‘Gezamenlijk streven naar digitale fitheid’
Hoe zag de geschiedenis van data en digitalisering eruit en welke versnelling zet de bouw- en vastgoedsector in? Duurzaam Gebouwd krijgt een geschiedenisles én een vergezicht als we in gesprek gaan met Thijs Haafkes en Gert-Jan Ditsel van Dura Vermeer.
Tekst: Marvin van Kempen, Beeld: Dura Vermeer
Om te weten waar we naartoe gaan, is een kijk op het verleden van belang. We blikken dan ook terug naar 2012, toen de bouwcrisis in volle gang was en digitalisering opkwam. “Onze toegevoegde waarde is de coördinatie voeren in het bouwproces”, begint Ditsel. “Vanuit deze kernwaarde zoeken en vinden we een weg in de opkomst van digitalisering. We investeerden onder andere in een afdeling BIM, om zelf te gaan modelleren en engineeren. We wisten als bouwer toen al hoe we gebouwen wilden maken, maar de samenhang en -werking tussen partijen was destijds de uitdaging.” Multidisciplinair werken was op dat moment nog niet de standaard, maar moest het wel worden. “Je had toen verschillende waarheden, vanwege de verschillende modellen die door partijen werden geleverd, zowel bouwkundig en constructief”, weet Haafkes. “Die periode leerde ons dat we eenvoudiger informatie met elkaar wilden uitwisselen en dat de gegevens moesten matchen met elkaar om naar één waarheid toe te werken.”
De jaren erna deed Lean zijn intrede: het continu verbeteren van processen. Samenwerkingspartijen werden partners en leerden van elkaar om aan ieder onderdeel waarde toe te voegen. “Partijen die met ons samenwerkten, begrepen wat wij nodig hadden om goed te kunnen bouwen”, gaat Ditsel verder. Haafkes vult aan: “Andersom wisten wij wat we nodig hadden van marktpartijen. Zij brachten hun productie steeds beter in kaart en gaven uitgebreidere informatie in productmodellen. Met die gegevens werd het eenvoudiger om bijvoorbeeld voorbereidingsprocessen te voorspellen en faalkosten te reduceren.”
Van tekening naar model
Beheersbaarheid vormde dan ook een uitdaging bij een enorm project als AFAS. Zo was het onder meer essentieel om modellen op de juiste manier op te splitsen: “Het project bestaat uit het kantoor, middenstuk en het theater”, vertelt Haafkes. “Hoe sluiten die onderdelen op elkaar aan? Deze uitdaging was vooral technisch van aard. Uiteindelijk kon iedere ketenpartner met een filter aangeven welke informatie belangrijk was voor het werk en wierp de voorbereiding zijn vruchten af in latere processen.”
Even spannend was het leidend maken van een model ten opzichte van een tekening. “Die laatste is voor veel marktpartijen nog steeds belangrijk, maar daarin zal een verschuiving plaatsvinden”, veronderstelt Ditsel. “Dura Vermeer staat op zijn beurt voor een andere uitdaging, namelijk hoe we ervoor zorgen dat complexe modellen eenvoudig door de marktpartijen verwerkt kunnen worden.”
AFAS in BIM 360
In 2017 kwam het project AFAS in Leusden op het pad van Dura Vermeer, waarin kennis over data en digitalisering samenkwam. Onder andere in de vorm van BIM 360, een platform om efficiënt samen te werken in de cloud. “Vanaf de ontwerp- tot en met de beheer- en onderhoudsfase werkten we samen met onze partners in BIM 360”, vertelt Ditsel. “Dat gaf de mogelijkheid om op ieder moment actuele data naar voren te brengen. Dat zorgde voor meer grip op en samenhang tussen elementen. Waren er issues of incidenten, dan navigeerde iedereen naar hetzelfde stuk en konden we het meteen oplossen.” Daarmee hield het projectteam de snelheid in het bouwproces én vond er een kwaliteitsverhoging plaats: “Wij konden de juiste data verstrekken richting onze marktpartijen en we kregen van hen betere modellen terug. Dat is geen overbodige luxe bij een project als AFAS, waar alles rond is, denk aan de theaterbol. Een BIM-model is dan goud waard om een stap verder te zetten en grip op je data te houden.”
Nieuwe inzichten
Digitalisering is ook in andere vastgoedtyperingen te vinden, zoals zorgomgevingen waarin cruciale ruimtes gedigitaliseerd worden. “Denk aan ziekenhuizen waar specifieke medische apparatuur in gebruik is”, vult Haafkes aan. “Dan heb je het onder andere over zichtlijnen en ruimtebeleving. Dat besef van ruimte en de visualisatie ervan zijn interessante onderdelen van digitalisering. Het is tegenwoordig mogelijk om samen met de opdrachtgever en gebruikers een kijkje te nemen in het virtuele gebouw. Dat kan leiden tot nieuwe inzichten, bijvoorbeeld over de plaatsing van bepaalde elementen zoals installatietechniek.”
Ook bij herontwikkeling kan digitalisering het verschil maken, bijvoorbeeld bij het hoofdkantoor van Alliander in Arnhem. “Dat hebben we volledig gescand, gedigitaliseerd en er een 3D-model van gemaakt”, aldus Ditsel. “Daarmee kwamen we op het niveau dat nodig is voor een materialenpaspoort. Het is dus zeker niet onmogelijk om een materialenpaspoort te maken van een gebouw dat al in gebruik is en waar je achteraf data over moet inwinnen.”
Naar een digital twin
Digitalisering heeft daarom volgens Haafkes en Ditsel een belangrijke rol voor de versnelling van duurzaamheid. Dat begint volgens het duo in eerste instantie bij Dura Vermeer zelf: “We hebben een voorbeeldrol als het gaat om het leveren en structureren van data”, vindt Ditsel. “Een belangrijk onderdeel is het betrekken van nieuw talent. We hebben verbindingen met onderwijsinstellingen en er is een constante toestroom aan young professionals die kunnen proeven aan de praktijk.” Wat is dan het vergezicht voor digitalisering? “Het uiteindelijke resultaat kan een digital twin zijn, een virtuele weergave van een object”, blikt Haafkes vooruit. “Om dat te bereiken moeten we wel de uitdaging aan en die is marktbreed. We moeten gezamenlijk streven naar digitale fitheid”, besluit Ditsel.