‘Kennisdeling is wat de bouwsector nodig heeft’
Dat de bouw- en vastgoedsector belangrijke bijdrages kan leveren aan maatschappelijke opgaves als de energietransitie en circulariteit is evident. Door de goede voorbeelden op het podium te zetten en kennis te delen, creëren we de bewustwording die we nodig hebben. We spreken met BIM-modelleur Frank Maat van projectbureau Velox, die ons aan de hand van diverse projecten laat zien hoe de bouw- en vastgoedsector kan excelleren.
Tekst: Marvin van Kempen, Beeld: Powerhouse Company, MIR
Grote en duurzame projecten zijn voor Maat een bekend werkterrein. Nadat hij in 2000 afstudeerde als bouwkundige, was hij achttien jaar werkzaam in de architectuur. “Ik wilde altijd al architect worden, dus het leek vanzelfsprekend om aan de slag te gaan met ontwerpen. Naarmate de jaren verstreken, kreeg ik het gevoel dat ik lang aan iets werkte, maar het resultaat ervan onvoldoende beleefde. Ik wilde meer hands-on bezig zijn met projecten en daarom ging ik in 2018 op zoek naar een uitdaging die deze wens kon invullen.” Hij kwam in contact met Velox, dat professionals verbindt aan grote projecten en aan opdrachtgevers die onder andere op duurzaamheid inzetten. “Zij gaven aan dat Ballast Nedam werkte aan een groot infrastructureel project, de Blankenburgverbinding die de A20 en A15 aan de westkant van Rotterdam verbindt. Het consortium BAAK zocht een modelleur en in eerste instantie was het even zoeken naar hoe ik mijn expertise kon inbrengen. Het was een infrastructureel project, terwijl mijn expertise in de gebouwde omgeving ligt. Toen ik met Ballast Nedam hierover sprak, werd duidelijk dat het om meer ging dan alleen de wegen en tunnels, want er werden vier dienstgebouwen gerealiseerd. Daar kwam mijn kunde goed van pas.”
Het belang van kennisdeling
De Blankenburgverbinding is niet het enige grote project dat hij gestalte zag krijgen. Zo zijn de aardbevingsbestendige Feringa Building in Groningen en het ontmoeting stimulerende KJ Plein in Den Haag recente wapenfeiten. Bij vrijwel iedere ontwikkeling zijn kenmerken van duurzaamheid zichtbaar, maar volgens Maat is het nog lang geen gemeengoed. Zo ziet hij in de praktijk vooral traditionele kennis over het onderwerp. “Vanuit de architectuurbranche zien we prachtige ontwerpen, maar het schort aan de bouwkundige uitwerking. Dáárin moeten we stappen zetten.” Hij ziet dan ook een toenemend belang voor het delen van kennis over duurzaamheid. “Bijvoorbeeld om de energietransitie beter in beeld te krijgen, om in ieder geval invulling te geven aan de ondergrens."
"Ik kom nog steeds projecten tegen die niet voldoen aan BENG, bijvoorbeeld door gebrekkige isolatie.” Een ander struikelblok voor verduurzaming dat moet worden weggenomen is het personeelstekort. “Ook in mijn vakgebied is het af en toe zoeken geblazen, totdat een bouwer of projectontwikkelaar een match vindt. Er zijn wel modelleurs te vinden, maar het aantal dat ook bouwkundige uitvoering in het expertiseveld hebben, is beperkt.”
Geen geld (en tijd) verliezen
Daar ziet hij een belangrijke waarde weggelegd voor Velox, om als intermediair te dienen voor vraag en aanbod. “Om een project succesvol vorm te geven en te ontwikkelen, heb je een team nodig met professionals die dezelfde taal spreken en op de hoogte zijn van marktontwikkelingen. Denk bijvoorbeeld aan de onderwerpen energie en grondstoffen. Je hebt mensen nodig die elkaar daarover inspireren, op de hoogte blijven en actief hun kennis uitdragen. En door de juiste persoon op de goede plek neer te zetten, sta je in dat kader al 1-0 voor bij de ontwikkeling van een project.”
Door in het voortraject tijd te besteden aan de selectie en de inzet van deze professionals, betaalt de winst zich later dubbel en dwars uit. “Als het kennisniveau op peil is en de neuzen dezelfde kant op staan, lopen processen vaak soepel. Veel partijen realiseren zich niet dat dit een belangrijk gegeven is, want je kunt veel geld verliezen als het proces stroef gaat. Het loont dus om vooraf goed na te denken en advies in te winnen over je selectie van mensen die je bij het project wilt betrekken.” Dat helpt volgens hem op zijn beurt weer bij het onderbrengen van verduurzaming in projecten. “De uitdaging schuilt in het zichtbaar maken van wat duurzaamheid kan opleveren, zonder te veel de nadruk te leggen op de kosten. Buig je je over de complete levensduur, dan krijg je een andere casus. Ook daarom wil je mensen die hier een visie op hebben en hier doelstellingen aan willen koppelen.”
Circulaire ambities werkelijkheid maken
Een uitdaging is nog om de energietransitie en circulariteit bij iedereen over het voetlicht te brengen. Leeft duurzaamheid wel bij projectontwikkelaars? “De weerbarstige praktijk is dat er vooral kritisch wordt gekeken naar investeringen. Daarom moet het duidelijker worden wat de winst is op de lange termijn. Daarnaast zijn er nog onzekerheden bij partijen over bijvoorbeeld innovaties: wacht je daarop of ga je nu aan de slag?” Maat ziet dat er wel een wil is om meer circulaire gebouwen te ontwerpen. “Maar architecten lopen tegen een kennismuur op en een gebrek aan budget om circulaire ambities echt waar te maken. Daarin schuilt dus een uitdaging voor de opdrachtgever, om meer uit te vragen op herbruikbare materialen die na de levensduur gedemonteerd kunnen worden.”
Publiek versus privaat
Een belangrijk verschil is de ambitieformulering van de publieke versus de private sector. “Je ziet dat circulariteit een belangrijk streven is voor overheden. Vanuit hun hoek zie je vaker circulaire ambities terugkomen, in vergelijking met de publieke sector. Zo wordt naar mijn idee vanuit een overheid relatief vaker uitgevraagd voor de toepassing van een materiaal dat toekomstbestendig is.” Wanneer ook private opdrachtgevers circulariteit omarmen, ontstaat het vliegwiel dat de sector nodig heeft. “We moeten meer goede voorbeelden laten zien en inzicht geven in praktijksituaties. Daarnaast gaat het helpen als ontwikkelaars meer te weten komen over de langetermijneffecten van duurzaamheid in brede zin en circulariteit in het bijzonder. Combineer dat met meer kennisoverdracht onderling en met opdrachtgevers om het aantal circulaire projecten te laten groeien.”