Maik Knuiman:
‘Er werd geen proza gevraagd, het ging ons echt om het gesprek’
Circulair delven: nu opschalen!
De sloop van het betonnen Gelderse provinciehuis mondde uit in een innovatief voorbeeldproject van Europese proporties dat beloond werd met de Circular Award Public 2023. Het ‘slopen’ werd ‘circulair delven’ en nu is het na alle extra investeringen tijd voor opschaling.
Tekst: Ysbrand Visser; Beeld: Provincie Gelderland
Het is met veel kennis van zaken, enthousiasme en realiteitszin, waarmee procesmanager Maik Knuiman (Provincie Gelderland) verhaalt over de demontage van het Prinsenhofgebouw, het voormalige provinciehuis van Gelderland. De negen verdiepingen tellende betonnen constructie werd door Lagemaat Sloopwerken ontmanteld en kreeg in drie nieuwe gebouwen een tweede leven. In de aanbesteding, contractering en uitvoering werden er nieuwe paden bewandeld en daarvoor kwam ook extra geld op tafel. Knuiman: “De provincie heeft hier echt in geïnvesteerd. Dit pionieren kost 30% meer dan traditionele sloop, maar dat zit hem ook in de kennisdeling en kennisborging.”
Ook werden er twee kilometer aan kabelgoten ontmanteld.
Het resultaat, met een herbestemming voor een enorme hoeveelheid beton, mag er zijn. Het betreft hoogwaardig hergebruik van alle vloeren, wanden en kerndelen. Maar liefst zeven kilometer aan kanaalplaatvloeren zijn één-op-één hergebruikt. Bovendien verdwijnt het project niet in een stoffige la, maar wordt er uitgebreid over gecommuniceerd en is ook het onderwijs aangehaakt. Na afloop is de conclusie dat traditionele sloop aan de voorkant goedkoper en efficiënter lijkt, maar dat nu al blijkt dat demontage wint. Knuiman: “Met de huidige energie- en grondstofprijzen durven we te zeggen dat circulair delven hier al voordeliger is. Voor de hele markt kan ik dat nog niet hard maken.”
Cijfers
- Demontage Prinsenhof A: 9 verdiepingen, 40 m hoog en 8.400 m2;
- 92,1% 1:1 hergebruik in drie doelgebouwen;
- 2.400 ton embodied CO2 bespaard;
- 1:1 hergebruik 90% betonnen casco: 594 kanaalplaten, 343 gevelelementen, 64 buiten kerndelen (op deze schaal nooit eerder gebeurd);
- 1:1 hergebruik gebouwschil: 1.256 m2 glas, 332 aluminium kozijnen, buitenzonwering, 1.001 m2 dakbedekking, isolatie;
- 1:1 hergebruik 97% van het binnenpakket: systeemwanden (gipsplaten, isolatiemateriaal en profielen), 278 binnendeuren, kozijnen, plafonds;
- 1:1 hergebruik installatiedelen: 33 st. noodverlichting, 958 st. tl-armaturen en lampen, 165 st. plafondlampen, 1 km wandgoten, 1 km plafondgoten;
- 2 miljoen kg overig beton (funderingen, begane grondvloer en liftput) met innovatief proces hoogwaardig gerecycled tot primaire grondstoffen voor nieuw beton.
Bron: Lagemaat
Marktconsultatie
Dit sloopproject volgde op de eerdere realisatie van het Huis der Provincie van Gelderland. Daarna restte een pand dat niet meer adequaat te renoveren en verduurzamen was. Bovendien zou het gebied rond het provinciehuis niet meer lekker functioneren, terwijl de provincie dat gebied wilde verlevendigen en vergroenen.
“In de anderhalf jaar durende voorbereiding op de aanbesteding”, vervolgt Knuiman, “zijn we in gesprek gegaan met de markt. Hoe keken zij naar de opgave en hoe wilden zij daar invulling aan geven? We begonnen met een brede marktconsultatie, waar veel partijen op afkwamen: slopers, ontwerpers, startups en ontwikkelend bouwers. De opties en innovaties kwamen pas op tafel bij één-op-één gesprekken. Er waren partijen die ons ervan probeerden te overtuigen om niet te slopen. Daarop volgde een praktisch ingestoken concurrentiegerichte dialoog met weinig poeha. Er werd geen proza gevraagd, het ging ons echt om het gesprek. Zo bouwden we vertrouwen op voor de samenwerking.”
Het advies was ook om een flexibele overeenkomst toe te passen en een doelgebouw te zoeken om het hoogwaardig hergebruik van de oude betonproducten te waarborgen. Knuiman: “We hebben ook zelf naar een opdrachtgever met doelgebouw gezocht. Dat werd de gemeente Arnhem met een nieuwe sporthal. Later kwamen er een circulaire fietsenstalling en het circulaire kenniscentrum in Heerde. Met een heel ambitieuze inschrijving won Lagemaat de aanbesteding.”
Het circulair delven door Lagemaat betreft hoogwaardig hergebruik van alle vloeren, wanden en kerndelen.
Rekentool
In de aanbesteding werd een rekentool gebruikt, gebaseerd op de R-ladder. Het was daarbij de vraag hoe hoogwaardig het beton kon worden hergebruikt. Laagwaardige toepassingen als vergruizen of hergebruik van grind of zand waren absoluut niet aan de orde en de gezaagde betonnen onderdelen werden uiteindelijk zelfs op productniveau toegepast. Knuiman: “In de rekentool mocht de markt voor het hergebruik van een twintigtal materialen zelf aangeven welke percentages ze scoorden. Als ze hergebruik konden garanderen, dan werd dat hoger gewaardeerd dan een mooi omschreven procesvoorstel. Was er sprake van opslag voor latere verkoop, dan werd dat lager gewaardeerd dan direct hergebruik in een nieuw gebouw. Mocht dat niet lukken, maar was de oplossing wel heel innovatief, dan scoorde dat ook goed. Heel innovatief was dat de kanaalplaatvloeren in het doelgebouw remontabel in elkaar zijn gezet en hierdoor in de toekomst nogmaals kunnen worden toegepast. Hiermee worden ze nog meer circulair dan ze al waren.”
Aanbesteding
‘Samenwerkingsintenties’ vormden, naast circulariteit, een belangrijk gunningscriterium in de aanbesteding. Hoe kwam dat tot uiting? Knuiman: “We sloten eerst een horizontale intentieovereenkomst met de gemeente Arnhem en Dycore, in 1987 de oorspronkelijke leverancier van het beton, waarbij we gelijkwaardig met elkaar zouden omgaan en samenwerken om te pionieren. Zij zaten ook bij de dialooggesprekken en dat heeft weer enorm geholpen richting opdrachtnemer Lagemaat, ook om goed te kunnen beoordelen hoe je omgaat met garanties en het proces van één-op-één hergebruik. Met veel ruimte voor openheid werd zo het vertrouwen in de samenwerking heel goed opgebouwd. We selecteerden de partijen verder op basis van de intrinsieke motivatie van de organisatie en van hun visie op en bijdrage aan de circulaire economie.”
“Er zaten steeds allerlei disciplines aan tafel, van inkoopmanagers tot juristen”, vervolgt Knuiman. “Wij wilden niet sturen op grote administratieve handelingen en boetes, maar vooral op samenwerking en samen tot oplossingen komen.
‘We vonden een bouwtekening uit 1984 waar heel klein ‘remontabel’ op stond’
De wanden leken afgeschreven, maar worden alsnog één-op-één hergebruikt.
Dat was voor een aantal potentiële opdrachtnemers het moment om met hun inschrijving echt all the way te gaan.”
“In de sloopbranche kenden wij geen enkele overeenkomst die, op basis van de UAVgc, specifiek geschreven was voor een circulair sloopproject. Er zijn heel veel opdrachtgevers die bij een UAVgc de verantwoordelijkheid volledig bij de markt neerleggen. En natuurlijk is een UAVgc-contract op sommige punten nog wat te veel dichtgetimmerd. Het is maar net hoe je ermee omgaat. Het belangrijkste was dat dit contract veel ruimte aan de opdrachtnemer bood om te pionieren en te komen tot creatieve oplossingen. Uiteindelijk hebben we geen enkele keer het contract er serieus bij gepakt.”
Het circulair delven door Lagemaat betreft hoogwaardig hergebruik van alle vloeren, wanden en kerndelen.
Wanden
De wanden van het donorgebouw leken aanvankelijk niet geschikt voor hergebruik. Knuiman: “Dat concludeerden ingenieursbureaus op basis van allerlei onderzoeken. Er zat een soort grindtegel tegenaan en de wand bevatte isolatie die niet meer voldoet aan het huidige Bouwbesluit. Dat eraf halen leek te arbeidsintensief, dus die wanden werden afgeschreven. Met een gewone lintzaag haalde pragmatisch denkende uitvoerder van Lagemaat echter binnen een paar minuten die grindtegel ervan af en de isolatie ertussenuit. Lagemaat gaat de wanden alsnog één-op-één hergebruiken in het Kenniscentrum Circulair Bouwen in Heerde en de ‘grindtegels’ gebruiken ze voor de vloer.”
“Het valt mij op dat de creativiteit van een architect of uitvoerder op het werk volledig ontbreekt in het Protocol hergebruik kanaalplaatvloeren. Het is bedacht vanuit de theorie. Toen wij de zeven stappen uit dat protocol doorliepen, eindigden wij al bij stap twee met een negatief procesresultaat. Op die manier werkt een goedbedoeld protocol voor hergebruik juist belemmerend. Dat protocol gaan we nu verbeteren, op basis van parameters uit dit project. Voor de opschaling van dit concept willen we meer gaan inzetten op instituties die bij de praktijk aansluiten, zoals NEN en CE-normeringen.”
35 jaar oud beton
Het vele beton in het voormalige provinciehuis zat verwerkt in dragende buitenwanden en kanaalplaatvoeren die daarop rustten. Knuiman: “We stuurden die betonproducten eerst voor tests naar de TU Eindhoven en naar Dycore en hun conclusie is dat constructeurs en adviseurs absoluut niet angstig hoeven te zijn over de kwaliteit van dit 35 jaar oude beton.”
Binnen het project bleken ook de cijfers voor transport positief. Knuiman: “Vanuit de industrie is er een lobby die zegt dat je maar een paar kilometer kunt rijden met kanaalplaatvloeren, maar dat is helemaal niet zo. Rij je met drie kanaalplaatvloeren van samen 33 ton op een dieseltrailer naar Madrid en terug, dan ben je nog steeds gunstiger uit dan met alle, in een nieuwe kanaalplaatvloer verwerkte CO2. En die nieuwe kanaalplaatvloer moet je bovendien ook aanvoeren.”
Buiten de structuren
Een dergelijk project vergt een lange samenwerkingsketen. Deed iedere partij even makkelijk mee? Knuiman: “Door heel missiegericht te sturen, kregen we de partijen mee. Vooral opdrachtgevers, dus overheden, ontwikkelaars en woningcorporaties, moeten inzien dat je met gebruikte materialen prachtige, nieuwe gebouwen kunt maken. Dycore wilde graag meewerken aan het testen van hun oude kanaalplaatvloeren. Die hoefde ik het minste te overtuigen, terwijl ze hiermee wel hun conventionele businessmodel aan het kannibaliseren zijn. Wat betreft de creativiteit hielpen architecten ook heel goed mee. Constructeurs zijn iets terughoudender, want zij weten niet meteen wat de constructieve en brandveiligheid doet.”
Ook intern, bij de provincie, waren er drempels te overwinnen, omdat veel processen op oude leesten zijn geschoeid. Knuiman: “Wij werkten ‘vrij’ vanuit een niche, buiten de standaardstructuren die vragen naar doelstellingen, resultaten en KPI’s. Dat is de traditionele manier van monitoren, maar bij een transitieproject werkt dat niet. Ik hoop dat dit leerproces heel snel gaat, maar waar het precies op uitdraait, weet ik niet. Op heel veel plekken moet je ook naar jezelf kijken en werken aan je eigen structuur. Waar stuur je op efficiëntie en risicobeperking en wanneer ga je meer loslaten en pionieren?”
Ook moest er nog de nodige kennis worden vergaard. Knuiman erkent dat werd onderschat hoe impactvol de productie van beton is, met 8% van alle wereldwijde CO2-uitstoot. Knuiman: “Dat is gewoon gigantisch. Daarnaast vormt de zand- en grindwinning vijftig procent van alle grondstofwinning die we in de wereld doen. Daarmee raak je de helft van alle zeventien Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de VN ‘negatief’, met ook een enorme impact op de mensenrechten.”
Innovatie
Het slopen zelf is ook veranderd, aldus Knuiman. “Lagemaat heeft het hele project volledig gedigitaliseerd in BIM. Alle materialen kregen specifieke codes en er werd op veel materialen een QR-code geplakt. Zo kun je volledig monitoren waar de materialen in de opslag liggen. We weten nu goed welk beton is afgekeurd, bijvoorbeeld door haarscheurtjes, zodat we kunnen garanderen wat wél gebruikt kan worden. Daardoor kan een verzekeraar ook meedoen. Door vooraf te investeren in digitalisering, zorgvuldig te demonteren en ook alle materialen heel zorgvuldig van elkaar te scheiden, is de maatschappelijk impact veel groter. Ondertussen is in de naastgelegen gebouwen geen overlast ervaren.”
“We zijn nu aan het verkennen”, gaat Knuiman verder, “hoe we een structuur voor opschaling kunnen opzetten. In het Europese samenwerkingsverband Recreate kijken we met enkele internationale technische universiteiten en overheden naar het hergebruik van beton. Dit project is echt een Europees voorbeeld, want hiermee lopen we qua schaalgrootte ver voor op andere landen. Verder hebben we studenten van ROC’s uitgedaagd om circulair te gaan ontwerpen. En universiteiten toetsten of het wel kan wat we doen. We zijn heel bewust bezig met het goed borgen van de kennis, zodat je ook echt een trend zet. Ook voor de particuliere sector. Verschillende partijen, zoals ontwikkelaars, kwamen bij ons om te kijken naar de mogelijkheden.”
“Mijn grootste zorg”, besluit Knuiman, “om dit circulair delven op te schalen, is niet de techniek. Het is echt de sociale innovatie, de mindset die om moet bij opdrachtgevers aan de nieuwbouwkant. Die moeten hier veel meer om gaan vragen. Het is vaak al een uitdaging om een voorbeeldproject neer te zetten en de hele kennisborging op te pakken. Vaak heb je een mooi project waarbij een bestuurder of politicus een lintje doorknipt en dan is het voorbeeld weer weg. We doen er nu heel veel voor om het een echt voorbeeld te laten zijn door voor opschaling te zorgen.”
Award
Met dit project won de Provincie Gelderland onlangs de Circulair Award Public 2023. Juryvoorzitter Jacqueline Cramer: “De CO2-winst is groot en daarnaast is het een schaalbaar project en een heel gezonde businesscase. Iedereen zou dit zo moeten doen!” De reactie van de Gelders gedeputeerde Helga Witjes: “Ik roep overheden én particuliere opdrachtgevers op om te kiezen voor circulair delven én hergebruik in nieuwbouw, want zo groeit vraag én aanbod en krijgen bestaande bouwproducten een nieuw leven. We hebben laten zien dat het kan en het levert geld op.”
Bekijk ook de diverse video’s van het project.