Congestie wordt pas behapbaar als je vraag en aanbod bij elkaar brengt
Een zaak van goed afstemmen
Wegens overbelasting sluiten netbeheerders gebouwen en (delen van) bedrijventerreinen niet langer op het publieke net aan. Die congestie vertraagt de energietransitie omdat het bij nieuwe gebouwen vaak om duurzaam vermogen gaat. Voor welke oplossingen ook wordt gekozen, het blijft een zaak van goed afstemmen.
Tekst: Tseard Zoethout
ECUB (Energie Collectief Utrechtse Bedrijven) heeft dat vanaf het begin goed begrepen. Meer dan drie jaar geleden werd de coöperatie, nu werkzaam op bedrijventerreinen ‘Lage Weide’ en ‘De Wetering-Haarrijn’ (westrand Utrecht), al geconfronteerd met een dreigend tekort aan netaansluitingen. De beoogde aanleg van nieuwe aansluitingen kon wel eens jaren duren. Daarop wilde ECUB niet wachten. In hoog tempo vormde men werkgroepen die de schouders onder alternatieven zetten. Afgelopen Kerst culmineerde dat in twee subsidies van bijna anderhalf miljoen euro voor ‘Congestiemanagement and Power Balancing’ aan ECUB. Het consortium bestaat verder uit Friday Energy, Stamhuis, REConvert, Warmtebouw en de Universiteit en Hogeschool Utrecht, met ondersteuning van Berenschot.
Plannen ECUB
Bert Strijker, directeur van ECUB, licht toe. “Naast voorlichting en educatie, in samenwerking met de Hogeschool Utrecht en de Universiteit van Utrecht, bestaan onze plannen uit drie componenten: nieuwe PV-systemen die niet alleen op het zuiden worden gericht maar ook, als folie, op de westelijke en oostelijke gevels komen. Daardoor wordt een vlakker profiel van opwek over de dag mogelijk. Daarnaast komen er twee batterijen voor opslag, goed voor in totaal 1MW. En tenslotte de ‘digital twin’, een digitale weergave van opwek en verbruik van energie op onze bedrijventerreinen.”

Strijker zoomt in dat laatste: ‘de ‘digital twin’ wordt nu ontwikkeld onder leiding van Wilfried van Sark, professor integratie van zonne-energie aan het Copernicus Instituut van Universiteit Utrecht. Daarmee krijgen we inzichtelijk wat energiecirculariteit betekent voor de gebruikers, voor de beleidsmakers en voor nog niet aangesloten bedrijven. Tot hoever kunnen we de diepte in, mede in het licht van de privacy en wet- en regelgeving? De urgentie wordt steeds duidelijker: bedrijven moeten, in samenwerking met netbeheerders en overheden, stappen zetten om overbelasting tegen te gaan, vooral in het licht van de energietransitie. Rond de zomer zijn de gegevens uit de ‘digital twin’ geanalyseerd en valt er meer te zien. Eind volgend jaar willen we draaien.’
Impact teruglevering
Volgens Ton van Cuijk, innovatiemanager bij netwerkbedrijf Enexis Groep, zullen we veel meer in systemen moeten denken om congestieproblemen op te lossen. “In steeds meer gebieden ontstaan wachtrijen, soms gaat het net zelfs tijdelijk op slot. Naast productiecongestie kennen we congestie voor afnemers van elektriciteit. Die impact is vaak groter. Onze klanten eisen steeds meer verduurzaming maar als ze geen ruimte op het net krijgen, kan hun verduurzaming niet gefaciliteerd worden.”
Van Cuijk ziet drie oplossingsrichtingen: voorkomen van congestie, beter benutten van netcapaciteit en structurele aanpassingen. Voorkomen kan door te sturen op de vraag, bijvoorbeeld bij wind- en zonneparken. Probleem is dat die parken in het landelijk gebied liggen waar de grond goedkoop is terwijl verbruik juist in de Randstad plaatsvindt. “Als je vraag en aanbod dichter bij elkaar brengt, wordt congestie beter behapbaar. Mocht dat niet mogelijk zijn, dan zal je de netcapaciteit efficiënter moeten gebruiken, bijvoorbeeld met cable pooling waar wind- en zonneparken op één (in plaats van twee) aansluiting op het net worden aangesloten.”
Uiteindelijk zullen er structurele oplossingen moeten komen. ‘We kunnen het tempo van nieuwe duurzame bronnen, vooral van PV-systemen en zonneparken, fysiek niet bijhouden’, verklaart hij. “De looptijd voor het bouwen van een nieuw station duurt vaak jaren terwijl je een zonnepark al binnen het jaar kan realiseren. We zoeken naar wegen om capaciteit slimmer en sneller bij te bouwen. Enexis zet daarom bijvoorbeeld mobiele e-houses voor het middenspanningsnet in. Dit zijn prefab netstations die snel kunnen worden geplaatst om de netcapaciteit uit te breiden.”
Dynamische tarieven
Dynamische tarieven voor elektriciteit zijn een structurelere oplossing. De invloed van de netbeheerder hierop is echter klein: de energierekening bestaat voor ruim driekwart uit het commerciële tarief, voor een kwart of minder uit het nettarief. Toch ziet Van Cuijk wel kansen.
‘De markt voor warmtepompen en stekkerauto’s is nu nog beperkt maar groeit sterk. Met dynamische tarieven kunnen we een prikkel toevoegen. Samen met de markt onderzoeken we nu het bandbreedtemodel op basis van het veroorzakersprincipe. Wie buiten de marge komt, bijvoorbeeld door zijn elektrische auto te laden als ook andere elektrische apparaten aan staan, zal dan extra moeten betalen. De gesprekken hierover lopen, maar dat is een project van de lange adem.’
De volgende stap is dat energieleveranciers dat model ook meenemen. ‘Dan maken we een grotere slag’, vervolgt Van Cuijk. “In het nieuwe energiesysteem zullen elektrische auto’s en warmtepompen sowieso meer als buffer fungeren. Afstemming in het digitale domein is dan wel cruciaal. Naarmate de salderingsregeling meer wordt afgebouwd, wordt ook andere vormen van opslag, denk aan thuisbatterijen, interessanter.”

Balanceringsovereenkomst
Een van de partijen die zich met powermanagement voor micro grids bezighoudt, is Spectral Energy. Deze spin-off van Metabolic begon bij Schoonschip, het CPO-project voor 30 waterkavels aan de Buiksloterham in Amsterdam-Noord, waar het algoritmen voor het slimme net gebruikt. Dit jaar is Spectral ook de service provider geworden voor ECOS (Energie Collectief Schiphol Trade Park). De balanceringsovereenkomst die SADC, eigenaar van het park, ECOS en Spectral met netwerkbedrijf Liander hebben gesloten, is uniek.
Philip Gladek, CEO van Spectral energy, licht het innovatieve karakter van deze overeenkomst toe. ‘Enkele nieuwe bedrijven kregen nog wel een netaansluiting, de meesten echter nul op rekest’, zegt hij. “In plaats van elk gebouw als een eiland te beschouwen, stelt de overeenkomst ECOS in staat om de capaciteit te bundelen binnen de vrije ruimte van Liander.”
“Het middenspanningsnet”, verduidelijkt Gladek, “is uitgelegd op pieken, slechts 10 tot 30 procent van de netcapaciteit wordt tijdens de zomer en andere maanden ingezet. Dat geeft ons de kans om die vrije ruimte in ‘realtime’ te benutten en scheelt 70 tot 90 procent aan gasverbruik. Veel bedrijven hebben een transportlimiet. Willen ze een uitzondering, dan moeten ze zich aansluiten bij ECOS. Die heeft de beschikking over PV-systemen, batterijen en een gasgenerator. Wij krijgen specificaties van hun leden, optimaliseren de stromen en laten Liander weten wat de staat van het virtuele net is. Tevens zorgen we voor het financieel management op basis van verbruik en teruglevering.”
Volgens hem is opschaling van dit concept veelbelovend om congestie op het net tegen te gaan, zowel voor industriële partijen als coöperaties.

Ton van Cuijk