100 Months to Change: in gesprek met Hugo Houppermans van Anders Reizen

Hugo Houppermans
De deadline voor een van de belangrijkste doelstellingen uit het Klimaatakkoord van Parijs, komt snel dichterbij. In 2030 staat er een halvering van de CO2-uitstoot (55%) op de rol en er resteren nog negentig maanden om dit doel te behalen. De benodigde versnelling is alleen te halen als alle bedrijven in de keten een steentje bijdragen door te kantelen naar een duurzamer beleid. Maar hoe doe je dat en waar begin je? In onze reeks 100 Months to Change vragen we Hugo Houppermans van de coalitie Anders Reizen hoe bedrijven worden geholpen om routes uit te stippelen naar duurzamer mobiliteitsbeleid én dat om te zetten in directe actie.
Hoe groot is de CO2-impact van zakelijk reizen?
“Volgens het Centraal Planbureau voor de Leefomgeving is 27% van de totale uitstoot van schadelijke broeikasgassen voor rekening van de mobiliteitssector. Ongeveer één derde van de mobiliteit betreft vervoer dat over het wegennet gaat en 55% van het personenvervoer is van zakelijke aard. Niets raakt mensen zo persoonlijk als dit onderwerp, maar duidelijk wordt dat mobiliteitsbeleid niet bij ieder bedrijf hoog op de agenda staat. Terwijl een sterk beleid ook een belangrijke invloed heeft op de vitaliteit van medewerkers. Je zorgt ervoor dat je medewerkers in optimale mentale en fysieke gezondheid verkeren door bijvoorbeeld het forenzen met de fiets aantrekkelijker te maken.”
Wat zijn de verantwoordelijkheden voor bedrijven om de CO2-footprint rondom mobiliteit te verlagen?
“Als een bedrijf meer dan 100 medewerkers heeft, moet ze vanaf 2023 registreren hoeveel schadelijke broeikasgassen vrijkomen door het zakelijke en het woon-werkverkeer van de medewerkers. Als de uitstoot naar de geldende wet- en regelgeving vanaf 2026 te hoog is, dan moet het bedrijf actie ondernemen. Daarnaast komen de klimaatdoelstellingen in rap tempo op ons af en weet ieder bedrijf wel dat ze positieve veranderingen moeten inzetten.”
En dan komt de vraag: #hoedan?
“Dat is waarin de coalitie Anders Reizen kan ondersteunen. Wij zijn ervan overtuigd dat bedrijven niet het wiel opnieuw hoeven uit te vinden, als ze de volgende stap willen zetten in het uitwerken en concretiseren van het duurzaamheids- en mobiliteitsbeleid. Wij zorgen ervoor, onder andere met kennissessies, dat bedrijven met elkaar in contact komen en elkaar vertellen over actuele vraagstukken. Het doel is om elkaar te helpen om een volgende stap te zetten, gezamenlijke verbindingen te maken en elkaar te enthousiasmeren over een aanpak die werkt. We brengen kenniswijzers uit, bieden de leden een monitoringstool, publiceren videoseries en laten succesvolle voorbeelden zien door actief de media te zoeken. Dat inspireert en zet aan tot actie. Daarnaast agenderen we de belemmeringen van bedrijven en proberen we zoveel mogelijk drempels weg te halen.”
Hoe maak je dat begin?
“Als je van start gaat, ben je op zoek naar inzicht, bijvoorbeeld naar de bewegingen die je medewerkers maken voor zakelijk reizen en hoe vaak er al voor een duurzaam vervoersmiddel wordt gekozen. Daarna volgt beleid en positieve prikkels, waaronder het invoeren van een mobiliteitsbudget of het stimuleren van schonere en fossielvrije leaseauto’s en bedrijfswagens. Je neemt de fietsvergoeding en het parkeerbeleid onder de loep. Veel organisaties kiezen ervoor om het reizen per OV gratis te maken voor de medewerkers. Elk bedrijf kiest een eigen ‘arrangement’ van duurzame oplossingen dat past bij de organisatie.
Daarna komt de implementatie en de rapportage. De handen gaan uit de mouwen en middelen worden vrijgemaakt om de veranderingen naar een nieuwe standaard in te zetten. Dit lukt vaak kostenneutraal of het levert zelfs geld op. Ook pas je rapportage toe om te laten zien dat je doet wat je verkondigt. Tot slot is het essentieel om monitoring te doen, zodat je niet verrast wordt als bepaalde doelstellingen achterblijven óf als je merkt dat specifieke acties juist efficiënt blijken in het behalen van je targets. Dan kom je daar tijdig achter en zet je daar meer kracht bij. We delen in deze fase ook kennis over het stimuleren van positieve gedragsverandering.
Daarna komt de implementatie en de rapportage. De handen gaan uit de mouwen en middelen worden vrijgemaakt om de veranderingen naar een nieuwe standaard in te zetten. Dit lukt vaak kostenneutraal of het levert zelfs geld op. Ook pas je rapportage toe om te laten zien dat je doet wat je verkondigt. Tot slot is het essentieel om monitoring te doen, zodat je niet verrast wordt als bepaalde doelstellingen achterblijven óf als je merkt dat specifieke acties juist efficiënt blijken in het behalen van je targets. Dan kom je daar tijdig achter en zet je daar meer kracht bij. We delen in deze fase ook kennis over het stimuleren van positieve gedragsverandering.”
De organisaties die in positieve zin willen veranderen hebben zich bij Anders Reizen aangesloten als lid. Hoe vrijblijvend is deelname?
“Ieder lid ondertekent de ‘pledge sustainble mobility’, waarmee het bedrijf zich committeert aan een duurzamer mobiliteitsbeleid. Zij gaan aan de slag met een koploperprogramma bestaande uit de tien succesvolste maatregelen. Die maatregelen dragen bij aan de gezamenlijke ambitie. Voorbeelden van maatregelen zijn het aanpassen van parkeer- en vestigingsbeleid, introductie van een flexibel mobiliteitsbudget, maar ook gedragsstimulering. Sommige leden willen al eerder dan 2030 de ambitie van 50% behalen, zoals Eneco en a.s.r. Laatstgenoemde wil al in 2025 het doel van Anders Reizen gerealiseerd hebben.
De pledge zorgt ervoor dat iedereen zich uitspreekt om naar hetzelfde doel te werken. Geen van de organisaties wil onder de ondergrens komen: met het peloton en de koplopers zijn we continu op zoek naar manieren om te versnellen. Als er in de uitvoering van je mobiliteitsbeleid elementen zijn die je lastig vindt, helpt de groep je. Bijvoorbeeld als je niet weet waar je moet beginnen met monitoring of geen kennis hebt van waarop je moet letten. Zo komen we gezamenlijk tot het beste resultaat.”
Waarom is mindset- en gedragsverandering zo belangrijk?
“Beleid staat of valt met gedrag. Als je gedrag in positieve zin wilt veranderen naar duurzamere acties, is het opzetten en borgen van een nieuwe standaard van belang. Als bijvoorbeeld elektrisch rijden in je organisatie de standaard is, dan vraag je niet meer naar vervoer dat gebruikmaakt van fossiele brandstoffen. Als je restaurant vegetarisch is, dan kies je wellicht minder snel voor vlees. Geef je aan iedere werknemer een ov-kaart om gratis mee te reizen, dan is dat het nieuwe normaal.
Bedrijven hebben nu, na de gezondheidscrisis, een mooie kans voor een natuurlijk reset-moment. Tijdens de crisis zijn nieuwe inzichten opgedaan over hoe ouderwetse mobiliteitsstandaarden doorbroken kunnen worden. Organisaties ervaren dat zij de mogelijkheid hebben om gewoontegedrag te herdefiniëren. Grijp die kans dan ook, want mobiliteitsgedrag is in de waan van de dag lastig te beïnvloeden. Houd er bij de herdefinitie rekening mee dat het gaat om de integraliteit van de maatregelen. Alleen een gedragscampagne of alleen het gratis maken van gebruik van openbaar vervoer, werkt niet. De kracht schuilt in de samenhang en logica. Je uitleg moet aansluiten bij de doelen en missie van de organisatie.
Daarna komt de implementatie en de rapportage. De handen gaan uit de mouwen en middelen worden vrijgemaakt om de veranderingen naar een nieuwe standaard in te zetten. Dit lukt vaak kostenneutraal of het levert zelfs geld op. Ook pas je rapportage toe om te laten zien dat je doet wat je verkondigt. Tot slot is het essentieel om monitoring te doen, zodat je niet verrast wordt als bepaalde doelstellingen achterblijven óf als je merkt dat specifieke acties juist efficiënt blijken in het behalen van je targets. Dan kom je daar tijdig achter en zet je daar meer kracht bij. We delen in deze fase ook kennis over het stimuleren van positieve gedragsverandering.”
Welke impact kunnen de bouw- en vastgoedsector en de mobiliteitssector maken als ze de handen ineen slaan?
“Als we maatschappelijke opgaven rondom de woningnood, de materialentransitie en de mobiliteitstransitie aan elkaar koppelen, dan maken we toekomstbestendige slagen. Pakken we het niet integraal op, dan riskeren we dat we gebouwen en gebieden ontwikkelen die nu al ouderwets zijn en over tien of twintig jaar absoluut niet meer voldoen aan de vraagstukken van die tijd. Er kan geen woonwijk meer gebouwd worden zonder een goede aansluiting op het openbaar vervoer, visie op deelmobiliteit en klimaatadaptieve maatregelen. Maar ook het hanteren van auto’s als norm voor mobiliteit vraagt aandacht. Bij het inrichten van woongebieden zal steeds meer aandacht komen voor verblijfsruimtes in plaats van verkeersruimtes. Vroeger was een verkeersruimte de norm. Laten we voortaan verblijf in woongebieden als norm nemen en autoverkeer, letterlijk, daaromheen organiseren.”

Wat houdt partijen tegen om zo integraal te werk te gaan?
“Het begint altijd bij goed opdrachtgeverschap, waarbij bijvoorbeeld de gemeente aan zet is om hoge ambities te stellen. Maar het is ook aan de markt om te laten zien welke innovaties er zijn en om kritisch te reageren op ontwerpen die niet ambitieus of duurzaam genoeg zijn. Daarnaast moeten we veel meer de verbinding met elkaar opzoeken en goed met elkaar praten. Bijvoorbeeld over hoe we onze ruimtes beter gezamenlijk kunnen benutten, zodat we onze werkplekken en bezetting optimaal invullen.
Maar ook door samen gebruik te maken van één elektrische autovloot, deelmobiliteit onderling te organiseren en hybride werken mogelijk maken. En het delen van kantoren is ook zo’n voorbeeld waardoor minder en slimmere reisbewegingen mogelijk worden. Dit soort samenwerkingen slaat terug op het uitgangspunt dat we voor 100 Months to Change hebben: waarom individueel opgaven aanpakken als je met het collectief sneller kan?”