Breman kenniscentrum brengt energietransitie dichtbij huis

Sinds 2020 heeft de Breman Installatiegroep een kenniscentrum energietransitie te Zwolle. Van daaruit verzorgt de installatiegroep verduurzamingsadviezen, trainingen en cursussen voor woningcorporaties. Hoe kunnen die hun huurders verleiden tot duurzame gedragsverandering? ‘Wij trainen wijk- en mutatieopzichters waaraan ze moeten denken om die inzichten begrijpelijk aan de bewoners uit te leggen.’

Tekst: Tseard Zoethout, Beeld: Breman

Dat zegt Harm Laanstra, technisch specialist duurzame installaties bij Breman Woningbeheer Noord BV, onderdeel van het bijna honderdjarige familiebedrijf uit Genemuiden. ‘Welke maatregelen je in een woning of wijk ook neemt’, zegt hij, ‘ze hebben altijd gevolgen voor de bewoners. Als je hen niet tijdig en naar behoren informeert, dan werkt de installatie niet optimaal of ontstaan er klachten die je had kunnen voorkomen. Veel opzichters en voorlichters bij woningcorporaties hebben geen technische achtergrond. Vanuit ons kenniscentrum geven we hen uitleg hoe ze hun huurders het beste kunnen meenemen in de energietransitie.’

Isolatie

Dat begint al bij isolatie. ‘Een cv-ketel staat standaard afgesteld op een aanvoertemperatuur van 80 graden Celsius, een warmtepomp op 35 tot 40 graden’, vervolgt hij. ‘Traditionele radiatoren waar water op 70 graden doorheen stroomt, kennen stralingswarmte naast dat ze warmte langzaam aan de lucht rondom de radiator afgeven (convectie). Deze warmte voel je op je huid terwijl de lucht niet warmer is. Bij laag-temperatuur (LT) systemen valt deze stralingswarmte weg. Bij slecht geïsoleerde huizen krijg je last van koude gevels en ramen (koudeval). Hierdoor wordt het lastig om met een warmtepomp comfortabel te verwarmen zonder de woning na te isoleren. Bij adviezen maken wij dan ook een plan voor zowel de installatie als de mate van isolatie.’

Anderzijds kan isolatie verkeerd uitpakken, niet alleen in de bestaande bouw maar vooral in de nieuwbouw waar de warmte amper verloren gaat. Dat is fijn in de winter, maar iets minder in de zomer. ‘Om oververhitting tijdens hete perioden tegen te gaan, loont het om in bestaande woningen soms minder te isoleren. Voor nieuwbouw is sinds januari 2021 de TOJuli (Temperatuur Overschrijding Juli) van kracht. Dat stelt specifieke eisen aan oververhitting. Zowel voor de bestaande bouw als voor de nieuwbouw kunnen we dat op aanvraag doorberekenen. Naast voldoende ventilatie zal je rekening moeten houden met het dak. Dat kan je aan de binnenzijde isoleren, maar bij een plat dak is vervanging van bitumineuze bedekking door witte platen vaak een goedkopere oplossing.’

Andere verwarming

Een warmtepomp, hybride of elektrisch, is vaak gekoppeld aan een LT (lage temperatuur) systeem, oftewel vloerverwarming. Dergelijke verwarming brengt wel een ander gebruikersgedrag dan stoken met een cv-ketel met zich mee, weet Laanstra. ‘Een cv-ketel kan je ’s nachts makkelijk lager zetten’, legt hij uit. ‘Met een warmtepomp lukt dat niet of nauwelijks. Die zal constant moeten blijven draaien. Bij maximaal twee graden verlaging is er nog voldoende capaciteit over voor een goede werking van de warmtepomp.’

Volgens Laanstra heeft een LT-systeem gevolgen voor de wijze waarop bewoners het comfort ervaren. ‘Draai je de thermostaat van een CV ketel hoger’, zegt de specialist, ‘dan krijg je binnen een kwartier warmte in de woning. Een warmtepomp met vloerverwarming werkt en voelt anders. De vertrekken warmen langzamer op en koelen ook weer langzamer af. Je zal een warmtepomp niet alleen op de juiste manier moeten installeren, maar ook het gebruik ervan monitoren. Een energiecoach, ingehuurd of door de corporatie aangesteld, kan dat voor de bewoners begeleiden. Als mutaties zich aandienen of nieuwe huurders in de woning trekken, zullen opzichters dat ook goed naar de bewoners moeten communiceren.’

Duurzame concepten

De eerste vraag die de medewerkers van het kenniscentrum (nu 3,5 fte en uitbreidend) aan corporaties stellen, is wat men wil bereiken en welke technieken daarvoor in de woning of wijk noodzakelijk zijn. Het antwoord hangt af van de staat van de woning, het bouwjaar en de plannen van de gemeente voor verduurzaming. Daarnaast speelt financiering een grote rol. Pakken corporaties de woning of wijk meteen volledig duurzaam aan, bijvoorbeeld tijdens een renovatie of groot onderhoud, of voeren ze de maatregelen wegens de kosten juist in stappen uit?

‘In nauw overleg met de corporatie bekijken we welke oplossingen het meest voor de hand liggen’, legt Laanstra uit. ‘Dat doen we eerst door middel van een quickscan waarin we de scenario’s qua energieverbruik, onderhoud, CO2-reductie en kosten globaal doorrekenen. Vervolgens komt maatwerkadvies aan bod. Daarna gaan we de te nemen maatregelen voor een bepaald woningtype ook seriematig uitwerken waarbij zo min mogelijk overlast voor de bewoners voorop staat.’

Warmtepomp kiezen

De specialist zoomt in op de warmtepomp, een van de meest toegepaste duurzame technieken. Harm Laanstra: ‘Wat is nodig en wat is werkbaar? Er bestaan ruim 150 verschillende soorten warmtepompen. Een woning moet je natuurlijk niet met een te grote warmtepomp uitvoeren want dat is slecht voor de levensduur van de warmtepomp, maar ook niet met een te kleine, want dan wordt de woning onvoldoende verwarmd.

Het kiezen van het soort en type is een uitdaging. Op basis van onze kennis en kunde selecteren we op onderhoud, beschikbaarheid van onderdelen en het service apparaat van de fabrikant. Zonder goede ondersteuning van de fabrikant gaat het immers niet. Voor zo’n selectie moet je over de nodige expertise beschikken.’

‘En daarna goed inrichten’, voegt hij er nadrukkelijk aan toe. ‘De laatste jaren is de warmtepomp soms negatief in het nieuws geweest. Bewoners stoorden zich aan het geluid. Wij houden ons aan de nieuwe eisen van de overheid. Op de erfgrens mag overdag – van 7 uur ’s ochtends tot 7 uur ’s avonds - maximaal 45 decibel worden geproduceerd en maximaal 40 decibel ’s nachts. Wij kunnen uitrekenen welke warmtepomp daarvoor geschikt is en ook binnen de grenzen van de maximale geluidsdruk valt.’

Toekomst

De toekomst van het kenniscentrum ziet de technisch specialist zonnig in. ‘Er komen steeds meer aanvragen, vooral van woningcorporaties maar nu ook vanuit de vastgoedwereld’, besluit hij. ‘Verduurzaming van woningen is complexer dan alleen het plaatsen van een warmtepomp. Wij zorgen voor kennisoverdracht waarop klanten kunnen vertrouwen en overleggen concepten op voorhand zodat ze weten waaraan ze toe zijn. De cruciale vraag blijkt vaak: wanneer wat te doen?’