Waterschap Drents Overijsselse Delta gaat voor emissieloze dijkversterking
De Stenendijk in Hasselt krijgt een versterking, zonder dat daarbij schadelijke broeikasgassen worden uitgestoten. Dijkzone Alliantie Stenendijk is aan de slag gegaan met het emissieloze dijkversterkingsproject, met een combinatie bestaande uit Ploegam, Dura Vermeer, Gebr. De Koning, TAUW en Fugro. Duurzaam Gebouwd spreekt twee betrokkenen om de innovaties onder de loep te nemen.
“We zijn verantwoordelijk voor de veiligheid en hoogwaterbescherming”, begint directielid David van Raalten van Waterschap Drents Overijsselse Delta. “We beoordelen onze dijken dan ook regelmatig of ze hoog genoeg en sterk genoeg zijn. Aan de Stenendijk in Hasselt ontdekten we een onderdeel dat niet voldeed aan de wettelijke eisen. We wilden die dijk gaan versterken.” Een unieke eigenschap van de dijk is dat het een stenen muur betreft. “Het is de laatste van zijn soort die we in Nederland hebben, een rijksmonument dat sinds 1308 bestaat. Omdat het zo’n uniek object is, moet een versteviging worden uitgevoerd met respect voor het cultuurhistorisch verleden en met de benodigde expertise.”
Geen broeikasgassen meer
Een traditionele renovatie van het monument behoorde tot de mogelijkheden, maar daar koos Waterschap Drents Overijsselse Delta niet voor. Integendeel: de uitvraag werd uitgeschreven aan de hand van een geconstateerd risico. Het verkrijgen van de vergunningen, met name de natuurvergunning, was vanwege de stikstofdiscussie een groot risico. Ploegam ging aan de slag met de uitdaging, zo vertelt Gijs Ploegmakers: “Anderhalf jaar geleden zijn we met de ontwikkeling van machines voor emissieloos bouwen begonnen. We stelden ons de vraag: ‘Hoe kunnen we machines geen broeikasgassen meer laten uitstoten op de bouwplaats?” Diverse partners werden benaderd om de stap naar elektrificatie te realiseren. “We werkten samen om het eenvoudiger te maken om verwisselbare accupakketten in te bouwen in onze machines. We hebben nu verschillende machines die emissieloos zijn, waaronder een minigraafmachine van 1,9 ton, een mobiele kraan van 17 ton en een rupsgraafmachine van 30 ton.”
Uitdagend bij de stap naar all-electric machines zijn niet alleen de innovaties die ermee gepaard gaan, maar ook de logistieke processen. “De machines moeten opgeladen worden en op de bouwplaats is dat uitdagend”, gaat Ploegmakers verder. “Als we batterijen wisselen, gaan we over op een ander elektrisch aangedreven voertuig om die klus te klaren. Het is belangrijk om 24 uur per dag accu’s volledig opgeladen te hebben, zodat je ze op ieder gewenst moment kunt inzetten.” Powerhouse van Essent levert de stroom waarmee de accu’s worden opgeladen: “Er zijn verschillende locaties waar we de accu’s opladen met stroom afkomstig van zonnepanelen en windmolens”, geeft Ploegmakers aan. “Het is belangrijk dat we borgen dat we enkel gebruikmaken van groene stroom.”
Zeldzame uitvraag
Zelfs nu we ons middenin de discussie rondom stikstof en PFAS bevinden, is het nog geen gemeengoed om duurzame uitvragen aan de markt te stellen. Van Raalten denkt dat het essentieel is om dit wél te doen: “De markt wil uitgedaagd worden, maar dan moet je daar als opdrachtgever wel het voortouw in nemen. Het is aan ons als overheden om dit te doen. Dit gebied leent zich bijzonder goed voor een emissieloze ontwikkeling, want het is een Natura 2000-gebied.”
De markt betrekken bij een ontwikkeling zou volgens Van Raalten vaker moeten plaatsvinden. “We halen het betrekken van de markt naar voren toe en vragen om eerder in te stappen. We stellen de opgave voor in al zijn facetten en geven aan wat volgens ons de beste manier is om het aan te pakken. We gaan ook het gesprek met elkaar aan om de plannen naar een nóg hoger niveau te tillen.”
Kennis inbrengen
De gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een duurzame ontwikkeling zint ook Ploegmakers. “We worden op een andere manier betrokken bij het proces, waardoor we onze kennis goed kunnen inbrengen. Dat heeft een aantal voordelen. Zo lopen we geen gevaar dat we stilstand hebben in de realisatie en dat scheelt meteen een hoop geld. Door deze manier van aanbesteden komen we gezamenlijk tot een optimaal ontwerp, wat de faalkosten doet verminderen.” Ook de effecten op de omgeving zijn positief. “Op het vlak van akoestiek bijvoorbeeld, vanwege de verminderde geluidsproductie van de emissieloze machines. Bovendien draagt het bij aan een veilige omgeving, wat vanzelfsprekend onze hoogste prioriteit is. We zorgen onder meer voor fietspaden, die zo worden aangelegd dat ze om de bouwplaats geleid worden.”
Nek uitsteken
De betrokken partijen laten met het emissieloze project zien dat bouwen duurzamer kan. Kan het project wat hen betreft een blauwdruk vormen voor ontwikkelingen in de toekomst? “Deze ontwikkeling draagt bij aan het sneller handelen van opdrachtgevers, maar ook van opdrachtnemers”, denkt Van Raalten. “Opdrachtgevers moeten het voortouw nemen en vragen om duurzaamheid. Daag de markt uit en blijf niet eindeloos praten. Zet je opdracht zo in de markt dat een aanbiedende partij zich uitgedaagd voelt en vernieuwing kan brengen.” Daar sluit Ploegmakers zich bij aan. “We laten hier zien dat het kan, dus in die zin kan dit project als een demonstratieproject gezien worden. Op den duur wordt het vanzelfsprekend dat je op deze manier gaat werken.”