People Flow Planning: analyse van gebouwdata voor optimale inzet van liften
Tekst: Marvin van Kempen en Reinoud Schaatsbergen
Slimme gebouwen spelen een belangrijke rol om de Klimaatakkoord-ambities rondom energiebesparing te halen. Welke rol spelen liften bij deze kanteling en wat levert effectieve verplaatsing van gebouwgebruikers je op? “De verandering van een traditionele besturing naar People Flow Planning betekent een energiebesparing van 15% van het verbruik van de lift.”
We praten met Caroline Simon Thomas, directeur modernisering bij KONE, die ons vertelt over de invloed van liften bij verduurzaming. Wordt er al goed nagedacht over de mogelijkheden voor verticale bewegingen in een ontwerp bij renovatie van het gebouw? “Nog niet altijd”, begint Simon Thomas. “Een architect wil vanzelfsprekend in alle facetten een topgebouw neerzetten: qua esthetiek, maar ook op het gebied van duurzaamheid. De lift is misschien geen ondergeschoven kindje, maar wordt soms pas belicht aan het einde van het ontwerpproces. We werkten mee aan gebouwen, waarbij ons op het laatste moment gevraagd werd: ‘Waarom is de wachttijd voor de liften zo hoog?’. Dat kan bijvoorbeeld te maken hebben met een koffiecorner op de eerste verdieping die een bottleneck gaat vormen, omdat dit een hoofdstopplaats wordt. Hier zie je het pijnpunt: door aan het einde van het proces pas betrokken te zijn, creëer je geen optimale situatie. Dit in tegenstelling tot nieuwbouwprojecten. Dan worden we wel meegenomen in het initiële proces met simulaties.”
Mapping en de effecten op de bewegingen
In dit voorbeeld bleef een aantal kansen liggen: het ontwerp werd niet integraal besproken en er werd uitgegaan van een conventioneel model voor verticale bewegingen. Dat kan anders: “In een ideale situatie denken wij mee aan het begin van het traject, waarin we onder andere de architect bevragen over de gewenste situatie”, vervolgt Simon Thomas.
“We simuleren vervolgens met modellen wat de effecten zijn op bewegingen. Door middel van mapping weet je als je een gebouw binnenkomt welke werkplekken beschikbaar zijn en ga je er zo effectief mogelijk heen.” Om tot die inzichten te komen, heeft data een essentiële rol. “We kunnen informatie uit liften inwinnen over bijvoorbeeld de hoeveelheid bewegingen op iedere verdieping en met sensoren data verzamelen over de aantallen mensen die zich in een gebouw bevinden en per afdeling. Die data gebruiken we om advies te geven over het ontwerp: misschien is het belangrijk om vergaderruimtes anders in te delen, koffieautomaten op diverse en specifieke verdiepingen te plaatsen. Ingrepen kunnen relatief eenvoudig zijn en dan zie je meteen positieve veranderingen in het energieverbruik.”

Laat waarde niet liggen
Het aandeel energie dat door liften wordt aangesproken in gebouwen ligt tussen de 5 en 8 procent van het totaal. Dat klinkt als een relatief laag percentage, maar het is volgens Simon Thomas slechts een deel van het verhaal. “Door je te richten op People Flow Planning en eventuele bestemmingsbesturing zorg je voor minder ritten en besparing op energie. Zo’n 15% besparing is mogelijk ten opzichte van traditionele situaties. Daarnaast heb je te maken met minder slijtage, want de lift hoeft minder ritten te maken over de levensduur. Je verlengt de levenscyclus door de gebruikers zo efficiënt mogelijk te vervoeren. Ook kun je ruimte besparen, want data kan aantonen dat je bijvoorbeeld minder liften nodig hebt. Dat betekent een schacht minder, wat je uiteindelijk investeringen bespaart en meer vloeroppervlakte oplevert.” Ze adviseert om deze redenen ook om vroegtijdig overleg te voeren met alle ketenpartners. “Op verschillende gebieden laat je anders waarde liggen.”
Integrale renovatie
Het grote goud schuilt in de omvangrijke renovatieopgave. Een aanzienlijk deel van de kantoren in Nederland zit nog in de race naar een verplicht energielabel C in 2023. Als er een verduurzaming plaatsvindt, is het interessant om deze integraal aan te pakken, weet Simon Thomas: “In bestaande gebouwen is People Flow Planning nieuw, maar kan het veel toevoegen. Neem een gebouw waarin een renovatie beoogd is. Als we met data onderbouwen dat er ophopingen van mensen zijn in een krappe lobby, loont het voor de doorstroom en de beleving om de gebouwinrichting te optimaliseren. Ook op andere plekken in het gebouw kun je een hogere efficiëntie en versnelling bereiken.” Inzicht in data zorgt ervoor dat de juiste beslissingen genomen worden. “We zien dat niet alle gebouweigenaren weten hoeveel mensen er door een gebouw gaan. Het aantal gebouwgebruikers kan door bezoekers snel oplopen. Is dat aantal bekend of moet er nader onderzoek worden gedaan? We zorgen niet alleen dat die data bekend is, maar dat het ook op een toegankelijke manier aan de eigenaar wordt getoond, zodat die oplossingen aan vraagstukken kan koppelen.”
Circulaire liften: utopie?
Kunnen we al spreken van circulaire en losmaakbare liften? Volgens Simon Thomas is KONE daar hard naar op weg: “We kunnen eigenlijk alle materialen uit de liftschacht opnieuw inzetten, zoals staal. Tegengewicht, frames en geleiders willen we hergebruiken, maar dan moeten we er zeker van zijn dat de veiligheid geborgd is.” Ze merkt dat er meer aandacht is voor het onderwerp en schat in dat circulariteit de komende jaren een voorwaarde wordt bij nieuwbouw en renovatie. “Daarbij gaat het niet alleen om het hergebruiken van liftmaterialen, maar ook om randelementen. Denk bijvoorbeeld aan de materialen die we gebruiken om onze onderdelen aan te leveren. Als organisatie is het belangrijk om daarover kritische vragen te stellen: op welke manier kun je de materialen die je niet meer nodig hebt bijvoorbeeld inzetten in de omgeving, zodat de waarde van grondstoffen behouden blijft?”