Visie op 2050
‘Digital twin was de katalysator voor een revolutionair vernieuwde gebouwde omgeving’
Het jaar is 2050 en we zijn nagenoeg onsterfelijk, want de medische wetenschap bereikte het moment waarop ze vrijwel ieder orgaan kon printen en de levensduur van mensen tot ver boven de honderd jaar kan brengen. Data is overal beschikbaar en zorgt iedere dag voor het verrijken van de levens van mensen.
Tekst: Walter Okhuijsen
Generation Z is aan de macht en je kunt wel stellen dat het leven van deze Digital Natives totaal verschilt van de maatschappij die we dertig jaar geleden kenden. Al swipend banen zij zich een weg door hun dag, verplaatsend in zwevende en zelfrijdende auto’s, die hen op basis van agenda-afspraken op precies het juiste moment naar hun bestemming brengt. Met verschillende energiewebs en het internet of energy is er energie in overvloed voor mobiliteit, gebouwde omgeving en industrie en wordt het toegepast op de momenten waarop het nodig is. Vraag en aanbod zijn volledig op elkaar afgestemd en luchtvervuiling kennen we niet meer.
Virtueel naar school
In alles staat de mens en haar behoefte centraal. Werken en wonen lopen in elkaar over en ieder gebouw is onderdeel van een community en ecosysteem. We bouwen steeds meer de hoogte in. Op de begane grond vinden we een enorme verscheidenheid aan maatschappelijke functies: restaurants, winkels, opvang, medische zorg en educatie. Ja, zelfs ‘scholen’ bevinden zich dan in de plint en niet meer op een apart erf, met bovendien een compleet andere schaalgrootte. Dat komt omdat educatie in 2050 vooral virtueel plaatsvindt. Er zijn veel meer virtuele leeromgevingen met zelfs hologrammen die je lesgeven. Van een schoolgebouw spreken we niet meer, maar wel van een leercampus. Daar ga je naartoe als je elkaar wilt ontmoeten of als je bijvoorbeeld je projectteam wilt spreken. Hetzelfde geldt voor de medische zorg. Geen grote centrale ziekenhuizen meer, maar medische centra in de plint, waarbij de zorg om de patiënt heen is georganiseerd. De mens staat immers centraal. Ieder gebouw is gemaakt van hergebruikte en herbruikbare materialen. Jaren geleden losten we de schaarste van grondstoffen op en zorgden we al dat ieder productieproces circulair was.
Verplichte digital twin
Een belangrijke katalysator voor deze nieuwe gebouwde omgeving vond plaats in 2030, toen we van ieder gebouw een digital twin in handen hadden. Dat zorgde ervoor dat we onze toekomstvisie konden gaan vormgeven op weg naar deze nieuwe gebouwde omgeving. Het was niet eenvoudig om van ieder gebouw een digital twin te krijgen, maar gebouweigenaren en gebouwgebruikers ervoeren de voordelen, en wet- en regelgeving zorgde voor de stimulans die we nodig hadden. Soms heb je de stok nodig om de wortel in het zicht te krijgen. In 2025 waren we verplicht om een digital twin af te leveren voor de nieuwbouw en in 2030 kwam het moment dat alle bestaande bouw een digitale tweeling kreeg. En van daar zijn we verder gegaan.
War for privacy?
Zoals gezegd staat in alles de mens centraal. Gebouwen zijn opslagplekken van data, waarbij ze zich aanpassen aan jouw persoonlijke voorkeur op het vlak van klimaat, licht, functie en andere factoren. Gebouwen weten welke afspraken je in de agenda hebt staan en hoe je optimaal je dagelijkse doelen bereikt. En uiteraard ben je minstens zo gezond als je naar buiten gaat, dan toen je naar binnen ging.
In 2030 hielp onze smartphone nog bij het ontginnen van onze persoonlijke wensen en behoeften, maar nu zijn vooral de chips in ons lichaam de gegevensbronnen. Die bewaken continu onze gezondheid en hebben de functies van wearables en pasjes overbodig gemaakt. Hoewel velen het verwachtten, kwam er geen grote War for privacy, want krampachtig vasthouden aan het niet delen van informatie werd in de nieuwe communities verre van beloond. Om gebruik te maken van de diensten die aan jou communities en het oneindige energienetwerk bieden, stel je je data ter beschikking.
Het gezegde ‘Voor wat, hoort wat’ gaat nog steeds op. Het gebouw zelf maakt optimaal gebruik van deze data. Niet alleen om de gebruiker in het middelpunt te zetten, maar ook om zelf te optimaliseren en te herstellen. Materialen slijten niet meer en repareren zichzelf, installaties presteren boven verwachting. Gebouwen en gebouwinstallaties geven zelf aan wanneer ze onderhoud nodig hebben en schakelen hiervoor de passende partij in. Voor Strukton Worksphere ligt in 2050 de nadruk op analyse en toepassing van die data en kennis, zodat we ook dan toekomstgerichte gebouwen ontwerpen, bouwen en onderhouden.
Extreem klimaat
Waar we nog geen antwoord voor hebben gevonden is het extreme klimaat. De 'extreme' zomers en winters die we dertig jaar geleden ervaarden, zijn nog extremer in 2050. Stormen en overstromingen, met uiteenlopende, zeer hoge én lage temperaturen, zorgden ervoor dat we al onze aandacht vestigden op klimaatadaptatie, waarmee we hittestress wisten in te dammen. Mede vanwege een enorme demografische groei zijn we meer in de hoogte gaan bouwen. Alleen daarom al ziet de gebouwde omgeving er compleet anders uit dan dertig jaar geleden.
Slimmer dan de mens
Gaat alles dan zo goed en hebben we niets meer om beter te doen? Nee: we worden meegevoerd in de kolk van de singulariteit, de ongewoonheid van de vijfde industriële revolutie waar robots slimmer zijn dan mensen. We zijn naar een compleet ander economisch systeem gegaan, waarin we de helft van onze banen zijn verloren. Maar laat ik positief afsluiten. Er zijn ook veel nieuwe banen die nu nog niet bestaan, er is meer welvaart en welzijn dan ooit, een groei die voortduurt. Technologie en data stonden aan de wieg voor het vormen van de maatschappij die we nu kennen, en behouden die essentiële rol voor de komende decennia.