Geografische data als communicatiemiddel in energietransitie
Om duurzaamheidsvraagstukken goed te beantwoorden hebben we data nodig. Data over klimaat, maar ook data over infrastructuur, leefomgeving, demografie en ga zo maar verder. Inzicht krijgen in die grote hoeveelheden data is niet eenvoudig. Geografische data en vooral de fysieke locatie van duurzaamheidsvraagstukken vormt de rode draad door verschillende datasets en kan antwoorden bieden op complexe problemen.
Tekst: Miguel Lesy
Als we nadenken over locatie, is het meest tastbare voorbeeld vaak de plek waar we wonen of werken. Elk gebouw staat namelijk op een perceel en elk perceel is ergens vastgelegd. Die vastlegging gebeurt niet zomaar: elke locatie is identificeerbaar aan de hand van een stelsel aan vooraf gemaakte afspraken dat gebruikmaakt van coördinaten. Denk bijvoorbeeld aan GPS-coördinaten of de Nederlandse Rijksdriehoekscoördinaten.
Deze coördinaten worden vaak op twee manieren weergegeven: aan de hand van rasterdata of aan de hand van vectordata. Rasterdata bestaat uit een matrix van cellen, waarbij elke cel een waarde bevat die informatie vertegenwoordigt. Een voorbeeld hiervan is satellietdata. Vectordata bestaat uit punten, lijnen en vlakken die coördinaten verbinden met elkaar.
Met deze raster- en vectordata kun je verschillende kaartlagen maken die telkens een ander inzicht geven. Zo is er data over de ondergrond, de hoogte, infrastructuur, leefomgeving, enzovoorts. Al die verschillende lagen bij elkaar komen uiteindelijk tot een kaart waarop data staat en die inzicht kan bieden in verschillende vraagstukken. Die kaart is de basis voor het beantwoorden van complexe vraagstukken over onze leefomgeving, zoals de energietransitie.
Inzicht uit geografische data
Geografische data wordt op verschillende manieren ingezet. Visualisatie is de meest laagdrempelige toepassing. Verschillende organisaties in Nederland krijgen simpelweg inzicht door informatie op de kaart te plaatsen. Denk bijvoorbeeld aan het visualiseren van energielabels van gebouwen in een bepaald gebied. Overheden kunnen op basis van deze labels acties inplannen om duurzaamheid te stimuleren.
Kaartlaag met de plaats van gasaansluitingen.
Een andere toepassing vinden we terug in analyses, waarbij rekening wordt gehouden met de omgeving. Een voorbeeld dat vaak terugkomt is het analyseren van de impact van een bepaald gebouw op de omgeving, het klimaat of de bereikbaarheid. Ook in het openbaar vervoer komen we het gebruik van data vaak tegen. Geografische analyses worden ingezet om verkeersdata te analyseren en de effecten van openbaar vervoer te voorspellen.
Bij het ontwerpen van nieuwe projecten maakt men ook optimaal gebruik van geografische data. Je kunt uiteraard niet zomaar overal een nieuw gebouw of infrastructuur aanleggen. Door ontwerpen te koppelen aan geografische data krijg je inzicht in wat er zowel boven als onder de grond aanwezig is. Op die manier kun je risico’s vermijden door bijvoorbeeld vooraf te bepalen waar je gaat graven om zoveel mogelijk conflicten met bestaande infrastructuur te voorkomen.
Kaartlaag met locatie van elektra-aansluitingen in een wijk.
Onder de noemer van duurzaamheid zien we tijdens de ontwerpfase ook vaak vraagstukken rond alternatieve energie voorbijkomen. Denk bijvoorbeeld aan de impact van de zon. Wat wordt straks de intensiteit van zonne-energie van een gebouw binnen de bestaande omgeving? En is het dan misschien beter om zonnepanelen op een andere locatie te plaatsen?
Samenwerken met dezelfde data
Een kaart zorgt ervoor dat iedereen naar dezelfde data kijkt en over hetzelfde praat. Dat verzekert een betere samenwerking tussen verschillende stakeholders. Het delen van ontwerpen en analyses kan op een laagdrempelige manier én kan worden aangepast aan de doelgroep.
Je speelt namelijk met verschillende kaartlagen en kiest ervoor welke data je communiceert, met wie en in welke vorm. Zo kunnen gemeenten bijvoorbeeld burgers informeren over bouwwerkzaamheden. Of kunnen aannemers bij de renovatie van een pand informatie ophalen van omwonenden.
Verschillende organisaties kunnen een kaart gebruiken als communicatiemiddel. Bij grote bouw- en infraprojecten kan elke stap van het proces gedeeld en aangepast worden. Impactanalyses rond klimaat en duurzaamheid worden meteen beschikbaar gesteld aan alle betrokken partijen. Die kunnen dan hun eigen informatie en analyse toevoegen en opnieuw delen met de relevante stakeholders.
Geografie en software
Voor geografische data die samenkomt op een kaart heb je software nodig. Dat noemen we een Geografisch Informatiesysteem (GIS): dé plek waar je data kunt inzamelen, visualiseren, analyseren en delen met anderen.
Het GIS van Esri, ArcGIS, stelt gebruikers in staat om kaarten te maken die data van verschillende bronnen bevatten. Zowel openbare informatie als eigen data kan samengebracht worden op de kaart. Gebruikers van ArcGIS werken aan diverse projecten: van het analyseren van ondergrondinfrastructuur tot aan het bepalen van de beste locatie om een nieuwe winkel te openen.
Wil je meer te weten komen over deze software? Kijk dan op esri.nl