Complexiteit Nieuwe Waterwerken Zoutkamp vraagt om bouwteam

Het dorp Zoutkamp staat een forse fysieke ingreep te wachten. Om een gemaal en sluis te renoveren, wordt er in de Groninger plaats veel overhoop gehaald. Een bouwteam, waarbij Arno Hoevink (TAUW) als contractmanager is betrokken, moet alles in goede banen leiden.

Tekst: Ysbrand Visser

Beeld: De huidige situatie in Zoutkamp met rechts van het midden de monumentale Hunsingosluis.

Het eeuwenoude, voormalige vissersdorp Zoutkamp ligt aan de monding van het Reitdiep. Omdat in 1969 de doorgang naar de Lauwerszee (nu Lauwersmeer) werd afgesloten, dient elke fysieke ingreep hier behoedzaam te worden gepland. Naast het gemaal, de monumentale sluis en de oude zeedijk is er ook nog de provinciale weg, die de waterwerken afsnijdt van de bebouwde kom.

Nieuwe Waterwerken Zoutkamp

- verplaatsing/vervanging door nieuwbouw van gemaal H.D. Louwes ín zeedijk - restaureren en ombouwen Hunsingosluis tot schutsluis - herstellen functie oude zeedijk (waterkering als vervanging regionale kering)

Check ook de projectpagina

Er zitten in Zoutkamp daarom veel partijen aan tafel. Naast het Waterschap Noorderzijlvest (opdrachtgever gemaal) en de provincie Groningen (opdrachtgever schutsluis en fietsbrug over het Reitdiep), zijn dat de gemeente Het Hogeland, adviesbureau TAUW, de architecten en de aannemer. Daarnaast worden ook de omwonenden betrokken via de zogeheten ‘Kopgroep’. Voor een eerste indruk van het complexe project is onderstaand filmpje absoluut aan te bevelen.

Er is op dit moment in Zoutkamp zelf nog niets te zien. Nadat Witteveen+Bos zorgde voor een eerste variantenafweging voor een nieuw gemaal, verkreeg TAUW in september 2020 de opdracht om een schetsontwerp (SO) en een voorlopig ontwerp (VO) op te stellen, conditionerende onderzoeken te doen, ruimtelijke procedures in gang te zetten en een bouwteam aan te besteden. TAUW heeft ook de duurzaamheidsambitie van het waterschap vertaald naar concrete duurzaamheidsmaatregelen, die later zijn verwerkt in onder andere de gunningscriteria voor aanbesteding van het bouwteam, de bouwteamdoelstelling en in de ontwerpkeuzes.

Bouwteam

Noorderzijlvest werkte vaker in bouwteams en zag dat ook nu als beste samenwerkingsvorm. En terecht, aldus adviseur Arno Hoevink, samen met collega Henberto Remmerts medeauteur van de Modelovereenkomst Bouwteam DG 2020.

“Met een bouwteam”, begint Hoevink, “kies je misschien voor minder marktwerking, maar het levert je nog meer op aan de kant van de optimalisatie van het ontwerp en het beperken van de risico’s in de uitvoeringsfase. Om de keuze voor een bouwteam te rechtvaardigen, hebben wij dat hier zorgvuldig onderbouwd.”

De combinatie Strukton/Oosterhof Holman won de aanbesteding, omdat die de meeste kwaliteit levert binnen het taakstellend budget. Positieve aspecten die daar volgens Hoevink een rol bij speelden, waren de projectbeheersing, de invulling van het bouwteam en de duurzaamheid. Dat laatste betrof onder meer de inzet van duurzaam (elektrisch) materieel.

Schets van een deel van de geplande werkzaamheden:

1. Restaureren en ombouwen Hunsingosluis tot schutsluis, inclusief nieuwbouw van gemaal H.D. Louwes (500 meter van de huidige locatie).

2. Aanleg fiets- en voetgangersbrug Reitdiepsluis.

3. Herstel (Muralt)bekleding zeedijk.

Het bouwteam in Zoutkamp geeft met name de aannemer de ruimte om het VO te toetsen. “Je kunt bouwteams heel verschillend inrichten”, aldus Hoevink. “Zo kan bijvoorbeeld de aannemer het volledige ontwerp van A tot Z maken. Je kunt er ook voor kiezen dat het opstellen van het ontwerp bij de opdrachtgever ligt en de aannemer het VO toetst op uitvoerbaarheid en haalbaarheid. Het oorspronkelijk plan was om de aannemer pas in de fase van het definitief ontwerp [DO, red.] erbij te betrekken. Wij hebben dat echter naar voren gehaald en in Zoutkamp voor een combinatie gekozen, waarbij TAUW het VO opstelt en de aannemer dat toetst.”

Risico’s en alternatieven

Het waterschap heeft onder begeleiding van TAUW voor de start van de VO-fase al relevante keuzes gemaakt, zoals de definitieve locatie van het gemaal - westelijk van de zeedijk - en de keuze voor het type pomp. Hoevink: “Daar wilden we de aannemer ook graag bij betrekken, wat ook gold voor de renovatie van de sluis. Het is een rijksmonument dat je wellicht moet droog zetten om te onderzoeken en te kijken wat er wel en niet mogelijk is. Daar wil je graag de aannemer bij hebben, want dat is best risicovol. Om die sluis te kunnen renoveren en vast te stellen wat de risico’s en alternatieven zijn, kun je die afwegingen beter samen maken.”

“Het mooie van een bouwteam is”, vervolgt Hoevink, “dat je bekijkt welke partijen de meeste expertise op een bepaald onderdeel hebben. En ook welke partijen het beste de risico’s in de uitvoeringsfase kunnen beheersen.” De invulling van de samenwerking zelf was daarbij best lastig, beaamt Hoevink. De gunning was dit voorjaar, midden in een nieuwe coronagolf. De eerste kennismaking is deels digitaal gegaan en deels fysiek: een dag met een beperkte groep sleutelfiguren in de Oude Kerk in Zoutkamp.

Over de procesorganisatie zelf zegt Hoevink: “Het waterschap werkt met een IPM-team en is gewend de functies te spiegelen. In een bouwteam wil je dat eigenlijk liever niet. In het bouwteam werken we nu wel met verschillende overleggen. Het technisch en omgevingsmanagement apart van het contractmanagement- en projectbeheersingsteam. Die sub-overleggen werken dus wel als bouwteam, zonder die typische opdrachtgever-opdrachtnemersituatie. Met die subgroepen kijk je wel als één team naar de ontwerpen. Je ziet ook echt dat de aannemer goed aanvult met specifieke uitvoeringskennis, kritische vragen stelt, maar ook een veel gemaakte ontwerpkeuzes met betrekking tot het VO bevestigt. Dan is het voor de opdrachtgever weer makkelijker om bepaalde keuzes te maken.”

Schets van de nieuwe situatie, met het gemaal naast de Hunsingosluis (schutsluis).

Omgevingsfactoren

Voor het kleine Zoutkamp (ruim duizend inwoners) vormt het project een enorme interventie, met diverse ingrijpende omgevingsfactoren, maar ook een hele reeks van belangrijke koppelkansen (hier niet benoemd). Dat doe je liever in een bouwteam. Hoevink: “De Hunsingosluis ligt vlak naast de provinciale weg die langs het dorp loopt en dat heeft een grote impact. Dat geldt ook voor het buitendijks bouwen van een flink gebouw, het gemaal. Voor het gemaal gaan we zelfs onder de provinciale weg door, die dus gestremd wordt. Je hebt bovendien met de sluis een rijksmonument waarvan je het beeld niet te veel wilt en mag aantasten. Hoe bouw je echter een gemaal dat ook heel functioneel is en toch het karakter respecteert van zo’n rijksmonument en de oude zeedijk? Over de schutsluis zelf komt ook nog een voetgangersbrug.”

“De meerwaarde van dit bouwteam is daarom vooral dat de aannemer aan boord is. Dat maakt de hele besluitvorming makkelijker. Dat is hier ook echt opvallend. Op het moment dat zowel de experts van het ingenieursbureau als de aannemer samen aan tafel zitten met ook de mensen van beheer en onderhoud bij het waterschap, krijg je besluiten er makkelijker door.”

“Het waterschap en de provincie moeten hier jaren mee door”, besluit Hoevink, “en willen de levensduurkosten zo laag mogelijk houden. Dat is soms niet in het directe belang van de aannemer die de focus legt op de uitvoeringskosten, maar in een bouwteam borg je die beide aspecten. In dit bouwteam houdt het waterschap een stem over ‘onderhoudbaarheid’, levensduurkosten, et cetera, terwijl de aannemer mee kan kijken naar het minst risicovolle ontwerp voor de uitvoering. Zo is dat een heel goede mix.”

UAVgc Hoevink: “De aannemer maakt onder UAVgc het uitvoerend ontwerp en voorafgaand krijgt hij ook een grotere rol in het DO tijdens de bouwteamfase. Het stukje ontwerpverantwoordelijkheid dat past bij UAVgc wil je ook bij de aannemer leggen. Je wilt niet dat na het tekenen van het UAVgc-contract de aannemer het ontwerp nog ter discussie gaat stellen. Dat betekent wel dat er meer risico’s bij de aannemer terechtkomen, maar ook dat je de aannemer meer vrijheid kunt geven om het ontwerp te maken en risico’s te beheersen.”