INNOVATIEVE SAMENWERKING
De juridische praktijk van duurzaam bouwen
Regelingen en wetgeving vormen een kader waarbinnen we onze maatschappij kunnen vormgeven. Dat geldt ook voor de duurzaamheid in de bouw, wat juridisch nog een tamelijk onontgonnen gebied is. Jacco Karens: “Het is de vraag in hoeverre je met de huidige overheidsregels de markt uitdaagt om tot innovaties te komen.”
Auteur: Ysbrand Visser
Foto: Shutterstock

Jacco Karens: “Het is juridisch afdwingbaar dat de Rijksoverheid meer gaat doen”.
Op het gebied van duurzaam bouwen was de juridische kennis nog niet uitgebreid beschreven en samengevoegd en daarom verscheen begin dit jaar het Praktijkboek Duurzaam bouwen. De publicatie is volgens medeauteur Monica Chao beslist geen ‘zwaar wetenschappelijk boek’ geworden, maar uitgebreid is de inhoud wel. Van BENG tot Tariefregulering in de Warmtewet, en van Bodemenergiesystemen tot de UAVgc 2005, werkelijk alles komt aan bod. Alles?
“We beseffen heel goed”, begint Karens, “dat dit een momentopname is. In 2021 kunnen we weer een nieuwe versie schrijven, die hier op voortborduurt. Het vakgebied is continu in ontwikkeling en er zijn ook vragen die nog niet opgelost zijn.” Zo was een van de coauteurs al bezig met het schrijven over de EPC, toen de BENG op de proppen kwam. Ook het recente uitstel van de Omgevingswet kwam na de lancering van het boek. Karens: “Het boek schetst een soort marsroute hoe je duurzaam bouwen kan aanpakken. Waar loop je op juridisch vlak tegenaan als je duurzaam gaat bouwen of renoveren.”
Eigendom
Een goed voorbeeld van de juridische consequenties van duurzaam bouwen betreft as a service-constructies. Of het nu de verlichting betreft, een verwarmingsinstallatie of een complete gevel, steeds rijst de vraag wie de werkelijke eigenaar is en wat daarvan de consequenties zijn. “Vooral in het kader van de circulariteit”, vertelt Karens, “is dit een belangrijk onderwerp. Hoe regel je allerlei zaken als een gebouw bestaat uit diverse onderdelen die in eigendom zijn en blijven van de oorspronkelijke leverancier?” Volgens het Nederlands recht, licht Karens toe, is een gevel onderdeel van een gebouw. Na de bouw komt die gevel dus in bezit van de eigenaar van dat gebouw. Bij lease of een as a service-constructie ligt dat echter volledig anders. Karens: “Dit is onder andere belangrijk voor de financiering van dat gebouw, want is de bouw financieel wel haalbaar als je dat eigendom niet kunt behouden? En wat gebeurt er als een van de leverende partijen failliet zou gaan? Daaraan zitten dus de nodige vragenstukken vast.”
Jacco Karens is wetenschappelijk medewerker van het Instituut voor Bouwrecht met publiekrecht als specialiteit. Hij verdeelt zijn tijd o.a. als redacteur van diverse publicaties, zoals het Tijdschrift voor Bouwrecht. Verder is hij bezig met een promotieonderzoek naar de energietransitie en het omgevingsrecht. Samen met Monica Chao-Duivis en Natasja van Wijk - van Gilst schreef en redigeerde hij het Praktijkboek Duurzaam bouwen.
