Parel in de Polder
Circulair kantoor met ambitieuze duurzaamheidsdoelen
Het nieuwe kantoor van ontwikkelend bouwer De Vries en Verburg in Stolwijk moest een duurzaam gebouw worden. Met als doel niet alleen duurzaam te bouwen, maar ook te laten zien hoe ver ze daarin zelf konden gaan. Het resultaat: een circulair, houten gebouw dat uitblinkt in eenvoud, flexibiliteit en technische precisie.
Tekst: Annet van der Graaf

In de luwte van het Groene Hart, pal naast het bestaande kantoor van De Vries en Verburg, staat sinds kort een bijzonder kantoorgebouw: Parel in de Polder. Het gebouw is een logische uitbreiding van de bestaande huisvesting, die in fases sinds 1997 is gerealiseerd. “We wilden in Stolwijk blijven,” zegt Timo Stuij, planontwikkelaar bij De Vries en Verburg. “Onze mensen wonen hier en we zijn nauw verbonden met het dorp.” Tegelijkertijd speelde een heel praktische reden mee: “Dit kantoor voorziet in onze toegenomen behoefte aan werk- en overlegplekken,” aldus Timo. “We groeien en met deze uitbreiding creëerden we ruimte voor de toekomst.”
Slim gestart
Wat níét vanzelfsprekend was, is de manier waarop de uitbreiding werd aangepakt. Al bij de eerste ideeën in 2019 stond één ding vast: dit moest geen standaard kantoorgebouw worden, maar een toonbeeld van duurzame ambities. “We wilden laten zien wat wij kunnen op het gebied van circulair en energiebewust bouwen,” zegt Timo. “Voor onze klanten, maar ook voor onszelf. Niet de makkelijke weg kiezen, maar de goede.”
Die keuze resulteerde in een ontwerptraject waarin BREEAM-NL Outstanding, WELL Platinum, een MPG-score onder de 0,4 en een minimale CO₂-impact ambitieuze doelstellingen vormden. Ook in de uitvoering legde het team de lat hoog. Zo werd de hele bouwplaats emissiearm ingericht en draaide het materieel grotendeels elektrisch. “Dat was best een risico", gaat Timo verder. “Soms stond een machine stil door een accuprobleem, en dan duurt het even voor je iemand hebt die dat mag oplossen. Maar het leereffect woog voor ons zwaarder dan de snelheid.”
‘Lowtech met logica’
De architectenselectie was snel gemaakt. Kolpa Architecten werkte al jarenlang met De Vries en Verburg samen. “Ons bureau heeft zo’n beetje alle opstallen op hun terrein ontworpen,” vertelt Coen de Vries. “De band is hecht en gebaseerd op vertrouwen.”
Het ontwerp voor Parel in de Polder is ontstaan vanuit de wens om een gebouw te maken dat in balans is met zijn omgeving. Niet hightech, maar ‘lowtech met logica’. Geen overdaad aan installaties of technologische hoogstandjes, maar slimme oplossingen die passen bij de plek. “Als je in de polder zit, wil je gewoon een raam open kunnen zetten,” zegt Coen. “We ontwierpen daarom luifels die de zomerzon buiten houden en de winterzon binnenlaten, zodat we minder installaties nodig hebben. Dat is eigenlijk gewoon boerenverstand.”
De aansluiting met de bestaande bebouwing speelde een grote rol in het ontwerpproces. “Het nieuwe gebouw moest duidelijk familie zijn van wat er al stond, zonder een kopie te worden,” gaat Coen verder. Die beeldtaal zit onder andere in de witte gevelbanden, die verwijzen naar het bestaande kantoor, en in het gebruik van een warme, groene baksteen in de plint – een knipoog naar de koperen gevel van het oudere pand. De vormtaal is eenvoudiger en strakker, maar sluit visueel naadloos aan.
Daarnaast vroeg de duurzaamheidsambitie ook om een andere benadering van detaillering. Niet alleen moest het gebouw in gebruik efficiënt zijn, ook demontabel bouwen was een belangrijk uitgangspunt. “We ontwierpen alle gevelmodules, ramen en kozijnen met het oog op hergebruik. Alles is geschroefd, niet gelijmd,” aldus Coen. “Je moet het uit elkaar kunnen halen zonder het te beschadigen.” Die gedachte loopt door tot in de schaal van details: elk kozijn is identiek van maat en modulair opgebouwd: niet alleen circulair, maar het vergemakkelijkte ook de productie en montage.
Ook qua milieuprestatie werd hoog ingezet. “We zijn zelfs onder de Paris Proof-ambitie gebleven,” zegt Coen. “De houtconstructie hielp daar natuurlijk bij, maar ook in de detaillering deden we er alles aan om de MPG en CO₂-impact zo laag mogelijk te houden.”
“Over vijftig jaar kan dit een compleet ander kantoor zijn of zelfs een heel andere functie krijgen”
Hout, tot in de kern
Misschien wel het meest bijzondere aan het gebouw is dat het volledig uit hout bestaat. Niet alleen de draagconstructie, maar ook de stabiliteit is in hout gerealiseerd. “Dat zie je zelden bij een vierlaagse opbouw,” gaat Timo verder. “Vaak wordt dan toch gekozen voor een betonnen kern, maar dat wilden we hier niet.” De houten stabiliteitskern met vide vormt nu het centrale hart van het gebouw.
De constructie is opgebouwd uit kolommen en liggers. Die open structuur maakt het gebouw extreem flexibel. “Over vijftig jaar kan dit een compleet ander kantoor zijn of zelfs een heel andere functie krijgen,” laat Coen weten. “Je hoeft dan alleen de indeling aan te passen – de constructie en installaties blijven gewoon werken.”
Aluminium opschroefsysteem
Die combinatie van techniek en esthetiek zie je ook terug in de gevel. In eerste instantie was een volledig aluminium vliesgevel bedacht, maar gaandeweg het traject werd toch gekozen voor een hybride gevel: houten kozijnen met een dun aluminium opschroefsysteem. “Dat was esthetisch warmer én beter voor de milieuprestatie,” vertelt Pieter-Bas Bovee, technisch directeur bij Wijnveen Aluminiumbouw.
Ook het gebruik van triple glas werd overwogen, maar uiteindelijk bewust niet toegepast. “We keken naar de meerwaarde,” aldus Timo. “Triple glas is zwaarder, vereist zwaardere profielen en levert niet altijd genoeg extra rendement op in energieverbruik om het te rechtvaardigen. Soms is minder echt meer.” De keuze voor gerecycled aluminium (ULC van Schüco) en glas met minimaal 60 procent gerecycled materiaal (ORAÉ) droeg bij aan een lage MPG-score én een circulaire opbouw. “Het systeem is volledig demontabel,” zegt Pieter-Bas. “Alle 180 kozijnen zijn identiek en kunnen zo ergens anders opnieuw worden ingezet. Zelfs de afwerkingspanelen zijn herbruikbaar.”
Hogere gerecyclede inhoud dan standaard
Ook in de uitvoering is nagedacht over duurzaamheid. Alle gevelonderdelen werden prefab voorbereid op het bouwterrein en per verdieping in één of twee dagen gemonteerd. “Dat zorgde ervoor dat het gebouw razendsnel wind- en waterdicht was, wat cruciaal is bij houtbouw,” aldus Pieter-Bas.
De samenwerking met vaste leveranciers zoals Schüco en Vandaglas speelde daarbij een belangrijke rol. “Doordat we al jaren samenwerken, konden we snel schakelen en dachten leveranciers mee over hoe we met bestaande producten de hoogste duurzaamheidswaarde konden bereiken,” licht Pieter-Bas toe. “Voor dit project hebben ze zelfs producten geleverd met een hogere gerecyclede inhoud dan standaard.”
Licht, warm en prettig
Dat een project als dit meer vraagt dan een standaard bouwtraject, beaamt iedereen. “Je moet voortdurend opnieuw nadenken,” gaat Pieter-Bas verder. “Over de impact van materiaalkeuzes, over hergebruik, over hoe onderdelen demontabel zijn. Maar dat is precies wat dit project zo waardevol maakt. Het dwingt je verder te kijken.”
Ook voor De Vries en Verburg was het een leerzaam proces. “We weten nu nog beter wat nodig is om écht duurzaam te bouwen,” laat Timo weten. “Van de juiste partners aan tafel tot vroegtijdige afstemming van installaties en materialen. En hoe belangrijk het is om integraal te denken: niet alleen energie, maar ook circulariteit, gezondheid, toekomstwaarde.”
De reacties vanuit de organisatie zijn inmiddels positief. “Collega’s ervaren het gebouw als licht, warm en prettig. En bezoekers zijn onder de indruk van de uitstraling én het verhaal erachter. Dat is precies wat we wilden: laten zien dat duurzaam ook gewoon mooi en functioneel is.”

“Voor dit project zijn producten geleverd met een hogere gerecyclede inhoud dan standaard”