven winnen, dan kom je met de jaren toch bedrogen uit. Het is voor bedrijven gewoon keihard nodig om te investeren in die circulaire toekomst. We zijn nu ook een pilot gestart om met de OD’s (Omgevingsdiensten) de ondernemers te bereiken. Zij kunnen in hun gesprekken met ondernemers ook circulaire mogelijkheden en kansen meenemen. Dat is ontzettend waardevol.”
“Onze Actieagenda maakt duidelijk waar we als
provincie het verschil kunnen maken.”
Wijst iedereen niet altijd naar de ander als het gaat om maatregelen nemen?
“Onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving laat zien dat mensen het belangrijk vinden dat we geld uitgeven aan het tegengaan van klimaatverandering. Iedereen wil een toekomst voor zijn kinderen en ook droge voeten houden. Ook gaven mensen in dat onderzoek aan het belangrijk te vinden dat juist de grote industrieën bij gaan dragen. Dat is ook iets waar wij als provincie het Rijk echt bij nodig hebben, want milieuregels maken we niet zelf. Ons verhaal richting de grote bedrijven in Noord-Holland is dat zij hun steentje moeten bijdragen. Doe dat ook alsjeblieft en juist ook voor de werkgelegenheid is mijn oproep! Over het Noordzeekanaalgebied zeg ik dat we voorop moeten willen lopen met waterstof en energietransitie en in circulariteit. Dat is de enige manier om werkgelegenheid vast te houden want als men achterover blijft leunen, raken we de bedrijvigheid kwijt omdat het niet meer aan regelgeving kan voldoen. Dit geldt voor alle bedrijven, groot en klein.”
Stok en wortel is belangrijk?
“Ja, we zetten die stip op de horizon en zeggen ook hoe je daar als bedrijf naartoe kunt bewegen. Daarvoor zijn regels, maar we stimuleren ook. Nogmaals, er is straks nog maar één economie en die is circulair.”
Wie zijn volgens u koplopers?
‘Wieland Textiles in Zaanstad is een mooi voorbeeld. Op innovatieve wijze sorteert het bedrijf gebruikt textiel. Zij sorteren fijnmazig op kwaliteit, kleur en materiaalsoorten. Dat gebeurt deels handmatig en deels geautomatiseerd. Bruikbare kleding gaat naar afnemers in en buiten Europa, mindere kwaliteiten worden poetslappen of tot nieuwe garens en stoffen verwerkt. Een ander voorbeeld is ChainCraft, een bedrijf dat van organische reststromen zogeheten ‘biobased chemicals’ maakt. Dit zijn alternatieven voor de niet-duurzame grondstoffen die de chemische-, voedings- en veevoerindustrie gebruikt. Van afval naar verantwoord geproduceerd product dus. Het bedrijf is gestart door studenten van Universiteit Wageningen. Om op te kunnen schalen kregen ze in de Amsterdamse haven een eigen plek en inmiddels is het een groot bedrijf. Echt een innovatie van lab tot bedrijf en als provincie hebben we ze daarbij kunnen ondersteunen.’
Hoe gaat de gemiddelde mkb-ondernemer het aanpakken om circulair te worden?
“Het mkb is de grootste werkgever in Nederland. Ze maken niet alleen de economie, maar ook de buurt. Neem een pizzeria in een winkelcentrum. Daar moeten we als provincie ook oog voor hebben. In het mkb kan men geen ‘kwartiermaker circulaire economie’ aannemen zoals een groot bedrijf dat wel kan. Wat we doen is dat we ondernemers stimuleren om bij de provincie aan te kloppen met een innovatief idee. Daarvoor hebben we verschillende instrumenten en programma’s. Bijvoorbeeld het programma GO!-NH.
Daarin word je als ondernemer ondersteund en begeleid bij het opzetten en uitwerken van je duurzame businessmodel. Daarnaast ook bestaande ondernemers om op te schalen met hun innovatie en nieuwe markten aan te boren. In de zogeheten CIRCO-tracks, driedaagse trainingen met een groep ondernemers, kunnen ondernemers kijken hoe zij hun bedrijfsvoering of producten circulair kunnen maken. Ook kun je aankloppen voor financiering. We hebben verschillende fondsen, zoals het innovatiefonds en Participatiefonds Duurzame Economie Noord-Holland en daarnaast kunnen we helpen met het gefinancierd krijgen van plannen van ondernemers met ons Programma Investeringsgereed Innovatief mkb.”
Er zijn vast ook ondernemers die wel willen, maar die niet weten waar te beginnen. Hoe krijgt u de achterblijvers mee?
“Mijn zorg is dat ondernemers er wel echt mee aan de slag moeten. De urgentie, maar ook de kansen die circulair ondernemen biedt, moeten duidelijk zijn. Om dat te benadrukken gaan we vanuit de provincie een ‘ambassadeur’ aanstellen die ondernemers met vragen hierover kan adviseren. Iemand die de weg kent binnen ondernemend Noord-Holland, kansen ziet en die andersom makkelijk te vinden is. Ik snap dat er veel op ondernemers afkomt: digitalisering, duurzame energie en ook nog circulariteit. Zelf denk ik dat ‘circulariteit’ een overkoepelend idee kan zijn omdat je bijvoorbeeld juist CO2-uitstoot en kosten voor grondstoffen kunt beperken met slimmere productieprocessen. Voor ondernemers is het dus slim om met circulariteit aan de gang te gaan omdat er geld te verdienen valt. Naast het feit dat er nieuwe regels aankomen waaraan ondernemingen moeten voldoen.”
Hoe krijgen we een betere grip op afvalstromen in de bouw?
“Kijk je naar de bouwsector en de grondstofstromen die daar een rol spelen, dan is dat wel iets waar we op focussen omdat er in Noord-Holland veel gebouwd gaat worden met ook een afvalstroom als gevolg. Er komt een circulaire bouwambassadeur die gaat stimuleren dat circulariteit in de bouwsector toeneemt. Bijvoorbeeld door aandacht voor houtbouw te vragen. Aandacht zal er ook zijn voor waar het nu nog mis gaat en hoe dat valt op te lossen.”
Levert dat niet alleen maar meer regels op?
“Ik denk ook dat we deze transitie alleen maar succesvol kunnen doen als wij als overheden onderkennen dat ondernemers de sleutel tot succes zijn. In spreekbeurten meld ik ook vaak dat we als overheid geen fabriek hebben, maar wel kunnen aanjagen, stimuleren, faciliteren en reguleren. Ondernemers moeten aan ons ook duidelijk maken wàt ze nodig hebben. zodat we gericht kunnen helpen. En dat helpen moeten we dan integraal doen, zodat men niet langs verschillende loketten moet. Een voorbeeld is onze samenwerking met de collega van Ruimte en Woningen in haar portefeuille. Ook in die agenda staat ‘circulariteit’ benoemd als thema dat we gezamenlijk moeten oppakken. Nu komt het inderdaad nog voor dat regelgeving niet overal in lijn is met de circulaire doelen. Dat is voor ondernemers frustrerend en dat begrijp ik heel goed. Dat zijn de hobbels die we weg moeten nemen.”
Levert dat niet alleen maar meer regels op?
“Ik denk ook dat we deze transitie alleen maar succesvol kunnen doen als wij als overheden onderkennen dat ondernemers de sleutel tot succes zijn. In spreekbeurten meld ik ook vaak dat we als overheid geen fabriek hebben, maar wel kunnen aanjagen, stimuleren, faciliteren en reguleren. Ondernemers moeten aan ons ook duidelijk maken wàt ze nodig hebben. zodat we gericht kunnen helpen. En dat helpen moeten we dan integraal doen, zodat men niet langs verschillende loketten moet. Een voorbeeld is onze samenwerking met de collega van Ruimte en Woningen in haar portefeuille. Ook in die agenda staat ‘circulariteit’ benoemd als thema dat we gezamenlijk moeten oppakken. Nu komt het inderdaad nog voor dat regelgeving niet overal in lijn is met de circulaire doelen. Dat is voor ondernemers frustrerend en dat begrijp ik heel goed. Dat zijn de hobbels die we weg moeten nemen.”
Zita Pels (26 april 1986) is sinds juni 2019 lid van de Gedeputeerde Staten van Noord-Holland. Haar opleiding liep via havo en Hogeschool van Amsterdam, waar zij management, economie en recht studeerde en haar propedeuse haalde, naar de mbo-opleiding tot instructeur paardensport bij Helicon om vervolgens bestuurs- en organisatiewetenschap te studeren aan de Universiteit van Utrecht en van 2009 tot 2011 een masterstudie te doen in religiestudies aan de Universiteit van Amsterdam. Tussen 2005 tot 2015 was Pels ondernemer in de paardensport als instructeur en adviseur van hippische bedrijven. De combinatie van ondernemer willen zijn en kennis van paarden hebben, kreeg invulling van 2015 tot 2019 als directeur van Stichting Kyra Foundation die de Boerderij op IJburg in Amsterdam beheert. Na 2019 is zij als bestuurslid aan de stichting verbonden.