Integrale aanpak helpt circulaire ambities scherpstellen

De doelstellingen rondom circulariteit zijn kraakhelder. Met minder dan een decennium op de klok om het gebruik van primaire grondstoffen minstens te halveren, is de urgentie duidelijk. Toch blijft het eenvoudig om te verdwalen in het vaststellen van ambities en routekaarten rondom dit onderwerp. Hoe bepaal je circulariteitsmaatregelen en maak je ze concreet in verbeterplannen en duurzaamheidsmaatregelen, zodat we toewerken naar een volledig circulaire economie?

Tekst: Marvin van Kempen, Beeld: cepezed

Dat het vaststellen van circulariteitsambities voeten in de aarde heeft, blijkt wel als we de experts Linda Pennings, Ashwin Walstra en Bas Woldman van SPIE spreken. Zo is er geen concrete definitie voor circulariteit en dat brengt de nodige vraagtekens met zich mee. “Gebouweigenaren zijn vooral zoekende rondom noodzakelijke verduurzaming en circulariteit”, trapt Pennings af. “Wat moet er gebeuren en wanneer zijn de deadlines om resultaten op te leveren? Circulariteit is voor velen een containerbegrip en daarom is het de uitdaging om, zonder normering, ambities zo concreet mogelijk te maken.”

Circulair denken en doen

Dé aftrap voor een verduurzamingscasus is dan ook het scherpstellen van ambities en doelstellingen. Het stellen van prikkelende vragen, poneren van stellingen en het uitdagen om anders of verder te denken, levert daar een belangrijke bijdrage aan. “Dat vormt de eerste stap binnen onze aanpak Ecolution, waarmee we een totaaloplossing met prestatiegarantie geven. Door ambities en doelstellingen te bepalen, kom je erachter welk beeld er heerst van circulair handelen en wat de vraag achter de vraag is bij een verduurzaming”, aldus Pennings. Des te essentiëler is het om het gesprek open te breken over circulariteit, want wat is daar je definitie van en wanneer ben je voldoende circulair bezig? Daar is het 10R-model [zie kader onder, red.] bijzonder geschikt voor. Het is een ladder die aangeeft hoe circulair je denkt en doet. “Deze leidraad is een goede manier om te onderzoeken of je de beste circulaire oplossing hebt uitgedacht”, weet Walstra. “In verschillende stadia van het verduurzamingsproces daag je jezelf doorlopend uit om na te denken over de oplossingen die je treft.”

The Green House, een project waar SPIE een van de projectpartners is.

Zo kan het vervangen van installaties met nieuwe producten ineens een andere kleur krijgen, als blijkt dat materialen niet meer losmaakbaar zijn. “Onderaan de ladder gaat het vooral om het nuttig toepassen van materialen”, illustreert Walstra. “Denk aan het nieuw produceren en toepassen van een klimaatinstallatie die later in de levenscyclus niet meer demontabel is. Klim je hogerop de ladder, dan bekommer je je om het verlengen van de levensduur van het product of de oplossing. Bijvoorbeeld door installaties te repareren of in een ander gebouw opnieuw in te zetten.” Hoe hogerop, hoe meer circulair je handelt. “Het gaat er vooral om dat je in gesprek blijft over de vraag of je nog wel de juiste beslissingen neemt rondom het hergebruik van materialen. Dat kan zowel in een vroegtijdig stadium, als je je ambities uitdenkt, als later, als verduurzamingsmaatregelen worden doorgevoerd.”

De status quo bepalen

Als ambities helder zijn, komt de volgende stap in het proces: het analyseren en ontdekken van mogelijkheden. “Dan creëren we inzicht in de energie- en materiaalstromen die aanwezig zijn in het gebouw, welke installaties we kunnen hergebruiken en welke materialen of grondstoffen teruggeleverd worden aan leveranciers”, aldus Walstra. “We bepalen de status quo niet alleen op het vlak van energie en materialen, maar ook op het gebied van comfort en gezondheid. Die integraliteit is essentieel, want wie wil er nu in een gebouw leven of werken dat energetisch top is, maar op het vlak van gezondheid inboet? Of waarvan de materialen niet worden hergebruikt? Het adviseren pakken we het liefst integraal op, zodat de businesscase op verschillende vlakken klopt.”

Weg naar de top

Wanneer de mogelijkheden in kaart zijn gebracht, is het tijd om de weg naar de top uit te stippelen. In roadmaps zien we hoe energie, circulariteit en gezondheid elkaar ondersteunen. “We onderzoeken dan welke vervangingsmomenten er op korte en lange termijn aankomen, zodat we combinaties van maatregelen kunnen formuleren”, geeft Pennings aan over deze fase, die in Ecolution de ‘EcoRoadmap’ is gedoopt. “Ga je bijvoorbeeld aan de slag met het vernieuwen van de dakbedekking en de isolatie van de gebouwschil, denk dan ook aan zonnepanelen. Zoek daar slimme verbindingen.” Deze stap loopt organisch door in de actiefase: “Dan ga je van ontwerp naar uitvoering en ga je maatregelen implementeren”, licht Pennings toe. “Met zo min mogelijk hinder voor het primaire proces en gebundelde maatregelen, zodat je het verduurzamingsmoment optimaal inzet.”

Dan is het tijd voor de beheer- en onderhoudsfase, waarin je de assets in het pand goed verzorgt zodat de levensduur optimaal is. “Daarvoor mag een digitale prestatiemeting niet ontbreken”, vult Walstra aan. “Zo weet je dat je installaties en het gebouw presteren zoals je het hebt uitgedacht. Dit speelt niet alleen op het energetische vlak.” Het onderdeel Comfort binnen PULSE Core maakt inzichtelijk welke invloed een gebouw heeft op onder andere welzijn. “Dit is een onderdeel binnen het totale platform PULSE Core, ons duurzame gebouwbeheerplatform dat je helpt om aan waarde te bouwen. Building Value noemen we dat. Hier vind je ook modules die bijvoorbeeld de bezettingsgraad meten, zodat je optimaal gebruikmaakt van de ruimte in je vastgoed.”

Circulaire aanpak in de praktijk

Hoe vertalen ambities zich in de praktijk en welke beslissingen maken impact? Dat het niet alleen gaat om de ontwerpfase en het voortraject, maar ook om je beslissingen gedurende de fases van het bouwproces, weet Woldman: “Dat zien we onder andere terug bij het verduurzamen en circulair maken van de huisvesting van een organisatie in een binnenstedelijke omgeving. Zij hebben de ambitie uitgesproken om het denken rondom circulariteit te stimuleren en brengen dat in de praktijk door de herontwikkeling van het kantoor, uitgevoerd door een bouwteam. We werden uitgedaagd om met circulaire alternatieven en ideeën te komen, om circulariteit maximaal toe te passen in onder andere het materiaalgebruik en de werkwijze bij de renovatie.”

“Dat zien we verder ook terug in de aanpak van een ronde toren die werd ontmanteld en een sociaal-maatschappelijke bestemming kreeg. Ten tijde van de realisatie van de toren werd gekozen voor een modulaire bouwmethodiek, maar het prefab gebouw is nog wel met natte knopen opgebouwd. Eenzelfde enthousiasme is te zien bij de circulaire aanpak van het kantoor. We hebben goed gekeken naar de materialen die vrijkwamen. Soms werden we verrast, bijvoorbeeld door de kilometers aan balkhout waar we in eerste instantie niet op rekenden. Daarom is het belangrijk om het ontwerp adaptief te benaderen en kansen te benutten door aanpassingen door te voeren als je die kansen ontdekt. Zorg dat je ketenpartners flexibel genoeg zijn om hierop in te spelen. Die adaptiviteit was vaker in het proces van belang. Zo wilden we populierenhout dat in de lokale omgeving gekapt werd inzetten en hadden we de hele keten nodig om dit optimaal te benutten.”

“Dan is het onder andere van belang dat je architect ervoor openstaat om met vrije lengtes te werken en dat de leverancier van het hout het risico aandurft dat hij de gevraagde hoeveelheid hout kan leveren, ondanks de onzekerheid over het rendement. Er kan bijvoorbeeld krom hout tussen zitten. Daarnaast zorgen we, samen met De Rutte Groep, ervoor dat het beton dat vrijkomt hoogwaardig wordt hergebruikt. Het beton uit de sloop wordt uit elkaar gehaald in drie componentenstromen: grind, zand en cement. Aan het einde van het proces hebben we CO2 toegevoegd aan circulair gewonnen toeslagmaterialen. Daarmee maken we een grotere stap in de reductie van de footprint van beton. Dat brengen we vervolgens weer terug in hetzelfde project.”

Intrinsieke motivatie

Ook Walstra ziet in het veld dat er stappen worden gezet op het gebied van circulariteit: “We zien dat intrinsiek gemotiveerde partijen, die geloven in duurzaamheid en circulariteit, het voortouw willen nemen en tijd, energie en geld willen vrijmaken voor dit proces. Zo ook Hogeschool Windesheim, dat zichzelf het doel heeft gesteld om te verduurzamen en circulair te worden. We ondersteunen hen om ambities concreet te maken en op korte termijn al te starten met duurzaamheidsmaatregelen.” Hoewel er veel verschillende definities voor circulariteit zijn en soms niet altijd duidelijk is hoe je het moet meten, is het vooral zaak om de handen uit de mouwen te steken. “Je kunt erover blijven praten, maar belangrijker is om het te gaan doen.”

Uit de startblokken

Om die reden ontwikkelde Windesheim een oogstkaart om bij te houden welke materialen er vrijkomen, welke waarde eraan wordt toegekend en wat de toxiciteit is. “Op termijn willen we alle gebouwen van Windesheim op deze manier in kaart gaan brengen. Op dit moment lopen er een aantal pilotprojecten.” Walstra ziet dat het loont om de handschoen op te pakken en uit de startblokken te komen. “Zorg voor een nulmeting van je vastgoed en stel bijvoorbeeld de doelstellingen om binnen vijf jaar aantoonbaar, dus met meetbare resultaten, hoger op de circulariteitsladder te staan. Maar ga vooral aan de slag, ook al doe je dat met ogenschijnlijk kleine stappen.” Woldman vult aan: “Besteed voldoende aandacht aan het formuleren van je circulariteitsambities, vooral in Design & Build-projecten. Bedenk je waar het zwaartepunt ligt. Als het gebouw decennia van jou blijft, maak je andere keuzes dan als het over tien of vijftien jaar weer uit elkaar wordt gehaald. Door in alle fases van het bouwproces het gesprek te voeren, kom je tot de essentie van je duurzaamheidswensen.”

Het 10R-model: hoe begin je?

In het 10R-model zie je hoe je van een lineaire (1) naar een circulaire economie komt (10). Onderaan de ladder vind je ‘Recover’ (1), ofwel de energieterugwinning uit materialen en bovenaan ‘Refuse’ (10), het voorkomen van het gebruik van virgin materials.

Hoe zijn de stappen van het 10R-model opgebouwd? De ‘laagste’ trede is Recover en Recycle, nummers 1 en 2, die het nuttig toepassen van materialen betreffen. Vervolgens komt het verlengen van de levensduur van product en onderdelen in de vorm van Repurpose, Remanufacture, Refurbish, Repair en Reuse. Hier streef je naar het hergebruik van het product op hetzelfde niveau. Hogerop vind je de R’s waarmee je het product slimmer gebruikt en maakt: Rethink, Reduce en Refuse, bijvoorbeeld door het herontwerp van een product met circulariteit als uitgangspunt.

Je leest meer over het 10R-model in het Framework Circulair Bouwen van CB’23.