De temperatuur loopt op bij de Hittegroep
Vaak gaat het bij woningen nog over isoleren en verwarmen. En hoe daarbij op energielasten kan worden bespaard met bijvoorbeeld zonnepanelen of een warmtepomp. De Hittegroep van de Groene Huisvesters heeft echter een andere focus. De opwarming van de aarde geeft woningcorporaties nu al veel kopzorgen en dat maakt het bundelen van kennis nodig om de juiste maatregelen te kunnen nemen. We spreken met vier aanjagers die het hoofd koel proberen te houden.
Tekst: Tom de Hoog | illustratie: de Hittegroep/foto’s stock
“We zien het aantal klachten over te warme woningen in de zomer toenemen”, erkent Hittegroeplid Anke Struijs, adviseur duurzaamheid bij woningcorporatie Alwel. Dat beeld is overigens landelijk, want er zijn de laatste jaren steeds meer geschillen met hitte als twistappel tussen bewoners en corporaties. Dat komt voort, aldus Hittegroeplid Madeleen Helmer, projectmanager hitte-adaptatie bij het Klimaatverbond Nederland, uit de ruling dat volgens een ISO-norm uit 2008 woningen niet meer dan 300 uur per jaar warmer mogen zijn dan 26,5 graad. De hitteproblematiek in woningen was dan ook de reden voor de start van de Hittegroep als onderdeel van de Groene Huisvesters. Deze problematiek gaat overigens veel verder dan een incidentele hittegolf. Het probleem zit niet alleen in de woningen (gebouw), maar ook spelen de omgeving (gebied) en het bewonersgedrag (gebruiker) een grote rol.
Klimaatverandering is een werkelijkheid
Helmer gaat dieper in op de achtergronden en noodzaak van de oprichting van de Hittegroep. “Bij klimaatverandering spelen mitigatie, ofwel het terugdringen van het gebruik van broeikasgassen, en adaptatie. Nederland zette wat adaptatie betreft altijd sterk in op water-gerelateerde risico’s, zoals met het Deltaprogramma. Hitte was landelijk nog niet zo in beeld als risico. Het werd ook wat ‘klein’ gehouden, ook al is er sinds 2007 een Nationaal Hitteplan. In de nationale adaptatiestrategie uit 2016 werd hitte wel verwerkt, mede op basis van een PBL-rapport uit 2015 waarin werd gemeld dat hitte nu al het gevaarlijkste klimaatrisico is en tot veel slachtoffers leidt. Bij elke hitteperiode zie je namelijk oversterfte bij kwetsbare mensen. Zo betreft bijvoorbeeld tachtig procent van de hittesterfte 80-plussers (bron CBS). Het Nationaal Hitteplan gaat in op de zorg voor oudere en kwetsbare mensen. Het gaat dan om voldoende drinken, zorgen voor verkoeling en de woning koel houden. Bij het Klimaatverbond vonden we al vanaf 2014 dat we dichter bij deze doelgroep moeten komen. Daaruit is het idee van lokale hitteplannen voortgekomen en daar zijn inmiddels steeds meer gemeenten mee aan het werk gegaan. Parallel aan deze ontwikkeling was er de groep mensen die keek naar het urban-heat-island-effect, waarbij de buitenruimte in grote steden vier tot zeven graden warmer is dan in buitengebieden. Daar wilden ze meer over weten en ook over de maatregelen die je zou kunnen nemen. Dit resulteerde in het Praktijkonderzoek Hitte Richtlijnen door de Hogeschool van Amsterdam dat in 2020 verscheen. Uit een onderzoek van de GGD in Oost-Gelderland onder zevenduizend inwoners kwam ‘hitte’ ook heel duidelijk als een probleem naar voren, zeker als het kwetsbare mensen betreft.
'Een enquête gaf aan dat negen van de tien corporaties niet goed raad wisten met het hittevraagstuk'
Dus voor de hitte-adaptatie-aanpak kregen we zo de drieslag gebied, gebouw en gebruiker scherper in beeld. Ook bij de Groene Huisvesters kreeg klimaatadaptie, naast het verduurzamen van woningen, steeds meer aandacht. We vonden elkaar binnen het platform Samen Klimaat Bestendig, dat vier jaar geleden is opgericht om gemeenten te ondersteunen bij beleid rondom klimaatadaptie, en dan vooral gericht op water-gerelateerde zaken. Een hitte-excursie in Nijmegen samen met Talis werd vervolgens de aanleiding om een enquête onder zeventig woningcorporaties te houden. Daaruit bleek dat negen van de tien corporaties niet goed wisten wat ze met het hittevraagstuk aan moeten. Met die uitkomst, en met de uitkomst van een vergelijkbaar onderzoek via de Vereniging van Gemeenten, namen we contact op met het ministerie van Binnenlandse Zaken. Ook zij onderschreven de noodzaak om deze thematiek verder gemeenschappelijk te gaan verkennen. Dat resulteerde in 2020 in de Hittegroep. Ons doel is meer te leren over hitte in woningen en welke concrete maatregelen mogelijk zijn. We zijn ook betrokken bij de stimulering van onderzoek om een betere onderbouwing te vinden van wat de goede maatregelen zijn. Dat leidde vorig jaar tot het NKWK-onderzoek Klimaatbestendige stad naar hitte in bestaande woningen en een handreiking voor woningcorporaties.”
Opgave voor corporaties
Struijs ziet inderdaad een stevige opgave voor de woningcorporaties als het om hitteadaptatie gaat. “Wij renoveren en verduurzamen nu zo’n vijfhonderd woningen per jaar. Dat is niet genoeg om op die stip op de horizon in 2050 uit te komen, wanneer we energieneutraal moeten zijn. Dat tempo moet omhoog en daarin zit vooral de uitdaging.
'Beperkt vertrouwen in de overheid is soms een extra hindernis bij vergroenen en verduurzamen'
Wij geven wel allerlei eisen en normen mee aan de beperking van de warmtevraag en het van het gas af gaan, maar nog helemaal geen eisen als het gaat om het voorkomen of beperken van hitte in een woning. We zien echter wel dat juist hitte steeds meer klachten geeft.” Hittegroep-lid Tom Geboers, consulent bij Alwel en actief betrokken bij het verduurzamen en vergroenen van het Liniekwartier in Breda, ziet dat er nog heel veel valt te winnen. “Bij een recent verduurzamingsproject van 134 woningen ging het vooral over het omlaag krijgen van de warmtevraag. Wat de zomer met hete dagen betekent, kwam daarbij niet of nauwelijks ter sprake. Mijn ervaring is dat bewoners daar nog niet zo over nadenken. Dat doen ze wel als het gaat om wat voor keuken en badkamer erin komt. Terwijl de vraagstukken rondom hitte steeds meer gaan spelen. In dezelfde wijk, die eerder aan een warmtenet is aansloten, doe ik nu een vergroeningsproject. Het gaat dan om tuinen en openbaar gebied en daar merkte ik in de gesprekken met bewoners dat die soms heel andere prioriteiten hebben. Zo is er een idee om op een plein in de wijk een parkje aan te leggen. Daarvoor vragen we input van de bewoners. Ik kreeg opmerkingen terug als. ‘Oh, maar dan kan ik straks mijn auto niet meer parkeren. Toedeledoki, daar heb ik geen zin in.’ Het beperkte vertrouwen in de overheid is soms dus een extra hindernis in de totstandkoming van dit project. De gemeente wil graag een groener en klimaatbestendiger plein of wijk, maar voor best wat bewoners mag dat niet ten koste gaan van parkeerplaatsen. Anderzijds zie je ook dat er bewoners zijn die vergroening wel hoog in het vaandel hebben staan. De belangen liggen dus soms anders. Daar moet je samen uitkomen en dat kan door er met elkaar over te praten. Dat is tevens een goede manier om bij bewoners ook bewustwording te creëren over het belang van groen en klimaatadaptatie.”
In gesprek blijven
Dat corporaties in gesprek moeten blijven om stappen te kunnen zetten, onderschrijft Struijs: “Bij een klacht over hitte is het vaak lastig dat het gaat om een combinatie van de woning en het gedrag van de bewoner. Wij geven de bewoner dan tips over het gebruiken van de woning om te voorkomen dat het te warm wordt. Aan ons is het dan om de woning goed uit te rusten, zodat deze niet te snel opwarmt en er goed geventileerd kan worden. Denk aan zonwering of het verbeteren van ventilatie bij bestaande bouw. Het laatste wat je wilt, is dat bewoners massaal airco’s gaan toepassen. Vanwege het energieverbruik en de koelmiddelen die erin zitten, is de klimaatimpact van een airco groot. Bovendien warmt de omgeving door het gebruik van airco’s juist verder op. Dit staat ook in de ladder van koeling [zie kader rechts; red.], die we dit voorjaar in een van de laatste sessies van de Hittegroep bespraken. Kijk dan liever naar aanpassingen in de omgeving van de woning die koelte moeten geven, zoals tuinen en groene plekken. Dat proberen we samen met de bewoners te realiseren. Bij het ontwerp van nieuwe woningen kijken we goed naar wat de oriëntatie is op de zon, waar in de gevel de ramen komen en hoe groot die mogen zijn. De grootste opgave zit echter bij de bestaande bouw. Dat is maatwerk en dat is een beetje de zoektocht waarin wij zitten en vele corporaties met ons. Dit was ook de reden voor Alwel om deel te nemen aan de Hittegroep.” Struijs noemt de energietransitie als voorbeeld waarvoor een landelijk beleid zich ontwikkelt met 2050 als belangrijk jaartal. Voor klimaatadaptatie zoekt men in de corporatiesector ook naar normen of doelstellingen, maar wil men liever niet dat het met allerlei generieke maatregelen helemaal wordt dichtgetimmerd. “Wij zien dat elk bestaand gebouw om een specifieke oplossing vraagt. Bij algemeen toe te passen normen zou dat kunnen leiden tot keuzes die je liever niet hebt. Bijvoorbeeld iets niet doen, omdat de stapeling van eisen een onmogelijke opdracht aan ons als corporatie oplevert”, aldus Struijs.
Kennis vergaren en samenbrengen
Aan de Hittegroep nemen inmiddels een twintigtal corporaties deel. Ieder lid neemt ook deel in een van de vier subgroepen met de thema’s zonwering, ventilatie, groen/blauw oplossingen en renovatie & energie. Tom Thomaes is zelfstandig adviseur klimaatadaptatie en duurzaamheid en ook actief binnen de Hittegroep. “Ik ben de community manager om de storm van informatie te ordenen en in de toolbox te zetten die we ontwikkelen. We hosten online sessies met de leden en soms is er een gastspreker die veel weet over bijvoorbeeld groenblauwe oplossingen. Ik zorg er dan voor dat wat in de subgroepen wordt uitgediept, voor plenaire bespreking en meningsvorming naar de centrale focusgroep gaat. De toolbox [zie onder; red.] die we ontwikkelen voor corporaties is dus een levend document, waarin we thema’s in verband met hitte hebben benoemd en waaraan we continu nieuwe informatie toevoegen voor corporaties.”
'Stapeling van eisen kan een onmogelijke opdracht opleveren voor woningcorporaties'
Verantwoordelijkheid bij wie?
De thema’s van de Hittegroep laten zien dat hitte een probleem is dat een integrale aanpak nodig heeft. Helmer: “Het onderwerp 'hitte’ is interessant en ook lastig, omdat al die bestaande woningen nooit gebouwd zijn met klimaatverandering en extreme hitte als gegeven. Dus is de verantwoordelijkheid van de woningcorporaties in die zin beperkt, omdat het klimaatprobleem iets is dat we samen hebben veroorzaakt. Door de gesprekken binnen de Hittegroep en met de corporaties krijgen we steeds scherper in beeld wat een corporatie op zich kan nemen, maar ook waar de grens ligt. Als oplossing alleen naar vastgoed kijken, is niet voldoende. Het gaat ook niet alleen om de techniek in een woning. Het gedrag van mensen moet ook deel uitmaken van de oplossing. En ja, we hebben inmiddels als Hittegroep heel wat meters gemaakt. Nu wordt het ingewikkelder en komen de beleidsvragen.”
De ladder voor koeling:
- Houd rekening met de omgeving van gebouwen: water en groen geven verkoeling. Ook de schaduwwerking van bomen is van groot belang.
- Voorkom intreding van hitte. Dit betreft zowel bouwtechnische als installatietechnische voorzieningen. Te denken valt aan rekening houden met de oriëntatie van (spui) ventilatiemogelijkheden, de grootte en plaats van gevelopeningen (ramen, deuren) en mogelijke zonwerende voorzieningen (zoals zonwering, overstekken etc.).
- Verdrijven van warmte. Te denken valt aan het aanbrengen van voorzieningen die warmte kunnen afvoeren, zoals (nacht)ventilatie.
- Efficiënte koelvoorzieningen. Indien alsnog koelinstallaties nodig zijn, is het zaak dat deze energetisch efficiënt zijn en geen koelmiddelen bevatten die schadelijk zijn voor het klimaat.