Nieuwe regiokantoor Alliander heeft demontabele houten constructie
Na een eeuw trouwe dienst zwaait Alliander de locatie aan de Spaklerweg in Amsterdam af en betrekt ze een nieuw regiokantoor in het havengebied van Amsterdam. Het kersverse kantoor, dat in 2023 opengaat, draagt de naam ‘Liander Westpoort’, met kantoren, magazijn en werkplaats als belangrijke functionaliteiten. De locatie is niet alleen flexibel en schaalbaar, maar ook circulair en losmaakbaar, zo horen we van Paul Korthagen van IMd Raadgevende Ingenieurs.
Tekst: Marvin van Kempen, Beeld: IMd Raadgevende Ingenieurs
Als we Korthagen in een Teams-meeting treffen, zet hij niet zijn eigen organisatie, maar vooral de projectpartners in de schijnwerpers: “Architectenbureau De Zwarte Hond maakte een ontwerp dat in hoge mate flexibel, schaalbaar en modulair is. Daarmee speelt het gebouw ook in de toekomst in op veranderende wensen. Het gebouw ligt op een vrij stoere, industriële locatie en die uitstraling tref je aan in het werkgebouw, het opleidingscentrum en het kantoor. Het ontwerp gaat uit van de kracht van hout en compact bouwen, evenals het zoveel mogelijk hergebruiken van materiaal.” In het ontwerptraject trok IMd Raadgevende Ingenieurs intensief op met onder andere Dura Vermeer, Laminated Timber Solutions en DGMR. Laatstgenoemde zorgde voor het installatie-, bouwfysica en brandveiligheidsadvies en -uitwerking.
Optimale ontwerp
Het gebouw is laag voor laag opgebouwd: eerst de houten constructie, daarna de techniek en tot slot de buitengevel. “Het is een houten skelet van kolommen en liggers, gelamineerd hout en houten vloeren”, weet Korthagen. “Een betonnen kern vormt het prefab hart van het gebouw en die staat los van de houten constructie. Op deze manier ben je minder afhankelijk van het op tijd aanvoeren van specifieke materialen. “De betonnen kern was groot en stijf genoeg om te fungeren als stabiliteitskern die vrij kan staan. Dat betekent dat je die kunt opbouwen onafhankelijk van de houten constructie, elk in het eigen tempo. Om tot dit optimale ontwerp te komen, keken we goed naar de verschillende mogelijkheden op materiaalgebied, de bijbehorende kosten en de kansen op de vlakken van flexibiliteit, circulariteit en demontage.”
Over eigen schaduw springen
Natuurlijk is er geld nodig om deze ambities te realiseren en omdat de verschillende budgetten werden ontschot en vanuit één opgave beschikbaar waren, was er de mogelijkheid om ermee te schuiven. Korthagen vervolgt: “Dat bleek onder andere van belang toen we met de haalbaarheid van de houten constructie bezig waren en interieurarchitect COARE aangaf dat er voor het interieurdeel minder budget nodig was, vanwege het hout- en zichtwerk dat goed aansloot op de interieurvisie.” Een beter gebouw maken voor hetzelfde budget vormde het uitgangspunt en rond die doelstelling ontstond er dynamiek in de samenwerking: “Projectpartners sprongen daardoor over hun eigen schaduw heen en gingen een stapje verder om elkaar te helpen en gezamenlijk slimme oplossingen uit te denken.”
Flexibele indeelbaarheid
Variantenstudies van de constructie maakten duidelijk hoe het team tot het beste gebouw kon komen. Zo werd onderzocht welke impact een staal-, beton- en houtskeletconstructie had op de onderdelen milieu, bouwkosten, flexibiliteit en aanpasbaarheid. “We maakten aan de hand van die verschillende criteria een analyse. Op het vlak van hout hadden we drie opties: kanaalplaatvloeren van hout, een open ribbenvloer en CLT, Cross Laminated Timber. De constructie waar we voor zijn gegaan kun je als hybride omschrijven, want het is houtbouw met een betonnen kern. We bedachten een systeem waarin de houten balken in lange lengtes kunnen doorlopen en zo beperkt mogelijk worden vastgemaakt. Zo hoef je de balk zo min mogelijk aan te passen. Gunstig, want iedere bout, sleuf of inkassing is een aantasting van een balk die je vaker zou willen gebruiken. Ook voor de vloeren werd een aansluitdetail bedacht met veel minder schroeven. Zo is het constructieve ontwerp steeds verder doorontwikkeld, met de ambitie om zorgvuldig met de bouwmaterialen om te gaan en het zo circulair mogelijk te realiseren.
Constructieve innovatie
Dat betekent ook dat de houten constructie demontabel is en bijvoorbeeld op een later moment in een ander project kan worden ingezet. “We proberen materiaal zo slim mogelijk en zo demontabel mogelijk toe te passen in een gebouw”, illustreert Korthagen. “Op die manier kan het in de toekomst flexibel worden ingezet. In hetzelfde gebouw of eventueel op een andere locatie. Hout is op zichzelf al een circulair en herbruikbaar materiaal, maar in sommige gebouwen worden verbindingen nog te vast gemaakt. Dat willen we veranderen. Het belangrijkste detail is een stalen hulpstuk van twee platen met een dunne massief stalen profiel. Dit maakt het mogelijk om twee balken van hout met maar één bout vast te maken en ook weer eenvoudig uit elkaar te halen. Houtbouwer LTS heeft het houten skelet geplaatst en hiervoor de werktekeningen gemaakt.
Ook met deze partij hebben we nauw samengewerkt om deze innovatie in constructie en losmaakbaarheid mogelijk te maken. Daarnaast zijn de vloerplaten iets uit elkaar gelegd, waarmee een leidingzone is gecreëerd. Gevolg is dat de installaties tussen de vloerplaten zitten, zodat we ook deze elementen demontabel kunnen maken en de houten liggers zonder sparingen gepasseerd kunnen worden. We hebben daar diverse scenario’s voor bekeken en dit was de meest geschikte. Op deze manier kun je zowel het materiaal als de installaties van elkaar loskoppelen.”
Niet beknibbelen
Begin 2023 opent Liander Westpoort al de deuren en staat er een toekomstbestendig gebouw op de gebruikers te wachten. Het projectteam presteerde het dan ook om in iets minder dan een jaar en met relatief weinig tijd het ontwerp rond te krijgen en alle wensen rond duurzaamheid, flexibiliteit en circulariteit in te vullen. “Vanzelfsprekend waren er uitdagingen”, laat Korthagen weten. “Zo was er weinig tijd om het ontwerp in te vullen en was er een even strakke deadline voor het bouwtraject. We zaten middenin de gezondheidscrisis, maar merkten aan het projectteam dat iedereen ervoor wilde gaan. De les die we hebben geleerd is dat zo’n nieuw concept best wat uitleg behoeft als je met marktpartijen praat. Voor hen is het echt even wennen en zoeken naar hoe ze een bijdrage kunnen leveren aan zo’n bijzonder gebouw, dat toch nét even anders is ontworpen en gebouwd dan traditioneel.” Korthagen is dan ook trots dat er niet is ingeleverd of beknibbeld als het gaat om de uitwerking van het concept en het ontwerp: “Het gebeurt nog wel eens dat een ontwerp aan de voorkant van een proces goed wordt uitgedacht en in de realisatie niet vlekkeloos tot uiting komt. Daar is hier gelukkig geen sprake van.”
Digitaliseringsslag: ontwerp in BIM en AR
Het ontwerp werd uitgewerkt in een Bouw Informatie Model (BIM) en Augmented Reality (AR). Met de digitale bestanden in de hand is wat je vooraf uitwerkt, op de bouwplaats exact hetzelfde en ontstaan er maar weinig discussies over bijvoorbeeld maatvoering. De onderdelen komen aan op de bouwplaats en worden direct gemonteerd, niet meer versneden of aangepast. Dat betekent dat er minder fouten worden gemaakt en de verwerkingssnelheid hoger ligt.