Verder kijken dan verplicht energielabel
Slechts zo’n kleine 50 procent van de kantoorgebouwen beschikt over minimaal energielabel C, dat per 2023 verplicht is. DGMR helpt gebouweigenaren om hun kantoorpanden te verduurzamen en kijkt in haar advisering verder dan deze labelverplichting. “Samen met onze klanten zoeken we naar oplossingen die gebouwen duurzamer en gezonder maken.”
Tekst: Tim van Dorsten, Foto’s: DGMR
Klimaatspecialist Tim Beuker van bba binnenmilieu.
Eigenlijk moeten alle kantoorgebouwen per 1 januari 2023 minimaal beschikken over energielabel C. Deze verplichting is in 2018 gepubliceerd in het Bouwbesluit, maar volgens minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening is dit doel inmiddels niet meer haalbaar. De stand van zaken per 1 oktober 2022 laat namelijk zien dat ongeveer 50 procent van de kantoren voldoet, 11 procent energielabel D, E, F of G heeft en 39 procent nog geen energielabel heeft. Naar verwachting beschikt op 1 januari 2023 ruim de helft van de kantoorgebouwen over het juiste label, schreef hij medio oktober in een brief aan de Tweede Kamer.
Vooral kleine maatschappelijke organisaties vinden het lastig te bepalen welke maatregelen verstandig zijn om te nemen en hoe die te financieren, gaf minister De Jonge destijds aan. Met de nieuwe subsidieregeling Dumava (zie kader, red.) wil het kabinet eigenaren van maatschappelijk vastgoed hierbij helpen. Antwan van Haaren, senior adviseur Duurzaamheid en gezondheid van ingenieurs- en adviesbureau DGMR, denkt dat nog twee andere punten kunnen meespelen bij de vraag waarom eigenaren hun kantoorgebouwen niet verduurzamen. “Het is lastig een reden te geven, omdat we alleen eigenaren spreken die wél voor een verduurzamingsslag kiezen. Maar het kan zijn dat er veel tijd zit tussen de aankondiging van de verplichting en de daadwerkelijke invoering ervan. Ook lijkt het erop dat de Rijksoverheid minder streng gaat handhaven (zie kader, red.). Het bereiken van energielabel C is veelal eenvoudig, bijvoorbeeld door de aanwezige verlichting te vervangen door ledlampen en door het gebouw te voorzien van zonnepanelen om stroom op te wekken voor eigen gebruik.” Toenmalig minister Stef Blok van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties kondigde de verplichting in november 2016 aan, dat is inmiddels zes jaar geleden.
Verder dan standaard
Voor gebouweigenaren die er wél voor kiezen om hun kantoorgebouwen te verduurzamen, is het verplichte energielabel niet de voornaamste reden, denkt klimaatspecialist Tim Beuker van bba binnenmilieu. “De wens om hun eigen CO2-uitstoot te verlagen en de hogere energieprijs zorgden voor een kentering. Bedrijven zijn kritischer geworden op het gebruik van ventilatie en verlichting in hun kantoorgebouwen. Zo proberen ze slim om te gaan met de bezetting in het gebouw. Als zo’n 50 procent van de werkplekken bezet is, beslissen ze om bepaalde verdiepingen af te sluiten en zo te besparen op het energiegebruik voor verlichting en ventilatie.”
Edge Olympic in Amsterdam.
Bij verduurzamingsvragen probeert het ingenieursbureau gebouweigenaren uit te dagen om verder te gaan dan de standaard, vertelt Van Haaren. “In ons advies betrekken we niet het verplichte energielabel C, maar richten we ons op verplichte langetermijndoelen zoals energielabel A in 2030 en ‘Paris proof’ in 2050.
Samen met onze opdrachtgevers zoeken we naar passende oplossingen die hun gebouwen duurzamer en gezonder maken, bijvoorbeeld door met berekeningen en maatregelenpakketten inzichtelijk te maken welke stappen ze kunnen zetten.”
Met name grote vastgoedeigenaren beschouwen dan energielabel C als een tussenstap, merkt hij. “Vaak willen ze voor hun complete portfolio verduurzamen naar energielabel A, ‘Paris proof’ en soms zelfs klimaatneutraal. Op basis van dynamische simulaties van energieverbruiken stellen we in gezamenlijk overleg een routeplan voor hun kantoren op, om zo de werkelijke verbruiken te voorspellen en daarmee de te nemen maatregelen zo concreet mogelijk te maken. Daarbij kijken we niet alleen naar energiegebruik, maar gaan onze adviezen nagenoeg altijd hand-in-hand met het realiseren van een gezonde(re) werkomgeving.”
De Atlas Arena van Vastint. Vastgoedeigenaren van verschillende grootte, zoals Vastint Groep, Edge en ROC Rijn IJssel, willen hun complete portfolio verduurzamen.
Deze adviezen sluiten goed aan bij de vragen van grote gebouweigenaren, geeft Van Haaren aan. “Zij vragen om duurzame en gezonde gebouwen, want gebouwen die aantoonbaar duurzaam en gezond zijn zorgen voor een hogere marktwaarde. Met name de komst van de internationale gezondheidscertificering WELL heeft gezorgd voor een toegenomen vraag naar een gezonde werkomgeving. Dat komt door vastgoedbeleggers, want zij zijn geïnteresseerd in internationale certificaten om hun kantoorgebouwen ook in de toekomst interessant te houden voor bedrijven om zich in te vestigen. Dat gezonde gebouwen nu zo veel aandacht hebben, vind ik opvallend. Het vak van bouwfysicus, dat als doel heeft om te zorgen voor een gezond binnenklimaat en een gezonde werkomgeving, bestaat namelijk al erg lang.”
“In ons advies richten we ons op verplichte langetermijndoelen zoals energielabel A in 2030 en ‘Paris proof’ in 2050.”
Ook Beuker heeft de gevolgen van de komst van dit internationale gezondheidscertificaat gemerkt. “Met name bij grotere bedrijven heeft WELL gezorgd voor een vliegwieleffect om niet alleen hun kantoorgebouwen te verduurzamen, maar ook de werkomgeving voor hun werknemers gezonder te maken. Daarbij heeft het vele thuiswerken tijdens de coronapandemie als gevolg dat werknemers kritischer zijn geworden op hun werkomgeving. Verder zien we een trend dat bedrijven hard werken aan hun beleid rond milieu, samenleving en bestuur, het zogeheten ESG-beleid. Een gezonde werkomgeving is hiervan vaak een van de pijlers. Gezondheid is echter een complex onderwerp, want hoe begin je en wat voor maatregelen zijn effectief? WELL bevat een soort toolbox van op bewijs gebaseerde maatregelen om de gezondheid te bevorderen en helpt zo bedrijven om een praktische invulling te geven aan de gezondheidsambities.”
In de vragen van bedrijven heeft hij de impact van corona gemerkt. “Met name het stimuleren van bewegen heeft een enorme vlucht genomen”, geeft Beuker aan. “Tijdens de pandemie hebben veel medewerkers gemerkt dat er door het vervallen van de reistijd meer tijd is om bijvoorbeeld te sporten. Nu medewerkers weer worden verleid om naar kantoor te komen, zoeken bedrijven naar oplossingen om het sporten ook op kantoor in de werkdag te verwerken. Daarnaast is sinds de pandemie de vraag opgekomen hoe om te gaan met videobellen in kantoorgebouwen?”
“Gezondheid is een complex onderwerp, want hoe begin je en wat voor maatregelen zijn effectief?”
Beschikbaar budget
Bij het bepalen van het budget voor gezonde maatregelen is het belangrijk om binnen een bedrijf integraal naar de kosten en baten van deze maatregelen te kijken, vertelt Beuker. “In de praktijk zien we bijvoorbeeld dat de afdeling ‘Facilitaire zaken’ verantwoordelijk is voor het aanbod in het bedrijfsrestaurant, terwijl de afdeling ‘Personeelszaken’ baat heeft bij medewerkers met een gezond eetpatroon. Het is belangrijk dat beide afdelingen samen optrekken bij een aanbesteding van de catering.”
Handhaving
Niet alleen de lange aanlooptijd kan een oorzaak zijn van het feit dat slechts de helft van de kantoorgebouwen beschikt over energielabel C of beter. Antwan van Haaren van DGMR denkt dat ook de wijze van handhaving hierbij een rol speelt. “In eerste instantie werd aangegeven dat kantoren direct zouden worden gesloten als ze op 1 januari 2023 niet over minimaal label C beschikken. Dat dreigement is inmiddels afgezwakt.” Zo gaf minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening afgelopen oktober aan dat bedrijven en instellingen met kantoorgebouwen die over een lager energielabel beschikken, uitstel kunnen krijgen als ze een plan hebben om hun gebouwen de komende jaren duurzamer te maken. De minister dringt er bij gemeenten op aan om te handhaven, met een sluiting van een pand in het uiterste geval.
Subsidie voor verduurzaming maatschappelijk vastgoed
Om eigenaren van bestaand maatschappelijk vastgoed te helpen hun gebouwen te verduurzamen, heeft het kabinet gezorgd voor de investeringssubsidie voor duurzaam maatschappelijk vastgoed: Dumava. Deze nieuwe subsidie moet eigenaren van vastgoed in onder meer de zorg, overheid, cultuur en van Rijksmonumenten en religieuze gebouwen ondersteunen om te kunnen investeren in verduurzamingsmaatregelen. De Dumava-regeling is sinds 3 oktober 2022 beschikbaar en heeft een totaalbudget van 150 miljoen euro. Op Dumava.nl verzamelt de overheid informatie over deze subsidieregeling.