Op weg naar een circulaire toekomst
Elke overheidsorganisatie zoekt de weg in het bereiken van de klimaatdoelen. Ook in Ridderkerk is men volop aan de slag. Eén van de speerpunten is het realiseren van een circulaire samenleving in uiterlijk 2050. Wethouder Marten Japenga en adviseurs Jory Rombouts en Suzan Steehouwer adviseren en activeren maatschappelijke organisaties, inwoners en niet te vergeten de ambtelijke organisatie om stappen te zetten op weg naar een duurzame en circulaire toekomst.
Tekst: Tom de Hoog, Beeld: Robert Tjalondo | Foto boven: v.l.n.r. Jory Rombouts, Marten Japenga en Suzan Steehouwer bij circulaire nieuwbouw. Onder: Rombouts en Steehouwer in gesprek met Tom de Hoog in het gemeentehuis van Ridderkerk.
“In 2021 stelde ons team Energietransitie en Klimaatadaptatie de klimaatvisie op voor de gemeente Ridderkerk. Op basis daarvan zijn uitvoeringsprogramma’s (UVP’s) gemaakt, waarvan die voor een circulaire samenleving in oktober van dat jaar door het college is vastgesteld”, begint Marten Japenga. Hij is wethouder met onder meer milieu en duurzaamheid/circulaire samenleving in zijn portefeuille en onderschrijft het belang en de omvang van de circulaire transitie. Als adviseur klimaat voor de gemeente Ridderkerk houdt Jory Rombouts zich binnen het team vooral bezig met energietransitie en klimaat. Haar collega Suzan Steehouwer, adviseur circulaire economie en voedsel, vult als ‘thematrekker circulair’ de rol van de gemeente verder in. Om de circulaire ambities vast te stellen en inhoud te geven namen zij een externe partij in de arm. Rombouts: “Externe expertise bij het te formuleren uitvoeringsplan circulaire samenleving vonden we bij PHI Factory. Zij zijn gestart met het afnemen van interviews bij maatschappelijke organisaties om te onderzoeken wat deze verwachten van de gemeente.” Vervolgens deed PHI Factory deskresearch naar de huidige documentatie en beschikbare informatie over circulariteit en duurzaamheid bij de gemeente Ridderkerk. Daaruit volgde het uitvoeringsprogramma met een groot aantal activiteiten. Steehouwer: “In het uitvoeringsplan zoomen we in op drie hoofdroutes. Dat zijn (1) kennisdeling en bewustwording, (2) grondstoffen en (3) samenwerking. Die routes zijn toegespitst op de drie waardeketens bouw, voedsel- en organische reststromen en consumptiegoederen. Op basis hiervan zijn activiteiten opgesteld voor de komende drie à vier jaar. Die activiteiten zijn gericht op de gemeentelijk organisatie zelf, op maatschappelijke organisaties en op de inwoners van Ridderkerk.”
Reststromen hoogwaardiger inzetten
Steehouwer: “Voor het realiseren van circulariteit is onder meer hergebruik van grondstoffen en waardecreatie in iedere schakel van het systeem belangrijk. Hiervoor neemt de gemeente Ridderkerk deel aan de MKB-deal van de provincie Zuid-Holland voor het ontwikkelen van een voorstel voor een reststromen hub op het bedrijventerrein Nieuw Reijerwaard. Het doel van deze reststromen hub is (digitaal) inzicht creëren in welke reststromen wanneer beschikbaar zijn bij de groente-, fruit- en versbedrijven. Daarna is het zaak deze reststromen zo hoogwaardig mogelijk te verwaarden. Producten die niet verkocht kunnen worden door de bedrijven, kunnen dan een andere en hoogwaardiger bestemming krijgen dan verwerking tot veevoer, AGF-afval of vergisting.” Rombouts vult aan met de constatering dat bekend is dat er nog steeds veel verspilling zit in de voedselketen. “Uit onderzoek weten we dat tot veertig procent van de voedselverspilling bij de producent plaatsvindt. Er valt dus veel te winnen door te kijken waar die verspilling hier kan worden teruggedrongen. Een van de voorbeelden van hoe we dat hier nu al doen is de ‘Groente en Fruitbrigade’, die afgekeurde producten inzamelt en naar de voedselbanken brengt. We hebben de ambitie in Nieuw Reijerwaard om een toonaangevend, duurzaam en innovatief cluster van bedrijven in de Agro, Vers & Food te worden.”
Systeemverandering noodzakelijk
Om klimaatdoelen te bereiken ziet Rombouts de noodzaak van een systeemverandering in de maatschappij en een gedragsverandering bij iedereen. Zij is realistisch en ziet ook dat een systeemverandering een lange aanloop heeft. “Het begon met het vaststellen van de klimaatvisie waarin alle doelstellingen zijn opgenomen. Toen is ook doorgerekend wat het vraagt van de ambtelijke organisatie. Bijvoorbeeld voor de afdeling stedenbouw of de afdeling beheer. Die uren zijn gecalculeerd en als financiële component opgenomen in de klimaatvisie. In de gemeente zijn vervolgens daarvoor de benodigde middelen vastgesteld. Ik denk dat dat wel uniek is, omdat er middelen zijn vrijgemaakt om écht inhoud te geven aan de geformuleerde ambities. Kijken we eerst naar onszelf, dan zie ik dat er door veel verschillende afdelingen en personen ingekocht wordt. Wij zetten daarom in op een praktisch, uitvoerbaar en gedragen duurzaam inkoopbeleid voor de gemeente. Inkoop is een krachtig instrument in de transitie naar een circulaire samenleving. Duurzaam inkopen is al vastgelegd in beleid, maar om de ambitie te gaan laden, willen we dit concreter maken richting de organisatie en daarmee borgen dat uiteindelijk de gehele organisatie duurzaam gaat inkopen. We geven hiermee invulling aan onze maatschappelijke voorbeeldrol.” Het UVP geeft een doel aan van tien procent duurzame inkoop in 2023 door de gemeente zelf. Dat steekt wat mager af bij de geformuleerde ambities. Rombouts geeft toe dat het een bescheiden percentage is, maar stelt dat het allemaal niet in beton is gegoten. Steehouwer wijst erop dat de ambitie om volledig circulair in te kopen wel degelijk het doel is. “Voor veel afdelingen is het nog de vraag: hoe doen we dat, circulair inkopen? De ambitie staat er wel, maar de handvatten zijn er nog niet. Daar gaan we in onze organisatie nu mee aan de slag. Ook daaraan gaat de expertise van PHI Factory een bijdrage leveren.” Rombouts gaat vervolgens in op hoe verandering zal worden gestimuleerd. “Ons team is er juist voor om collega’s in de organisatie, die met allerlei projecten in de openbare ruimte bezig zijn, mee te nemen in de opgave. Waar we kunnen sturen en wet- en regelgeving op kunnen leggen, zullen we dat meer en meer doen. Bijvoorbeeld bij de aanbesteding van de ontwikkeling voor een woningbouwproject. Dan zorgen we dat circulariteit daar wel in zit.” Als voorbeeld van een andere manier van denken noemt Rombouts de woningcorporatie Wooncompas, die een bijna honderd procent circulaire nieuwbouw realiseert.
Circulaire starterswoningen
Zoals elke gemeente heeft ook Ridderkerk een forse woningbouwopgave. Zo’n veertig procent van de woningvoorraad is huur. Dat biedt volgens Rombouts kansen om met circulariteit slagen te maken. “Met de sector zijn prestatieafspraken gemaakt op het gebied van energie. Ook circulariteit willen we daar in de toekomst graag aan toevoegen. Het is mooi dat Wooncompas zelf al laat zien hoe dat kan.” Het project waarop wethouder Japenga doelt is de herontwikkeling van vier blokken met portiekwoningen uit de jaren ‘50 aan de Stadhouderslaan in Ridderkerk.
Twee van de vier blokken worden getransformeerd naar nul-op-de-meterwoningen, de andere twee woonblokken worden ‘circulair geoogst’, wat staat voor zorgvuldige demontage en zo veel mogelijk hergebruik. Met de geoogste materialen worden nieuwe bouwmaterialen gemaakt. Zo worden oude keukens als grondstof voor nieuwe keukenelementen gebruikt. De ‘geoogste’ planten en struiken uit de achtertuinen van de oude blokken krijgen een mooie nieuwe plek onder leiding van Stichting Struikroven. De nieuwbouw in het complex vindt plaats met twee bouwwijzen. Eén blok daarvan is ‘traditioneel’, maar het andere bestaat uit 32 modulaire 3-laagswoningen van hout uit de fabriek van StartBlock. Deze houten woningen voor starters zijn bijna volledig uit circulaire materialen vervaardigd en worden compleet met keuken, badkamer en toilet op de bouwplaats in Ridderkerk aangeleverd. Door de ruggelingse plaatsing zijn tweemaal zoveel woningen op dezelfde oppervlakte mogelijk. De bouwtijd is kort: tien weken. Japenga onderschrijft de kwaliteiten van dit project met de visie van de gemeente. “Circulariteit realiseer je niet alleen. Daarom is in het uitvoeringsprogramma Circulaire Samenleving ook de rol van Ridderkerkse organisaties en inwoners beschreven. Daarnaast is voor het woord samenleving in plaats van economie gekozen, omdat we hiermee het belang van de mens als onderdeel van deze transitie benadrukken.”
Partijen betrekken en kennis vergaren
Steehouwer: “We proberen vanuit ons team actief aan te sluiten bij de gesprekken die nu al lopen voor nieuwe projecten. Zo zorgen we ervoor dat circulariteit aan de voorkant wordt meegenomen in plaats van achteraf. Daar zijn we zeer alert op.” Om de bouwsector verder aan te moedigen, organiseert het team onder meer een ronde tafel in juni 2022. “We willen de woningcorporaties, de aannemers en de bouwers in deze regio betrekken bij die komende ronde tafel. Op deze manier kunnen we in gesprek met partijen die in de praktijk met verduurzamen en circulariteit te maken krijgen of er al mee bezig zijn en die er verstand van hebben op een andere manier dan wijzelf.” Wanneer is voor Steehouwer het programma van het UVP een succes? “Dat is als we op koers blijven en als we bijvoorbeeld meerdere projecten met circulair bouwen kunnen realiseren. Het is best een ambitieus programma waarmee we aan de slag gaan. Het moet gaan leven in de samenleving. Als mensen enthousiast worden en het gevoel krijgen dat we het samen doen, is het pas echt een succes.”
Geerke Versteeg, mede-oprichter van PHI Factory:
“Onze aanpak om tot een uitvoeringsprogramma circulariteit te komen voor de gemeente Ridderkerk bestaat uit een stappenplan met deskresearch, ambitiesessies, speelveldanalyse, interviews en kansensessies. De inzet daarbij is om er echt een actieplan van te maken. Onze projectleider voor het programma ‘circulaire samenleving’ is mijn collega Pam van Wanrooij. Zij heeft een coördinerende rol bij de uitvoering en zorgt er ook voor dat het deel uitmaakt van de totale klimaatvisie voor Ridderkerk.”