Integraal masterplan voor klimaatadaptieve wijk
Antea Group heeft met Haarlem een raamovereenkomst over de buitenruimte van de gemeente, waarin onder andere diverse bruggen worden aangepakt. Een van de onderdelen is een bijdrage leveren aan de brede verduurzamingsopgave van Haarlem. Bouwteams spelen een hoofdrol en in ieder project wordt bekeken hoe invulling wordt gegeven aan die ambitie.
Tekst: Marvin van Kempen
In iedere vernieuwde woonbuurt komen wadi’s als natuurspeel- en ontmoetingsplek (foto IVORIM).
De overeenkomst en het werken in bouwteams sluit goed aan op de samenwerking die de gemeente Haarlem wil: duurzaamheid moet iets van de gemeenschap zijn. “Haarlem wil gezamenlijk efficiënte projecten uitvoeren”, vertelt Vincent Ledeboer (projectmanager contracten Antea Group) over de raamovereenkomst. “Die samenwerking draait om groot onderhoudsprojecten. Deze kunnen een flinke impuls geven aan de toekomstbestendigheid van de stad. We ondersteunen de gemeente samen met Witteveen+Bos en voor de uitvoering zijn vier aannemers gecontracteerd.”
Volgens Vincent Ledeboer zijn bouwteams een middel en geen doel op zich
De vier bouwers zijn Dura Vermeer divisie Infra, Heijmans Infra, Aannemingsmaatschappij Van Gelder en Oosterhof Holman Beton- en waterbouw. “Al vier jaar lang zetten we ons in om de stad mooier te maken en klaar te stomen voor een duurzame toekomst.”
Vincent Ledeboer (Antea Group) adviseert om participatie als essentieel element vroegtijdig op te pakken.
Van traditioneel naar innovatief
Om doelstellingen in te vullen is het van belang om projecten efficiënt uit te voeren en geleerde lessen te delen. Ledeboer: “De overeenkomst stelt ons in staat om onze pijlen te richten op vertrouwen en langdurige samenwerking.
Daarmee wordt het eenvoudiger om inzichten en kennis te delen. In traditionele samenstellingen is het niet vanzelfsprekend om dat te doen en heb je er misschien ook de tijd niet voor. Door met innovatieve contactvormen en in bouwteams te werken, maak je optimaal gebruik van elkaars expertise.”
Zo is het normaal gesproken niet vanzelfsprekend om in een vroeg stadium van het proces al samen te werken met iedere ketenpartner. “Een aannemer kan bijvoorbeeld pas later in beeld komen, maar op dat moment mis je al afstemming over fundamentele uitgangspunten en thema’s in het project.” Ledeboer adviseert dan ook om op het juiste moment vragen te stellen aan je ketenpartner. “Wanneer dat is, verschilt per project, omdat je te maken krijgt met complexe uitvoeringsmaatregelen of faseringen. Gebruik elkaars kennis en expertise en doe dat op het goede moment.”
Omschakelen voor wijkaanpak
Dankzij de raamovereenkomst worden in vier jaar tijd diverse grootschalige onderhoudsprojecten uitgevoerd. Een daarvan is de integrale vernieuwing van de openbare ruimte in Meerwijk, een woonwijk uit de jaren 70 die toe is aan renovatie. Met het oog op klimaatadaptatie zijn herbestrating en rioleringswerkzaamheden onderdeel van de integrale verduurzaming.
Ledeboer: “Deze herstructurering is een belangrijke ontwikkeling voor de gemeente Haarlem. Ambities zijn onder andere het afkoppelen van het hemelwater en het aanleggen van een warmtenet. We besteedden eerder tijd en aandacht om de vraag helder te krijgen en de projectfasering zo goed mogelijk op te zetten. Daaruit bleek dat de gemeente kon omschakelen om meer op regie uit te vragen en te werken. Voor het ontwerp van de wijkaanpak keken we naar de complete omgeving en de thema’s die daar spelen of belangrijk zijn voor de toekomstbestendigheid.”
Bewonersparticipatie
Naast klimaatadaptatie en gezondheid zijn biodiversiteit, mobiliteit en circulariteit uitroeptekens in het ontwerp. Zo ook het sociale aspect en het groener maken van de wijk. “Het proces om tot dit ontwerp te komen was uitgebreid, waarbij ook ruimte werd gegeven aan ideeën vanuit de bewoners.”
Ledeboer adviseert om die participatie als essentieel element op te pakken en vroegtijdig in het proces met stakeholders te betrekken. “Combineer die inzichten met de ambities van beleidsmedewerkers en maak daardoor een visie concreet.” Hoe ziet dat er in de praktijk uit? Ledeboer vervolgt: “We hebben de organisatie opgezet en vervolgens beleids- en ambitiesessies georganiseerd. Dankzij een participatietraject dachten bewoners en betrokkenen actief mee. Aan de hand van de verkregen inzichten werkten we drie scenario’s uit, van ‘Bestaande situatie’, naar ‘Meerwijk verbeterd’ en ‘Meerwijk maximaal verbeterd’.”
Paradepaardje
De keuze viel op laatstgenoemde: Meerwijk moet het paradepaardje worden van de gemeente. “Er zijn heel hoge ambities gesteld en het budget voor het project is verdubbeld. Daarentegen is ook de winst voor alle betrokkenen groter en verspreid over verschillende vlakken. Zo is de verwachting dat bewoners straks in een klimaatadaptieve en toekomstbestendige buurt kunnen leven.”
Naar verwachting is het DO in december 2021 gereed. “Het merendeel van de andere projecten betreft groot onderhoud, waarbij we voor de gebieden Oost en Schalkwijk alle taken voor het voorbereiden en begeleiden van realisatie van civiele projecten uitvoeren. De impact van de projecten op duurzaamheid en circulariteit rapporteren we ieder half jaar aan de gemeente. Typisch learning by doing.”